De stadsverwarmingsregeling in de energiebelasting en de vrijstelling van zeeschepen voor assurantiebelasting hebben één belangrijk gemeenschappelijk kenmerk. Ze behoren tot de enige twee regelingen die in een onderzoek van het ministerie van Financiën naar 116 fiscale regelingen op alle fronten – doelmatigheid, doeltreffendheid en uitvoerbaarheid – positief hebben gescoord.
Politiek gevoelig
Het onderzoek, dat vrijdag werd gepresenteerd aan de Tweede Kamer door staatssecretaris Marnix van Rij van Fiscaliteit en Belastingdienst, vormt de eerste stap naar vereenvoudiging van het belastingstelsel. Het kabinet heeft de intentie om fiscale regelingen met een lage score “af te schaffen, te versoberen of aan te passen”. Dit zou resulteren in een eerlijker systeem, kostenbesparingen en een verkleinde kans op misbruik.
Echter, dit proces ligt politiek gevoelig vanwege de grote belangen die ermee gemoeid zijn. Fiscale regelingen vertegenwoordigen namelijk een waarde van €150 miljard aan gemiste belastinginkomsten en premies. Naast de eerdergenoemde voorbeelden, omvat dit ook het verlaagde btw-tarief van 9% (goed voor meer dan €13 miljard), de innovatiebox voor bedrijven en het heffingsvrijvermogen in box 3. De VVD heeft de staatssecretaris al gewaarschuwd dat het afschaffen of versoberen van deze regelingen niet mag leiden tot een verhoging van de lasten voor belastingbetalers.
Het scorebord
Op verzoek van Van Rij hebben zijn ambtenaren gedurende de afgelopen maanden een beoordeling uitgevoerd van de 116 fiscale regelingen. Hierbij werd gekeken of deze regelingen hun beoogde doel bereiken (doeltreffendheid) en of dit gebeurt tegen aanvaardbare kosten (doelmatigheid). Daarnaast werd geëvalueerd of ze niet te complex zijn voor burgers en bedrijven, alsook voor de uitvoering door de overheid.
Een regeling die op alle aspecten voldoende scoort, wordt weergegeven met groene vakjes. Tussenliggende scores worden aangeduid met geel (matig) en onvoldoende scores met rood. Als er onvoldoende informatie beschikbaar is, blijft het vakje grijs. Van 43 regelingen is er bijvoorbeeld geen informatie bekend over de doeltreffendheid en doelmatigheid. Slechts elf regelingen zijn wel bekend, bij 41 is het onzeker en 21 regelingen scoren zeker niet positief. Bovendien is bijna een kwart van de regelingen complex in de uitvoering, en voor één op de tien regelingen is het moeilijk te begrijpen of toe te passen voor burgers.
Opmerkelijk is de slechte score van de eigenwoningregeling, beter bekend als de hypotheekrenteaftrek. Hoewel deze regeling een waarde heeft van €6,7 miljard, blijkt deze slechts matig doeltreffend, niet kostenefficiënt en ingewikkeld: één geel vakje en vier rode vakjes. Ook de landbouwvrijstelling (€800 miljoen) scoort laag op meerdere punten, en er loopt momenteel een uitgebreidere evaluatie van deze regeling. Het recentelijk geëvalueerde verlaagde btw-tarief, bijvoorbeeld voor de culturele sector, blijkt vaak ineffectief en kostbaar te zijn.
Prinsjesdag
Volgens Van Rij betekent dit niet automatisch dat al deze regelingen moeten verdwijnen, zo verklaarde hij op vrijdag. Deze inventarisatie is slechts een eerste stap, en tijdens Prinsjesdag zal het kabinet beslissen hoe verder te gaan. Hoewel de evaluatie een rol speelt, is het niet het enige argument dat in overweging wordt genomen. Van Rij merkt op: “De culturele sector is al helemaal in paniek”. “We kunnen op communicatief vlak nog verbeteren. Mensen denken dat een evaluatie door ambtenaren of het CPB al het beleid van het kabinet is, maar dat is niet het geval”, aldus Van Rij.
Tijdens Prinsjesdag zal het kabinet een reactie geven op het onderzoek naar de 116 regelingen. Mogelijk worden daar voorstellen gepresenteerd om een aantal regelingen te versoberen of aan te passen in het Belastingplan 2025. Van Rij denkt bijvoorbeeld aan het omzetten van een fiscaal voordeel naar een subsidie als dat effectiever blijkt te zijn, vergelijkbaar met wat eerder is gedaan met de monumentenaftrek. Hij sluit echter ook niet uit dat geld teruggaat naar de schatkist, zoals afgesproken in de voorjaarsnota bij de beperking van de bedrijfsopvolgingsregeling voor familiebedrijven, aldus het FD.