De Belastingdienst heeft cryptovaluta’s in het vizier. Wie belegt in Bitcoin, Ether of andere digitale valuta kan dit bezit maar beter opgeven bij de IB-aangifte. Adviseurs raden hun cliënten zelfs aan dit met terugwerkende kracht te doen als ze dit eerder verzuimd hebben. Momenteel gebeurt de belastingaangifte cryptovaluta’s nog op basis van goed vertrouwen.
Box 3
Daarom werkt men in Brussel aan verplichte opgave portefeuilles door handelsplatformen. Beleggers met cryptovaluta moeten de waarde van de digitale munten op de peildatum opgeven aan de Belastingdienst. Zoals men dat ook doet met aandelen en vastgoed. De cryptovaluta’s worden meestal belast in box 3 van de inkomstenbelasting. De vermogensrendementsheffing ligt echter stil sinds het december arrest van de Hoge Raad, dat schrijft het FD.
Hoe het er de komende jaren uit gaat zien is dus onbekend. Maar dat wil niet zeggen dat belastingplichtigen hun vermogen kunnen verzwijgen. Spaartegoeden en beleggingen staan bovendien meestal al op de de vooraf ingevulde aangifte. Banken geven de gegeven immers door aan de fiscus. Dat is vooralsnog niet het geval bij cryptomunten. Maar daar komt binnenkort verandering in.
DAC8
In Brussel is men bezig met nieuwe regels die platformen voor het handelen in crypto’s verplichten de waarde van de portefeuilles van hun klanten door te geven aan de Belastingdienst. Het is alleen nog de vraag wanneer DAC8 zoals de nieuwe richtlijn heet, wordt ingevoerd, zegt ook Woody Jansen de Lannoy van advocatenkantoor Jaeger Advocaten-Belastingdeskundigen.
Als de richtlijn wordt aangenomen is het aan de lidstaten om de regels om te zetten in nationale wetgeving. Daarna volgt de invoering. Overigens zijn de exchanges, zoals de platformen worden genoemd nu al verplicht om persoonlijke gegevens van hun klanten vast te leggen. Met als reden het tegengaan van witwassen en financiering van terrorisme. De omvang van het vermogen wordt nog niet centraal geregistreerd.
Vaststellingsovereenkomst
Het advies luidt dan ook: geef de cryptomunten netjes op voor de belastingheffing. Ook voor het verleden. De fiscus mag zodra de data binnen is navorderingen tot vijf jaar terug mogen opleggen. Daar komt rente bovenop plus een bestuurlijke boete wegens belastingontduiking. Daar kan ook nog een strafrechtelijke vervolging aan vast zitten.
Voor box 3 bestond tot 2020 de inkeerregeling, maar die is inmiddels afgeschaft. Toch hebben belastingbetalers die zelf naar de fiscus stappen en hun fouten opbiechten een streepje voor aldus Jansen de Lannoy. In veruit de meeste gevallen wordt een ‘deal’ gesloten met de fiscus, stelt hij. In deze vaststellingsovereenkomst staat welke bedragen aan heffing, boete en rente moeten worden betaald over de jaren waarin de fiscus navordert, aldus het FD.