De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) waarmee familiebedrijven fiscaal gunstig overgedragen kunnen worden naar de volgende generatie, ligt al enige tijd onder vuur. Het Centraal Planbureau (CPB) schrijft nu ook in een langverwachte evaluatie dat de regeling ondoelmatig is. Het CPB voerde het onderzoek naar de BOR uit in opdracht van het kabinet.
Betalingsregeling voldoende
De veelgebruikte regeling moet voorkomen dat een nieuwe generatie het familiebedrijf moet verkopen om de belasting te kunnen betalen. Daarom biedt de BOR een voorwaardelijke vrijstelling van de schenk- en erfbelasting. De onderzoekers van het CPB stellen dat de nieuwe eigenaren in een ‘substantieel deel’ van de overdrachten voldoende middelen hebben om af te rekenen met de Belastingdienst.
Het Planbureau stelt een aantal maatregelen voor om de bedrijfsopvolginsregeling doelmatiger te maken. Bijvoorbeeld de vrijstelling niet te geven wanneer wanneer er voldoende middelen zijn. In zo’n geval zou een ruimere betalingsregeling voldoende moeten zijn. Het is nog maar de vraag of de aanbevelingen worden overgenomen. Minister van Economische Zaken Mickey Adriaansens kon daar nog niets over zeggen. De inhoudelijke reactie van het kabinet op de evaluatie volgt op een later moment.
Afschaffen
Er zouden bovendien ook hogere eisen gesteld kunnen worden aan de omvang van het belang en de betrokkenheid bij de onderneming. De regeling mag nu ook gebruikt worden zonder dat eigenaren rechtstreeks betrokken zijn bij het bedrijf of slechts een kleine aandeelhouder zijn.
Afschaffing van de regeling zou echter een doemscenario zijn, waar de werkgeversorganisaties al langer voor vrezen. MKB-voorzitter Jacco Vonhof benadrukte onlangs nog in het FD hoe belangrijk de BOR is. ‘Er zijn rafelrandjes. Sommige vermogensbestanddelen zouden er niet onder moeten vallen’, zei Vonhof. ‘Maar afschaffen? Dan eindigen al die familiebedrijven bij private equity. Een hele set pareltjes zó voor de zwijnen.’