De jubelton zoals de belastingvrije schenking van inmiddels €106.000 voor de aanschaf van een huis kan volgend jaar worden verlaagd naar €27.231. Dat schrijft staatssecretaris Marnix van Rij in een brief aan de Tweede Kamer. Van Rij komt binnenkort met een voorstel. Daarmee lijkt de jubelton toch sneller te verdwijnen dan aanvankelijk werd afgesproken. De afschaffing stond namelijk voor 2024 op de agenda.
Versnellen
De afschaffing werd opgenomen in het coalitieakkoord van VVD, D66 CDA en ChristenUnie. De onbelaste schenking stond al langer onder druk omdat deze zou bijdragen aan de oververhitte woningmarkt. Ook zouden jonge kopers zonder vermogende families erdoor worden benadeeld. Het afschaffen was echter pas per 2024 mogelijk vanwege ICT-problemen bij de Belastingdienst.
Een deel van de Tweede Kamer vond dat onacceptabel en drongen vorige maand aan de bij staatssecretaris om te kijken of het niet toch sneller kon. Maar ook of een verlaging van het vrijgestelde bedrag misschien wel eerder mogelijk is. ‘Het zou heel fijn zijn als duidelijk wordt wat nou echt niet voor 1 januari 2023 kan’, aldus Kamerlid Pieter Grinwis van de ChristenUnie destijds. ‘Of het toch nog te versnellen is.’
Automatiseringstechnisch
Het afschaffen lukt ICT-technisch niet, schrijft de nieuwe staatssecretaris. Maar ‘automatiseringstechnisch’ kan de vrijstelling eigen woning wel per 1 januari 2023 worden verlaagd. Om het uitvoerbaar te houden voor de fiscus wil hij dan wel aansluiten bij het bedrag voor de eenmalige verhoogde vrijstelling van schenkingen tussen ouders en kinderen. Dat is €27.231. Daar gelden geen voorwaarden voor besteding van het geld.
Van Rij schrijft dat het in het huidige ICT-systeem wel mogelijk is de schenkingsvrijstelling voor de aankoop van een huis verder te verlagen tot €1. Maar dit is volgens de staatssecretaris niet logisch. Hij is bang dat bij de aangifte verwarring ontstaat tussen vrijstelling voor het eigen huis en vrijstelling zonder voorwaarden. De volledige afschaffing van de jubelton levert de schatkist in het eerste jaar naar schatting €8 miljoen op daarna loopt het bedrag op tot structureel €160 miljoen, aldus het FD.