Er is veel te weinig zicht op het belastinggedrag van goededoelenorganisaties. De fiscus controleert nauwelijks of de organisaties wel recht hebben op de fiscale voordelen waar ze gebruik van maken. De kans op fraude is daardoor aanzienlijk stelt een adviescommissie. De commissie werd aanvankelijk ingesteld om te onderzoeken of zogenaamde Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s) getoetst moeten worden op onderschrijving van de Nederlandse grondrechten.
Steekproefsgewijze controle
Staatssecretaris Marnix van Rij stuurde het advies van de commissie bestaande uit twee hoogleraren en een rechter, dinsdag naar de Tweede Kamer. Er staan in Nederland circa 45.000 ANBI’s geregistreerd. De groep bestaat naast fondsen voor goede doelen ook uit kerken, culturele instellingen, woningcorporaties en milieuclubs. ANBI’s zijn bijvoorbeeld vrijgesteld van schenk- en erfbelasting en hun donateurs mogen giften aftrekken van de inkomstenbelasting. In 2018 kostte dit schatkist ruim €600 miljoen.
De adviescommissie kwam erachter dat het ANBI-team van de fiscus bijna niets anders doet dan aanvragen beoordelen voor de bijzondere fiscale status. Er wordt door vijf medewerkers steekproefsgewijs gecontroleerd of de erkende instellingen aan hun jaarlijkse publicatieplicht voldoen. Bij ongeveer 20% is dat niet het geval, meestal omdat ze niet langer actief zijn, schijft het FD.
Zelfregulering
Enige andere mate van toezicht is verwaarloosbaar stelt de commissie. Zo wordt er nauwelijks gecontroleerd of een instelling voldoet aan de voorwaarde dat 90% van de ANBI-activiteiten ten goede komt aan het algemeen nut. De conclusie is helder: het gebrek aan toezicht en het ontbreken van sancties zet de deur wagenwijd open voor misbruik. Op deze manier verdwijnt geld dat was bestemd voor een goed doel bijvoorbeeld in de verkeerde zakken.
Er is dus versterking nodig. De capaciteit bij de Belastingdienst moet omhoog. Maar daarnaast kunnen er ook stappen worden gezet in de zelfregulering menen de adviseurs. Zo kennen Brancheorganisaties in de filantropie al langer keurmerken waaraan strengere voorwaarden zijn verbonden en waarop wordt toegezien. Een voorbeeld is het CBF-register voor goede doelen. Zeker de grotere instellingen zouden zich bij zo’n keurmerk moeten aansluiten, stelt de commissie.
ANBI-status afnemen
De commissie werd aangesteld na zorgen vanuit de Tweede Kamer over organisaties met “verkeerde” opvattingen die fiscaal profiteren van de ANBI-status. Bijvoorbeeld Salafistische moskeeën, organisaties die homogenezing propageren of een fonds dat grond aankoopt in Israël om niet-Joden te kunnen weren, kwamen voorbij. De Kamer vroeg zich steeds af of dit soort organisaties de status af kon worden genomen.
De deskundigen stellen dat een toets aan grondrechten onwerkbaar is. Het toezien op of deze rechten wel of niet worden geschonden is daarvoor te complex. Daarbij heeft de fiscus er niet de middelen voor. De SBF, de koepel van brancheorganisaties in de filantropie, is blij met de adviezen van de commissie en sluit zich aan bij de aanbeveling om de zelfregulering te versterken, aldus het FD.