Betaalde Anw-premies
Bij de uitgaven voor inkomensvoorzieningen is er nu geen aparte vraag meer voor de vrijwillige verzekering voor de Anw. De aftrekpost bestaat nog wel, maar vermeld u nu bij rubriek 0620.00 Premies voor periodieke uitkeringen bij invaliditeit, ziekte of ongeval.
Eigen woning
Op het aangiftebiljet wordt nu bij de vraag Inkomsten uit eigen woning gevraagd per eigenwoningschuld om het lening- of hypotheeknummer, de schuld per 31 december 2014 en de aftrekbare hypotheekrente. Dit is een verplichte specificatie. Zie ook Hypotheek en aflossing.
Het was aanvankelijk de bedoeling dat u m.b.t. de hypotheekschulden ook verplicht zou vermelden ‘Datum aangaan schuld’, ‘Datum geheel aflossen schuld’ en ‘Aandeel partner in de schuld’, maar bij nader inzien heeft de Belastingdienst deze uitvraag teruggetrokken, evenals de vraag hoe de eigendomsverhouding van de eigen woning lag bij partners.
Aftrek hypotheekrente bij nieuwe leningen De regeling voor renteaftrek bij NIEUWE leningen voor de eigen woning is vanaf 2013 veranderd. Het recht op renteaftrek geldt alleen nog voor een (hypothecaire) lening die volledig wordt afgelost in maximaal 30 jaar, en ten minste annuïtair is (maandelijks een vast bedrag). Een lineaire hypotheek voldoet daarmee ook aan de fiscale eisen voor renteaftrek.
Aftrek hypotheekrente en -kosten eigen woning beperkt Het maximale tarief waartegen de hypotheekrente en -kosten kan worden afgetrokken wordt vanaf 2014 elk jaar met 0,5%-punt verlaagd tot het aftrektarief 38% bedraagt.
De aftrek van de hypotheekrente (en -kosten) wordt dus in 2014 beperkt tot maximaal 51,5% (52 – 0,5)%. Dit gebeurt middels een zogeheten tariefaanpassing van 0,5% over het aftrekbedrag dat in de vierde schijf valt.
Voorbeeld
Inkomen van € 60.000 en kostenaftrek van € 10.000. Van die € 60.000 valt € 3.469 in de vierde schijf. Door de aftrek van € 10.000 is er dus aftrek van 52% over die € 3.469 genoten. Dat wordt door de tariefaanpassing van 0,5% over € 3.469 = € 17 gecorrigeerd.
Restschuld vroegere eigen woning
Hebt u na 28 oktober 2012 uw woning verkocht? En had u als gevolg daarvan een restschuld? Dan zijn de rente en kosten daarvoor aftrekbaar. Dit geldt alleen voor de restschuld van een (hypothecaire) lening voor de woning die uw hoofdverblijf was. U mag voor die restschuld nog maximaal 10 jaar na de verkoopdatum rente en financieringskosten aftrekken.
M.i.v. 2015 is de aftreklooptijd verlengd naar 15 jaar: u mag dus nog tot en met 2027 die restschuld aftrekken.
Aftrek hypotheekrente als u tijdelijk 2 woningen had De verruiming van de periode van 2 naar 3 jaar voor de aftrek van hypotheekrente voor een eigen woning die (tijdelijk) leeg staat, is een definitieve maatregel geworden en geldt dus ook voor 2014.
Box 2: Tariefsverlaging voor eerste € 250.000 Net als een aantal jaren geleden geldt voor één jaar (2014) voor de eerste € 250.000 inkomen uit aanmerkelijk belang een tarief van 22%. Daarboven geldt het normale tarief van 25%. Deze berekening gaat automatisch.
Studiekosten
De aftrek van scholingsuitgaven (studiekosten) is beperkt tot de verplichte en noodzakelijke kosten van de opleiding. De berekening van aftrekbare studiekosten voor studenten met studiefinanciering is eenvoudiger. De drempel studiekosten is vanaf 2013 verlaagd van € 500 naar € 250. Er was in 2013 een aparte overgangsregeling als in 2012 recht op studiefinanciering bestond voor het studiejaar 2012/2013. Die overgangsregeling is in 2014 verdwenen.
Lees de uitgebreide informatie onder F1 help bij studiekosten.
