Grote Europese banken zijn nog altijd volop aanwezig in zogenaamde belastingparadijzen, ondanks de inspanningen om belastingontwijking tegen te gaan. Gemiddeld boeken de banken 14% van hun winst in de fiscale toevluchtsoorden sinds 2014. Dat blijkt ui onderzoek van het EU Tax Observatorium naar de activiteiten van 38 Europese banken. Wel zijn er aanzienlijke verschillen per bank.
Verschuiven van winsten
Er werd voor het onderzoek specifiek gekeken naar de activiteiten van de banken in landen met geen of weinig winstbelasting. Voorbeelden daarvan zijn Bermuda, Qatar en Hongkong. Maar ook dichterbij huis Ierland of Luxemburg. Ook de aanwezigheid van de drie Nederlandse grootbanken werd onderzocht door het onafhankelijke onderzoeksinstituut en werd gefinancierd door Brussel.
Overheden hebben de afgelopen jaren juist geprobeerd om het verschuiven van winsten naar niet of laag belastende landen aan banden te leggen. De conclusie van het onderzoek dat de winstbijdrage van de paradijzen bij de banken vrijwel onveranderd blijkt is daarom opvallend, schrijft het FD.
Winst per medewerker
De winst blijkt in verhouding hoger dan het beperkte aantal medewerkers in de laag belastende landen. Volgens de onderzoekers betekent dat niet per se dat de banken winsten doorsluizen om belasting te ontwijken. Maar het laat wel zien dat het nog steeds loont om zaken te doen in de fiscale vrijhavens. Ondanks alle inspanningen van bijvoorbeeld de Oeso en de Europese Unie.
Uit het onderzoek blijkt dat de onderzochte banken samen 14% van hun winst in belastingparadijzen maken. Terwijl daar 4% van hun personeel werkt. Per werknemer komt de winst daarmee neer op gemiddeld €238.000 per jaar. Op thuismarkten ligt dit op €63.000. In het buitenland is de winst per medewerker €68.000.
Koplopers
De winstmarge blijkt ook hoog wanneer de winst voor belastingen wordt afgezet tegen de netto-opbrengst. Het gemiddelde voor de onderzochte jaren lag tussen de 50% en de 58% voor de zeventien landen op de lijst van belastingparadijzen. Op eigen grond lag dit tussen de 20% en de 26%. Voor andere buitenlandse vestigingen tussen de 34% en de 36%. Volgens het onderzoek behoort Nederland daar overigens niet toe.
Hoeveel winst er wordt geboekt verschilt sterk. HSBC is koploper. De bank uit Groot-Brittannië behaalt bijna 60% van zijn winst in belastingparadijzen, zo blijkt uit de sinds 2014. Een groot deel daarvan haalt de bank in Hongkong dat als investering hub voor China dient. Andere banken die hoog in de lijst staan zijn het Italiaanse Monte dei Paschi en Intesa Sanpaolo, Deutsche Bank en Norddeutsche Landesbank, en de eveneens Britse banken Barclays en Standard Chartered.
Nederlandse banken
Onder meer bij de koploper HSBC is het winstaandeel tussen 2014 en 2020 zelfs toegenomen. Dat geldt ook voor Rabobank. Al gaat het wel om een veel kleiner deel van zijn winst. In de periode 2014-2016 kwam gemiddeld 3,6% van de winst van de Rabobank uit deze landen. De twee jaar daarna was dat 4,5%.
De winst van ABN verdween bijna helemaal over diezelfde twee periodes. Het aandeel van de totale winst nam af van 2,2% naar 0,8%. Het aandeel van de totale winst nam af van 2,2% naar 0,8%. ING had bijna een halvering van de winstbijdrage. Daarnaast laten nog veertien andere banken een teruggang zien, aldus het FD.