Binnenkort is het weer Prinsjesdag. Daarom gonst het op het Binnenhof en in Belastingland. Wat zit er dit jaar in het koffertje? En wat zouden fiscale experts in het koffertje willen stoppen? Deze vragen stellen we aan Hendrik-Jan van Duijn, oprichter en belastingadviseur bij Duijn’s Tax Solutions (DTS). “Prinsjesdag is voor het nieuwe kabinet een politiek spelletje.”
Wat verwacht u dat er in het koffertje zit?
Géén Wet DBA
“Laat ik het omdraaien. Ik verwacht namelijk dat de Wet DBA níet geregeld gaat worden. Het blijft lastig om dit goed te implementeren en daarbij iedereen te vriend te houden. Mensen aan de onderkant, met een uurtarief van minder dan 40 euro, hebben namelijk een apart belang. Die mensen zouden zonder flexibel werk niet aan een baan komen. En aan de bovenkant zitten mensen die meer dan 100 euro per uur verdienen. Die zouden, als ze in dienst zouden komen, heel veel belasting moeten betalen. Dat zou ervoor kunnen zorgen dat ze minder gaan werken.”
“Omdat je met al die partijen rekening moet houden, maakt het dat dit dossier een echt politiek wespennest is. Er ligt nu een vaag voorstel op tafel, om te kijken of ze kunnen zorgen dat mensen aan de onderkant in dienst komen. Dat is nog niet voldoende uitgewerkt en ik verwacht dat die uitwerking ook nog wel even op zich laat wachten.”
Dividendbelasting gaat door
De afschaffing van de dividendbelasting is een kokendheet hangijzer geworden. Wat gaat daarmee gebeuren? “Ik denk dat de afschaffing doorgaat”, stelt Van Duijn. En daar is hij blij mee ook. “Met de aankomende Brexit gaan veel bedrijven kijken naar andere landen binnen Europa. 1,4 miljard om een bedrijf als Shell of Unilever binnenboord te houden of andere grote bedrijven naar Nederland te krijgen, is een relatief klein bedrag. De afschaffing van de Dutch-discount zorgt voor een level playing field, zeker gezien Donald Trump de vennootschapsbelasting heeft verlaagd van 35 naar 13,5%.”
Wat zou u in het koffertje stoppen als u het voor het zeggen had?
Complexiteitsreductie
Als het aan Van Duijn ligt, komt er een drastische complexiteitsreductie van de regelgeving. “Ik zou wensen dat de regering het bedrijfsleven niet de dupe laat worden van de ingewikkelde internationale regelgeving. Denk hierbij met name aan de fiscale eenheid en transferpricing. De regelgeving is zo ingewikkeld geworden, dat alleen beursgenoteerde bedrijven hier nog goed hun weg in kunnen vinden. De ingewikkelde regels belemmeren het zakendoen in Nederland voor het mkb en zorgen voor rechtsongelijkheid.”
Voor wat betreft de complexiteit in transferpricing, heeft Van Duijn wel een alternatief in gedachten. “Je kan bijvoorbeeld ondergrenzen instellen. De transferpricing documentatieverplichtingen zouden dan niet moeten gelden voor een belang kleiner dan 25.000 euro. Of je maakt het bij kleine bedragen mogelijk om te voldoen met een versimpelde transferpricingrapportage. Het is namelijk vrij duur om te voldoen aan de wetgeving als objectieve (gratis) informatie niet voorhanden is. Dan worden (kleine) bedrijven naar dure benchmarking-rapportagesystemen geduwd, wat ervoor zorgt dat het belang soms lager is dan de kosten. Dat is niet redelijk.”
