Een grote groep zzp’ers die zakelijk reist met het openbaar vervoer vraagt de btw niet terug. Veel zzp’ers weten niet dat ze hier recht op hebben. Dat blijkt uit onderzoek van Online bank Knab onder ruim 800 zelfstandigen. Gemiddeld zouden ondernemers hierdoor zo’n €260 per jaar laten liggen.
Onbekend met mogelijkheid
Van de ondervraagden gebruikt twee op de tien de trein, bus, tram of metro voor zakelijke ritten. Voornamelijk om naar hun opdrachtgevers of klanten de reizen. Gemiddeld gaat het om vier uur per week. De 9% BTW op een ov-kaartje mag worden verrekend op de btw-aangifte zolang het niet om woon-werkverkeer gaat.
Zeker 28 procent van de respondenten vraagt deze btw niet terug omdat de regel niet bekend is. Daarnaast vraagt nog eens 5 procent de btw niet terug vanwege andere redenen. Bijvoorbeeld omdat het teveel moeite kost vanwege de bijbehorende rittenregistratie.
Ovpay
“Vier uur openbaar vervoer per week, kost je al gauw zo’n € 60. Daarvan is € 5 btw. Dat klinkt als een klein bedrag, maar op jaarbasis is dit wel € 260”, zegt Oskar Barendse, financieel expert bij Knab. Vrijwel iedereen weet dat de zakelijke reiskosten minus de btw, aftrekbaar zijn van de winst. “Maar dat je de btw ook kunt terugvragen is blijkbaar veel minder bekend”, aldus Barendse.
De klanten van de online bank kunnen sinds kort met hun betaalpas in- en uitchecken in het openbaar vervoer. De introductie van OVpay was dan ook aanleiding voor Knab om te onderzoeken hoe zzp’ers omgaan met hun zakelijke ov-reizen.