Nederlandse ondernemers zijn niet blij met het voornemen van het kabinet om de vrijstelling van aanschafbelasting (bpm) tussen 2024 en 2026 geleidelijk af te schaffen. Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland menen dat ondernemers flink in de kosten worden gejaagd en dat de maatregel niet bij zal dragen aan een schoner milieu.
Lastenverzwaring
Het gaat om de bpm-maatregel die geldt voor bestelwagens die op fossiele brandstof rijden. Het kabinet wil juist de verduurzaming van het bestelwagenpark stimuleren. Maar de werkgeversorganisaties vrezen dat de maatregel juist het tegenovergestelde zal gebeuren. Ondernemers zouden weleens geneigd kunnen zijn om oude dieselwagens in het buitenland te kopen, daarbij kan een deel simpelweg langer blijven doorrijden in de oude dieselwagen.
De oproep komt op het moment dat het kabinet bezig is met de begroting van 2023 waar op meerdere terreinen een lastenverzwaring voor het bedrijfsleven in lijkt te komen. Dat leidde dan ook al eerder tot kritiek van VNO-NCW en MKB-Nederland.
Diesel nog altijd voordeliger
De werkgeversorganisaties proberen met hun pleidooi de lastenverzwaring voor na 2023 te blokkeren. Het kabinet moet de plannen voor de afschaffing van de bpm-vrijstelling opschorten wat hen betreft. Bovendien gaan de ondernemers graag het gesprek aan met staatssecretarissen Marnix van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) en Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) over wat de juiste weg is naar de verduurzaming van het bestelwagenpark.
Volgens mkb-voorman Jacco Vonhof zijn veel ondernemers afhankelijk van hun bestelwagens, de elektrische modellen zijn voorlopig ‘nog geen reëel alternatief’. ‘De noodzaak tot verduurzamen spreekt voor zich, maar op deze manier lukt dat niet.’ Wie met zwaar beladen wagen lange afstanden moet rijden, kan nog steeds het beste voor diesel kiezen. Ook speelt het tekort aan laadpalen een rol.
De organisaties berekenden dat de nettoadviesprijs van een bestelauto op fossiele brandstof met 38% stijgt wanneer de vrijstelling weg zou vallen. De aanschafprijs van een bestelbus zou daarmee gemiddeld met meer dan €11.000 oplopen. Het kabinet becijfert op zijn beurt dat de maatregel tussen 2024 en 2020 in totaal €2,2 miljard zou besparen, aldus het FD.