Vier vertegenwoordigers van prominente familiebedrijven hebben persoonlijk hun bezorgdheid geuit in de Tweede Kamer over het voornemen van de regering om hogere belastingen op te leggen bij de overdracht aan de volgende generatie. Peer Swinkels (Bavaria-bierbrouwerij), Pieter van Oord (Van Oord-baggerbedrijf), Floris van der Lande (Lande Family-meubelproducent) en Frans van den Heuvel (Van den Heuvel-bouwbedrijf) hebben een alternatief plan voorgesteld, omdat zij geloven dat de aangekondigde beperkingen van de fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen een ernstige bedreiging vormen voor de voortgang van hun bedrijven.
Voldoende vermogen
Deze invloedrijke personen spraken namens vooraanstaande familiebedrijven in Nederland, waaronder die van de families Pon, Fentener van Vlissingen en Van der Leegte. Parlementariërs van VVD, D66, CDA, CU, BBB, PVV, SGP en Groep Van Haga luisterden tijdens een besloten bijeenkomst naar de zorgen van de ondernemers. Tijdens de bijeenkomst presenteerden zij een alternatief voorstel om misbruik van de opvolgingsregelingen tegen te gaan. Het bijbehorende whitepaper is ook naar staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit, CDA) gestuurd.
De huidige vrijstelling van erf- en schenkbelasting (BOR) en het doorschuiven van inkomstenbelasting (DSR) bij bedrijfsopvolging staan politiek onder druk vanwege oneigenlijk gebruik. Bovendien bleek uit een evaluatie van het Centraal Planbureau dat 75% van de opvolgers voldoende vermogen heeft om de belasting te betalen. Deze regeling kost de schatkist jaarlijks ongeveer €400 mln.
Eenvoudiger en eerlijker
Het kabinet heeft in het regeerakkoord aangegeven dat het de continuïteit van familiebedrijven wil blijven ondersteunen door het vereenvoudigen en eerlijker maken van de bedrijfsopvolging, terwijl tegelijkertijd misbruik van de regeling wordt tegengegaan.
In de voorjaarsnota van april heeft het kabinet aangekondigd dat het de belastingvrijstelling wil verlagen van 83% naar 70% voor bedrijfsoverdrachten met een ondernemingswaarde vanaf €1,5 mln. Daarnaast wordt voorgesteld om geen belasting te heffen over de eerste €1,5 miljoen, in plaats van de huidige grens van €1,2 miljoen. Verder wil het kabinet dat de opvolgingsregelingen alleen van toepassing zijn op gewone aandelen die minimaal 5% van de ondernemingswaarde vertegenwoordigen.
Minimaal 25%
Om misbruik tegen te gaan, stellen de familiebedrijven voor om de drempel voor opvolgingsfaciliteiten te verhogen naar een aandelenbelang van minimaal 25% voor familieleden, in plaats van de huidige 5%. Volgens Van der Lande maken beleggers met slechts 5% van de aandelen nu gebruik van de regelingen, terwijl deze daar niet voor bedoeld zijn.
Tegelijkertijd willen de familieondernemingen de beperking van de verwateringsregeling laten vallen. Momenteel kunnen familieleden, wiens belang is verwaterd en onder de 5% is gezakt, onder bepaalde voorwaarden alsnog gebruikmaken van de opvolgingsfaciliteiten. Op dit moment geldt een grens van 0,5% van de aandelen. Volgens het plan van de familiebedrijven moet deze grens komen te vervallen zolang afstammelingen van dezelfde familie samen een belang van ten minste 25% in het bedrijf hebben.
Politieke realiteit
Volgens Van der Lande zijn de voorstellen van de familiebedrijven positief ontvangen door de Kamerleden. Na een eerste beoordeling geeft VVD-Kamerlid Folkert Idsinga aan dat de bedrijven goed hebben nagedacht over hun voorstellen en rekening hebben gehouden met de politieke realiteit. Hij verklaart dat de zorgen over de continuïteit van met name middelgrote en grote familiebedrijven serieus worden genomen. Hij kan echter nog niet zeggen of dit betekent dat de VVD tegen de voorstellen uit de voorjaarsnota is.
Eén pakket voor schenkbelasting en erfbelasting