De Raad van State spreekt zich kritisch uit tegen het wetsvoorstel om de de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en de Wet toezicht trustkantoren aan te passen. Het belangrijkste adviesorgaan van de regering stelt dat de hogere pakkans voor fraudeurs, criminelen en terroristen niet opweegt tegen het belang van privacy. De Raad van State is vooral niet te spreken over het verschuiven van opsporingstaken naar banken.
Grondrechten
‘Gelet op de ingrijpende gevolgen is het wetsvoorstel niet proportioneel als niet nader wordt gespecificeerd wanneer en welke gegevens kunnen worden uitgewisseld’, schrijft de Raad.
Het is een pijnlijk advies. Zeker voor pilot-initiatieven als Transactie Monitoring Nederland (TMNL), een samenwerkingsverband van vijf banken, en Serious Crime Task Force (SCTF). Naast een aantal banken bestaat het verband ook uit de politie en financiële inlichtingendienst. De samenwerkingsverbanden draaien nog proef en laten tot op heden nog maar weinig resultaten zien, toch zijn de verwachtingen hoog. Het delen van data zou het herkennen van criminele patronen sneller en beter moeten maken.
Het adviesorgaan erkent het belang van een betere witwasaanpak. Dat mag echter niet ten koste gaan van de grondrechten van burgers en bedrijven. ‘Het doel van het wetsvoorstel is onomstreden, maar de voorgestelde middelen gaan in de huidige opzet te ver. Zo is het bijvoorbeeld goed denkbaar dat het aangaan van een bankrelatie in de praktijk moeilijk of onmogelijk wordt.’ Zo spreekt men over zwarte lijsten in die gevallen.
Moreel kompas
Met het huidige voorstel zouden banken weleens het morele kompas van Nederland kunnen worden. Zo zouden er niet enkel persoonsgegevens worden gedeeld maar ook data uit de persoonlijke levenssfeer. Zoals bijvoorbeeld betalingen van medische facturen, strafrechtelijke boetes, lidmaatschap van politieke partijen en bezoek aan seksclubs, casino’s en coffeeshops. Bovendien is men bang voor diefstal van gegevens door cybercriminelen.
Behalve schending van de privacy, ligt ook mogelijke discriminatie op de loer. In totaal gaan er op jaarbasis 10 miljard transacties door de systemen van de banken. Die data kan alleen op volautomatische wijze verwerkt worden, waarschuwt de Raad. Vooral het uitbesteden van de opsporingstaak aan financiële instellingen is wat het adviesorgaan betreft een slecht idee. ‘De overheidsinspanning lijkt zich te beperken tot het creëren van wettelijke grondslagen, terwijl de meer principiële vraag gesteld kan worden of het wel aan private partijen overgelaten moet worden om op deze manier cliëntinformatie te gaan delen en onderzoeken.’
Internationale aanpak
De aanpassing zoals nu in het voorstel staan zijn volgens de Raad bovendien voorbarig. Het zou beter zijn alle Europese initiatieven die momenteel nog in ontwikkeling zijn af te wachten. Zoals bijvoorbeeld het UBO-register en het bankenportaal, ook wel de Europese Bankenunie genoemd. Financieel recht advocaat Frank ‘t Hart is het eens met de Raad. ‘Het advies gaat over de principiële vraag of deze opsporingstaken allemaal maar bij de banken over de schutting gegooid mogen worden.’
Het nut van een nationale aanscherping is volgens ‘t Hart niet zo vanzelfsprekend. Een Europese of een internationale aanpak zou veel beter zijn. Bovendien speelt de vraag wat er wordt gedaan met de meldingen die het nieuwe systeem op zal leveren. De financiële opsporingsdienst FIU en andere opsporingsdiensten kunnen de meldingen nu al nauwelijks aan. Daarbij is er nog flinke ruimte voor verbetering van de opsporing bij de banken zelf, zo stelde De Nederlandsche Bank.
Meten met twee maten
Volgens bijzonder hoogleraar Brigitte Unger, meet het advies van de Raad van State met twee maten. Zo heeft de Belastingdienst vergaande bevoegdheden om data in te zien. Dat is ondenkbaar in Duitsland noemt Unger als voorbeeld. ‘De privacywetgeving in Nederland is niet bepaald zaligmakend.’ Het ministerie van Financiën zegt in overleg te gaan met de sector na het kritische advies van de Raad. Het kabinet heeft nog niet gereageerd.