Als je intracommunautaire leveringen hebt verricht, moet je deze aangeven in de aangifte btw. Ook moet je, per btw-nummer van de afnemer, de leveringen opnemen in de Opgaaf Intracommunautaire Prestaties (hierna: de Opgaaf ICP). Maar wat gebeurt er als je op de één of andere manier niet beschikt over het btw-nummer van de afnemer?
Intracommunautaire levering
Een intracommunautaire levering is, vooralsnog, belast in het land van vertrek van de goederen. Het lokale btw-tarief is in beginsel van toepassing. Als je echter levert aan een andere ondernemer en je kan aantonen dat de goederen in het kader van de levering worden verzonden naar een andere EU-lidstaat, dan mag het nultarief worden toegepast.
Btw-nummer
Dat je levert aan een andere ondernemer, wordt aangenomen doordat je beschikt over het geldige btw-nummer van de afnemer. In de praktijk komt het wel eens voor dat het btw-nummer van de afnemer niet meer geldig is of dat achteraf blijkt toch niet over een geldig btw-nummer beschikt. In de rechtspraak is diverse malen beslist dat het nultarief toch kan worden toegepast. Bijvoorbeeld als uit de aard en hoeveelheid van de goederen blijkt dat er aan een ondernemer moet zijn geleverd. Er mag in ieder geval geen sprake zijn fraude.
Administratieve verplichtingen
Hebben we deze hobbel overwonnen, dan zijn daar de administratieve verplichtingen. De intracommunautaire leveringen moeten worden opgenomen in rubriek 3b van de aangifte btw. Vul je deze rubriek in, dan moet je ook de Opgaaf ICP invullen en indienen. De uitkomsten van rubriek 3b van de aangifte btw en de Opgaaf ICP worden met elkaar vergeleken. Komen deze niet overeen, dan krijg je een brief van de Belastingdienst/Central Liaison Office om de verschillen te verklaren.
Op het moment dat de verklaring is dat er geen geldig btw-nummer van de afnemer kan worden overlegd, dan is de uitkomst automatisch een naheffing btw over het bedrag van de factuur, alsmede een boete voor het niet volledig indienen van de Opgaaf ICP.
Boete
Ten aanzien van de naheffing btw, zal er moeten worden aangetoond dat er aan de voorwaarden van de intracommunautaire levering is voldaan en dat het nultarief daarom terecht is toegepast. Ervan uitgaande dat dit het geval is, zal de naheffing –na enige tijd en mogelijke kosten van een adviseur- worden vernietigd. De boete voor het niet volledig indienen van de Opgaaf ICP blijft echter staan, omdat er geen btw-nummer kan worden gelist. Gebeurt dit vaker, dan wordt de boete ook hoger.
Onredelijk
Ik vind dit laatste een onredelijke uitkomst. Hoezo kan je worden beboet voor het niet listen van een btw-nummer van een afnemer, terwijl het hebben van het btw-nummer niet verplicht is? Je vraagt het onmogelijke van de ondernemer. Het zou dan ook netter zijn als Belastingdienst/Central Liaison Office in deze specifieke gevallen geen boete zou opleggen. Ik zou zelfs verder willen gaan, door te stellen dat de Opgaaf ICP geen ruimte biedt voor het invullen van dergelijke specifieke gevallen en dat het formulier derhalve niet volledig is.
Het bovenstaande kom ik in de praktijk meestal tegen als het leed is geschied. Voor de toekomstige intracommunautaire leveringen raad ik aan om het nultarief niet toe te passen zonder geldig btw-nummer van de afnemer. Overigens staat dit op de agenda voor de Europese plannen ten aanzien van de hervorming van de btw: zonder btw-nummer van de afnemer geen nultarief!