De Nederlandse bijzondere fiscale regelingen voor beleggingsinstellingen zorgen voor gaten in de belastingheffing. Bovendien helpen de regelingen lang niet altijd bij het aantrekken van beleggingsfondsen. Dat is de conclusie van onderzoeksorganisatie SEO na een evaluatie van de zogeheten fiscale beleggingsinstelling (fbi). De resultaten zullen worden meegenomen bij de sanering van belastingregelingen. Nederland kent veel regelingen die het belastingstelsel nodeloos ingewikkeld maken.
Winstbelasting en dividend
De fbi’s vinden hun oorsprong in de jaren zestig en in 2007 zijn de vbi’s er bijgekomen. Beide hebben het doel om te voorkomen dat collectieve beleggingen via een fonds zwaarder worden belast dan individuele rechtstreekse beleggingen in bijvoorbeeld effecten of vastgoed, schrijft het FD.
Daarom geldt voor fbi’s een nultarief voor de winstbelasting en krijgen ze de dividendbelasting over hun beleggingen terug van de Belastingdienst. De heffing vindt vervolgens plaats bij de beleggers in het fonds. Vbi’s zijn geheel vrijgesteld van winstbelasting. SEO concludeert dan ook dat de vbi’s zich op die manier aan het zicht van de fiscus onttrekken. Vbi’s krijgen geen betaalde dividendbelasting terug maar de uiteindelijke beleggers een belastingvrije winstuitkering.
Concurrentiestrijd
Volgens de onderzoekers is het fbi-regime voor binnenlands gebruik doeltreffend en doelmatig. De regeling zorgt ervoor dat collectieve beleggingen tegen relatief lage kosten niet zwaarder worden belasting dan individuele beleggingen. Echter legt het Nederlandse regime het af in de concurrentiestrijd met Luxemburg en Ierland, blijkt uit de evaluatie. Bovendien veroorzaakt de regeling een belastinglek waar vooral grote buitenlandse vastgoedbeleggers van profiteren.
Belastingverdragen leiden er namelijk toe dat zij nauwelijks of geen belasting betalen over hun vastgoedinkomsten. Dit lek kan gedicht worden door de verdragen aan te passen, dit zal echter veel tijd kosten. SEO stelt daarom voor de eisen voor vastgoed-fbi’s aan te scherpen.
Institutionele en privébeleggingsinstellingen
Het vbi-regime schiet in de ogen van SEO zijn doel geheel voorbij. De regeling werd in 2007 ingevoerd om vooral de concurrentie met Luxemburg aan te kunnen. Die strijd is echter verloren. Van de ongeveer 1350 vbi’s zijn er slechts zo’n 30 die zich richten op een breed publiek of op institutionele beleggers, het eigenlijke doel van de fiscale regeling. Het grootste deel bestaat uit privébeleggingsinstellingen, aldus de evaluatie.
Het is bovendien een middel geworden voor directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) en rijke families om vermogen in op te potten om het betalen van belasting uit te stellen. Tot 2016 kon men vermogen waarover nog belasting verschuldigd was overhevelen zonder eerst met de fiscus af te rekenen. In dat jaar dichtte de staatssecretaris van Financiën het lek, maar hij liet bestaande gevallen daarbij buiten schot, aldus het FD.