Vorig jaar deed hoogleraar Jan Vleggaart flink wat stof opwaaien toen hij zich kritisch uitsprak over zijn collega’s met een dubbele pet. Tijdens zijn oratie aan de Universiteit Leiden zei hij dat collega’s met een baan bij een belastingadvieskantoor opvallend vaak standpunten innemen die goed uitpakken voor de klanten van die kantoren. De hoogleraar stelde verder dat de dubbele functies afdoen aan de geloofwaardigheid van de belastingwetenschap.
Onderzoek: tien jaar, 63 auteurs
Vleggaart onderbouwde zijn standpunt destijds niet met cijfers maar hij riep wel op tot onderzoek naar de onafhankelijkheid van zijn commerciële collega’s. Een dergelijk onderzoek is nu verschenen. Daan Notenboom, werkzaam bij advieskantoor Meijburg & Co, analyseerde voor zijn master aan de Universiteit van Amsterdam 526 artikelen van de laatste tien jaar.
De auteurs zijn 63 hoogleraren belastingrecht en fiscale economie, sommigen met commerciële nevenfunctie en anderen zonder. Het resultaat publiceerden Notenboom samen met zijn begeleider Renier Kooiman, verbonden aan advieskantoor Deloitte, in het vaktijdschrift NLFiscaal.
Wenig verschil
De conclusie van het onderzoek luidt dat de standpunten tussen de wetenschappers met en zonder dubbele pet maar weinig uiteen lopen wanneer het gaat over het geldend recht. Dus wetgeving die nu van toepassing is. Er is nauwelijks verschil tussen neutraal, pro en contra belastingplichtigen. Ongeveer de helft van de artikelen is als neutraal te kwalificeren.
Dat laatste geldt ook voor de stukken over wenselijk recht. Oftewel hoe het recht zou moeten zijn. In die categorie zijn hoogleraren met een dubbele pet wel vaker op de hand van de belastingplichtigen dan degenen zonder een commerciële baan, en dus zonder commercieel belang bij de wetgeving.
Huidig recht relevanter
Volgens de onderzoekers is het voor de onafhankelijkheid echter relevanter om naar het geldend recht te kijken. De uitleg over de nu geldende wetgeving moet zo neutraal mogelijk zijn menen Noteboom en Kooiman. Het hoeft bovendien niet zo te zijn dat de hoogleraren met dubbele pet zich door hun commerciële baan laten leiden als zij opkomen voor belastingbetalers.
Andersom kan ook. Ze kunnen ook juist bij een advieskantoor werken omdat het helpen van cliënten aansluit bij hun visie op het belastingrecht. De conclusie van het onderzoek is dus dat het niet duidelijk de ene of andere kant op wijst. Er is dus ook geen reden om een standpunt van een hoogleraar met een andere advies baan te wantrouwen.
Reactie Vleggeert
In een reactie complimenteert Vleggeert de onderzoekers met het de geklaarde klus. Maar de conclusie deelt de hoogleraar niet. Ook niet op basis van het onderzoek. Hij wijst daarbij op de opmerking van Notenboom en Kooiman dat hoogleraren met een dubbele pet opvallend weinig in de pen klimmen als belastingplichtigen voordeel hebben van het geldend recht maar de uitkomst ongewenst is.
Bijvoorbeeld een belastinglek waarvan multinationals profiteren terwijl belastingontwijking ongewenst is. ‘Deze observatie ondersteunt volledig wat ik in mijn oratie heb gezegd’, aldus Vleggeert, in het FD.