Er is nog geen EU-akkoord bereikt over een minimumtarief winstbelasting voor multinationals. Polen heeft als enige EU-land tegen gestemd bij een vergadering van de Europese ministers van Financiën. Dat is vervelend omdat de wet alleen kan worden ingevoerd als alle landen voor stemmen. Het nieuwe minimumtarief in van 15 procent vennootschapsbelasting is onderdeel van een wereldwijd plan tegen belastingontwijking.
Regels omtrent winstverdeling
Het nieuwe tarief gaat enkel gelden voor de grootste multinationals met een jaaromzet van 750 miljoen of meer. De Amerikaanse president Biden kwam vorig jaar met een voorstel voor het minimumtarief. De rijke landenclub Oeso was echter al langer bezig met een dergelijke maatregel. Na Biden volgde eerst de G7, daarna de G20 en uiteindelijk bereikten 136 landen een wereldwijd akkoord voor een winstbelasting van minimaal 15 procent.
Zo’n akkoord betekent dat de landen niet meer onderling zullen concurreren met lage tarieven in de winstbelasting om zo bedrijven aan te trekken. De reden voor de Poolse blokkade is omdat het land wil dat een ander onderdeel van het plan tegelijkertijd wordt ingevoerd. Dat onderdeel gaat over de regels omtrent hoe bedrijven winsten over landen mogen verdelen. Zoals wanneer een bedrijf het hoofdkantoor in het ene land heeft staan maar producten verkoopt in een ander land.
Momentum
Wat de gevolgen zijn van het dwarsliggen van polen is nog onduidelijk. Maarten de Wilde denkt dat het momentum zou kunnen wegglippen. Hij is hoogleraar belastingrecht aan de Erasmus Universiteit en tevens werkzaam bij PwC. Polen neemt immers een stevige positie in. “De plannen voor de herverdeling van winsten zijn minder vergevorderd en lastiger wereldwijd te bereiken.”, aldus De Wilde.
Veruit de meeste EU-landen hanteren al een winstbelasting-tarief van 15 procent of meer. Polen zelf ook. Alleen Cyprus (12,5 procent), Ierland (12,5 procent) en Hongarije (9 procent) hebben nog een lager tarief, aldus NOS.