Specifieke zorgkosten
De volgende kosten zijn in 2014 niet meer aftrekbaar:
– De kosten van scootmobielen en rolstoelen – Aanpassingen aan, in of om de woning. Afschrijving mbt woningaaanpassingen zijn nog wel aftrekbaar Men kan zich zonodig wenden tot de gemeente in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Bij het APV (P41) wordt nu het vestigingsland expliciet gevraagd (naast de landcode). Dit lijkt ons een foutje op het biljet, omdat in het elektronische bericht niet om wordt gevraagd.
Rijksmonumentenpanden
De overgangsregeling m.b.t. in 2012 aangegane kosten is in 2014 vervallen.
Periodieke giften
Voor periodieke giften is het nodig om een transactienummer in te vullen en het RSIN van de bevoordeelde instelling. We hebben de rubriek Periodieke giften in tweeën gesplitst: 1470.00 Periodieke giften aan culturele instellingen en 1470.50 Overige periodieke giften.
Hoewel de specificatie niet op het aangiftebiljet staat en feitelijk alleen een totaalbedrag verplicht is, hebben we er bij deze rubriek voor gekozen om de instructie van de technische specificaties te volgen (verplicht invullen, als er geen transactienummer is – notariële acte – mag een 0 worden ingevuld), om te vermijden dat hierover naderhand vragen kunnen worden gesteld.
Onderhandse akte volstaat
Om voor periodieke giften in aanmerking te komen moest u t/m 2013 een notariële akte hebben laten opstellen. Vanaf 2014 volstaat een onderhandse akte. De Belastingdienst heeft op haar website de eisen voor zo’n onderhandse akte gepubliceerd.
In het algemeen geldt pas na ondertekening van die akte gedane giften aftrekbaar zijn als periodieke giften. In een eind 2014 gepubliceerd besluit (StCrt 2014 nr. 36877 / BLKB2014/1415M) is voor 2014 echter goedgekeurd – als gevolg van de onduidelijke tekst van de modelovereenkomst op de site van de Belastingdienst – dat giften gedaan voorafgaand aan de ondertekening van die akte ook als periodieke gfiten mogen worden beschouwd.
BSN/sofinummer
Sinds begin 2014 wordt de term sofinummer officieel niet meer gebruikt en wordt alleen BSN gebruikt. Wij hanteren in dit programma nog wel de term BSN/sofinummer. Ook de term GBA wordt door invoering van de Wet BRP niet meer gebruikt; BRP staat voor Basisregistratie Personen.
Geen indexatie
Meestal wijzigen veel cijfers door indexatie. In 2014 is echter juist voor veel cijfers de indexatie achterwege gelaten.
Aanpassing jaarruimte-berekening bij uitgaven voor inkomensvoorzieningen De berekening van de jaarruimte kent andere factoren: ipv 17% wordt nu gerekend met 15,5% en de vermenigvuldigingsfactor van 7,5 is verlaagd naar 7,2.
Werkbonus in de loonheffing
De werkbonus wordt in 2014 al verrekend in de tijdvaktabellen van de loonheffing. Heeft u echter meerdere werkgevers (of extra inkomsten), dan kan de werkbonus voor de IB € 0 zijn en dan moet u de via de loonheffing ontvangen werkbonus terugbetalen. Wilt u dat in 2015 voorkomen, dan moet u aan uw werkgever verzoeken om meer loonheffing in te houden.
Heffingskortingen
– In 2014 wordt een begin gemaakt met de afbouw van de algemene heffingskorting of het inkomensafhankelijk maken ervan. Bij een inkomen van boven de tweede tariefschijf (€ 19.645) wordt de heffingskorting met 2% verminderd. Bij het einde van de tweede tariefschijf is die vermindering maximaal en bedraagt dan € 737; de algemene heffingskorting bedraagt dan € 1.423 (voor een niet AOW-gerechtigde).
N.B. Door deze afbouw is de aftrek van de hypotheekrente in de tweede schijf in rekenkundige zin niet 42% maar 42% + 2% = 44%.
Door het laat bekend worden van deze bezuinigingsmaatregel kon de Belastingdienst deze afbouw niet tijdig verwerken in de loontabellen en bij de voorlopige aanslag. Daardoor moeten nu veel meer mensen aangifte doen en moeten ze betalen of krijgen ze minder dan normaal terug. Men krijgt in 2015 ter compensatie vier maanden langer de tijd om een aanslag te betalen (zonder rente).
– Overdracht algemene heffingskorting is in 2014 niet meer afhankelijk van jonge kinderen. De minstverdienende partner, geboren na 1962, krijgt hooguit 60% van de volledige algemene heffingskorting uitgekeerd.