Faciliterende overheid
“De verhouding tussen de overheid en ondernemers moet coöperatiever worden. Ik zou graag willen dat de overheid ondernemers helpt met het voldoen aan de regelgeving, in plaats van het slechts toetsen of het op de juiste manier is gebeurd. Dit geldt bijvoorbeeld voor boetes van de AFM aan accountantskantoren. Deze kantoren krijgen boetes om te zorgen dat ze het beter doen, maar dit werkt niet. Misschien moet de AFM eens met de accountantskantoren om tafel zitten over hoe ze daadwerkelijk verbeteringen door kunnen voeren, in plaats van het geven van een boete als een vinkje verkeerd staat.”
Flexibel werken
Van Duijn gelooft niet in sanctioneren, maar in belonen. Dat blijkt ook uit zijn idee voor de flexibilisering van de arbeidsmarkt. “Je ziet overal flexibilisering. Dat moet je niet met regelgeving proberen te beperken, maar juist faciliteren en kanaliseren. Ik zou een beloning creëren voor het aannemen van mensen in vaste dienst, in plaats van stellen dat bedrijven geen flexibele krachten meer mogen hebben. Je kunt bijvoorbeeld een vast dienstverband aantrekkelijker maken door werkgevers minder premies te laten betalen. Op deze manier vergoed je hen direct voor het extra risico dat ze lopen met werknemers.”
Wat zou u verder juist uit het koffertje halen?
Versobering fiscale eenheid
Tot voor kort konden bedrijven binnen Nederland die in hetzelfde concern zaten via de fiscale eenheid onderlinge rentebetalingen en –ontvangsten weglaten in de belastingaangifte. Het Hof van Justitie van de Europese Unie oordeelde in februari echter dat Nederland de voordelen van de fiscale eenheid ook moet toestaan in grensoverschrijdende situaties. Staatssecretaris Menno Snel van Financiën diende hiertoe een reparatiewet in. In plaats van de voordelen voor binnen- en buitenlandse bedrijven te laten gelden, heeft de staatssecretaris de voordelen echter in zijn geheel geschrapt. Concreet betekent dit dat een Nederlands concern een fiscale eenheid kan blijven vormen, maar een aantal wettelijke elementen die een voordeel kunnen opleveren, dienen te worden toegepast alsof er geen fiscale eenheid is.
“Hierdoor krijg je binnen de fiscale eenheid opeens wel een rentelast die niet aftrekbaar is. Dat is een beetje raar en kost ondernemers heel veel geld. Ze zouden hier moeten kijken of de regeling echt leidt tot problemen. Wat willen ze oplossen? Het zou veel makkelijker zijn als ze ook in buitenlandse situaties fiscale eenheden toelaten. Waarom moet je in Nederland gevestigd zijn om in een fiscale eenheid te vallen? Ze maken het heel lastig, alleen om een soort schijnmisbruik te bestrijden.”
Aanpassing wet Hillen
“De Wet Hillen was bedoeld om mensen te stimuleren om hun lening af te lossen. Als je geen lening hebt, betaal je namelijk geen eigenwoningforfait. Dus heel veel mensen gingen aflossen. Toen ze er eenmaal waren, hadden ze geen eigenwoningforfait, een voordeeltje. Dat voordeeltje wordt nu afgepakt. Dat vind ik flauw en mag van mij uit het koffertje.”
30%-regeling
“Ik zou willen dat de regering meer rekenschap neemt voor de mensen die door hun beslissingen geraakt worden. Denk bijvoorbeeld aan de 30%-regeling voor buitenlandse werknemers. Met deze regeling mag de werkgever 30% van het loon belastingvrij verstrekken. De tijdsspan van deze regeling gaat ingekort worden van acht naar vijf jaar. Dit is niet zo’n groot probleem, want nieuwe mensen schrik je hier niet mee af. Maar de mensen die al in Nederland zitten, zijn er wel de dupe van. Zij hadden de verwachting acht jaar een belastingvoordeel te hebben, opeens gaat dit terug naar vijf jaar. Voor deze mensen zou een overgangsregeling moeten komen, want ze worden onevenredig hard geraakt.”