De Hoge Raad verwerpt de beschuldiging van dividendstrippen tegen de Amerikaanse zakenbank Morgan Stanley en legt geen verplichting op tot het terugbetalen van tientallen miljoenen euro’s aan de fiscus. Dit is een teleurstelling voor de Belastingdienst.
Administratie deugt
In 2020 had het Amsterdamse gerechtshof nog in het voordeel van de fiscus beslist, met ABN Amro als belangrijke speler. Het hoogste rechtscollege in Nederland heeft nu dat arrest vernietigd en de zaak terugverwezen naar een ander hof voor een nieuw oordeel. De Hoge Raad benadrukt dat de administratie van de bank deugde, in tegenstelling tot eerdere uitspraken van de fiscus en het hof.
Dividendstrippen is een methode waarbij financiële instellingen en beleggers onterecht dividendbelasting terugvragen door bijvoorbeeld aandelen tijdelijk elders te plaatsen rond de dag van dividenduitkering. Deze praktijken hebben in heel Europa tot aanzienlijke verrijking geleid, ten koste van de fiscus.
Geen opzet
In Nederland zijn er nog geen definitieve gerechtelijke uitspraken over dit onderwerp, in tegenstelling tot andere landen. De uitspraak van de Hoge Raad werd met spanning verwacht binnen de advocatuur, de Belastingdienst en het Openbaar Ministerie.
Advocaat Jasper Hagers, die de vorig jaar gearresteerde voormalige Fortis-bankier Frank Vogel vertegenwoordigt, is optimistisch over het arrest. Hij stelt dat de zaak niet thuishoort in het strafrecht en dat het nu moeilijker wordt om opzettelijk onjuiste aangiften te bewijzen.
Onjuiste interpretatie
De Belastingdienst heeft sinds 2011 onderzoek gedaan naar de Morgan Stanley- en ABN Amro-zaak, waarbij meer dan 20.000 uur werk is verricht. Het vernietigen van het eerdere arrest zorgt voor aanzienlijke vertraging en wordt gezien als een tegenslag voor het Openbaar Ministerie en de Fiod.
Volgens de Hoge Raad heeft het hof de wettelijke maatregelen tegen dividendstripping juridisch onjuist geïnterpreteerd. Dit opent de deur voor de verdediging om een ‘pleitbaar standpunt’ in te nemen, wat binnen geldende wetten en regels verdedigbaar is, aldus Peter van Leusden, antifraude-expert bij Partner in Compliance.
Geen gelopen race
De Hoge Raad verwijst de zaak naar een ander gerechtshof voor nader onderzoek naar wie gerechtigd was tot de dividenden op het moment van uitkering. De persraadsheer van de Hoge Raad, Eveline Faase, benadrukt dat het nog geen gelopen race is voor de belanghebbenden.
Naast de civiele procedure loopt er ook een strafrechtelijk onderzoek, maar het is volgens een woordvoerder van het fraudeparket ‘te vroeg’ om de impact van het arrest te beoordelen. Het strafonderzoek hoeft volgens hem geen vertraging op te lopen, aangezien het aparte juridische trajecten zijn.
Duitsland heeft succes gehad in de vervolging van dividendfraude, terwijl het Nederlandse arrest laat zien dat de wet hier veel speelruimte biedt. Vorig najaar heeft Den Haag, in lijn met andere Europese landen, de wetgeving aangescherpt, aldus het FD.