Kindgebonden budget
In verband met het grotere belang van het kindgebonden budget hebben we hier de mogelijkheden uitgebreid.
TECHNISCHE WIJZIGINGEN
M-biljetten elektronisch
Vanaf de aangifte 2014 mogen M-biljetten elektronisch worden ingezonden. Wij hebben de mogelijkheid om hiervan een invulbaar PDF biljet af te drukken daardoor laten vallen. Hetzelfde geldt voor Co (C-biljetten voor ondernemers) en F-biljetten. I.v.m. de extra testtijd die hiervoor nodig is en het ontbreken van de toelichting bij het M-biljet is het mogelijk dat deze verzending niet in de eerste versie van BasWin/ Nextens wordt uitgeleverd. De splitsing van de winst per post voor de Nederlandse en buitenlandse periode is vervallen.
Ook worden specificaties niet meer per periode uitgevraagd (dit zou tot een te grote aanpassing van de systemen van de Belastingdienst hebben geleid), maar de totaalbedragen nog wel. We hebben de invoer gelijk gelaten, zodat de splitsing van de totaalbedragen per periode automatisch blijft plaatsvinden. Op het aangiftebiljet en in verzending worden de specificaties van de periodes samengevoegd.
Voor M-biljetten van ondernemers is nu (gelukkig) de vreemde splitsing per winstrubriek vervallen. U wordt nog wel gevraagd om het eindbedrag van de belastbare winst te splitsen in een bedrag over de Nederlandse en buitenlandse periode. Zie rubriek 800.00 Winst uit onderneming- overzicht.
De verzending van de bedragen in Box 3 is zodanig gewijzigd dat in bepaalde situaties aan de biljettotalen (die verzonden worden) niet goed meer te zien is hoe de berekening verloopt. Er worden alleen jaarbedragen verzonden en bij niet kiezen voor binnenlandse belastingplicht moet er (net als voorheen) per periode een vrij ingewikkelde berekening gebeuren. Zie de afdruk van het rapport hiervoor. Dat de toelichting bij het M-biljet per januari 2015 nog niet beschikbaar was, zorgt ook voor veel onduidelijkheid.
Geen invulbare PDF-meer
U kunt dus geen aangiften meer op de invulbare PDF-biljetten afdrukken.
Meer rubrieken invulbaar en meer eisen
We zien in de technische specificaties steeds meer invulvelden verschijnen. Veel daarvan zijn niet verplicht in de zin dat het papieren aangiftebiljet ze niet bevat, maar er wordt bij inzending wel op gecontroleerd (zonder tot een storing te leiden als ze niet zijn ingevuld). Denkbaar is dat het niet invullen van die velden eerder tot uitval en controle bij de Belastingdienst zal leiden.
Later insturen geldt niet voor intermediairs
Particulier programma van de Belastingdienst oftewel het gratis programma van de Belasting komt in 2015 pas in maart uit zodat optimaal gebruik kan worden gemaakt van de vooringevulde aangifte. Men krijgt ook een maand langer de tijd om de aangifte in te sturen (vóór 1 mei; voorheen altijd voor 1 april).
Voor professionele software (verzending via Digipoort) en voor verzending met DigiD door andere programma’s geldt het later insturen niet; men kan voor 1 maart de aangifte insturen.
Vanaf IB 2015 geen DigiD verzending meer voor intermediairs Zoals het er nu (januari 2015) uitziet zal het voor commerciële partijen vanaf IB2015 niet meer mogelijk zijn om DigiD verzending te ondersteunen. Deze optie verdwijnt dus uit BasWin. In Nextens wordt DigiD verzending hoe dan ook niet ondersteund.
Ook wordt het opvragen van VIA (vooringevulde aangifte) met behulp van DigiD of DigiD machtiging in 2015 niet meer beschikbaar gesteld aan software ontwikkelaars, zodat ook deze optie volgend jaar uit BasWin gaat verdwijnen.
Invoering VIA voor intermediairs
In de loop van 2015 wordt het mogelijk om via Digipoort de vooringevulde aangifte 2014 op te halen. Daarbij zijn uw PKI-overheid services server certificaat nodig én aanmelding van uw klant. Bovendien dient uw klant actief toestemming te geven door middel van het aan de intermediair leveren van een activatiecode die via de post aan de klant wordt gestuurd. Dit Via-2014 proces wordt gezien als een proefjaar en invoering zal dan ook geleidelijk geschieden.