Er is misschien nog een sprankje hoop voor de spaarders die te veel belasting betaalden in de jaren 2017 en 2018 en geen bezwaar aantekenden. Althans dat denken enkele fiscalisten. De betreffende belastingbetalers kunnen de fiscus om een zogenaamde ‘ambtshalve vermindering’ van de belastingaanslag vragen.
Massaalbezwaarprocedure
Een van die fiscalisten is Angelique Perdaems van Hertoghs Advocaten, haar kantoor is gespecialiseerd in fiscaal recht en strafrecht. Perdaems onderzoekt de mogelijkheden van de spaarders die niet meededen aan de massaalbezwaarprocedure regen de spaartaks over 2017 en 2018, schrijft het FD.
Het arrest van de Hoge Raad van twee weken geleden gaf de 60.000 spaarders die bezwaar maakten de mogelijkheid om eventueel teveel betaalde belasting terug te vragen. Ze krijgen geld terug als het werkelijk behaalde rendement over die jaren lager was dan het veronderstelde fictieve rendement.
Uitzondering
Eerst leek vast te staan dat iedereen die destijds geen bezwaar aantekende konden zwaaien naar hun geld. Maar volgens Perdaems zegt het arrest en de mogelijkheden nog te onderzoeken en de mogelijkheden liggen niet voor het oprapen, benadrukt ze. De fiscalist raadt hoe dan ook aan om een verzoek in te dienen voor een ambtshalve vermindering van de belastingaanslag.
Die mogelijkheid heeft men tot vijf jaar na dato. Een bezwaar moet binnen zes weken na de aanslag ingediend zijn. Een ambtshalve vermindering vindt plaats wanneer een aanslag achteraf onjuist blijkt te zijn geweest. De staatssecretaris van Financiën heeft overigens een uitzondering gemaakt wanneer die onjuistheid voortkomt uit nieuwe rechterlijke uitspraken gedaan nadat de aanslag is vastgesteld, aldus het FD.
Civiele procedure
Volgens Perdaems is het nog de vraag of die beperking wel stand houdt met het nieuwe arrest van de Hoge Raad. De beperking staat niet in de wet benadrukt de fiscalist. Volgens de Raad is de spaartaks in strijd met het eigendomsrecht en dus inbreuk op de rechten van de mens. Dat kan ervoor zorgen dat de beperking geen standhoudt en dus de kans op een ambtshalve vermindering vergroten.
Ook belastingadviseur Ronald Scharrenburg van PwC, acht die weg niet geheel kansloos. De minister van Financiën kan namelijk anders beslissen en verzoeken tot vermindering alsnog honoreren. Het balletje ligt daarmee dus weer in Den Haag en niet bij rechter. Naar de civiele rechter stappen is ook nog een mogelijkheid wanneer er sprake is van een juridisch ondoorzichtige situatie. Je zou kunnen beargumenteren dat voor veel belastingplichtigen de situatie onduidelijk is geweest, aldus het FD.