Het kabinet heeft op het nippertje toch nog toegegeven aan de linkse oppositie. Werkgevers krijgen minder gerichte compensatie voor de verhoging van het wettelijk minimumloon dan eerst de bedoeling was.
Laatste moment
Na maar liefst vier dagen debat over honderd fiscale maatregelen verdeeld over negen wetten, ontstond er op de valreep onenigheid. De vorige week aangekondigde gewijzigde maatregelen om het bedrijfsleven te compenseren voor de lastenverzwaringen van 2023, vielen geheel verkeerd bij de oppositie.
Niet speciaal vanwege de inhoud, maar vooral vanwege het late tijdstip van de aanpassingen voelde de linkse fracties zich buitenspel gezet, dat schrijft het FD.
Invloed werkgevers
Op Prinsjesdag maakte het kabinet een pakket van maatregelen van €500 miljoen bekend om de pijn van de zwaardere lasten voor het midden- en kleinbedrijf te verzachten. Op het laatste moment, na overleg met werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland kwam het kabinet met aanpassingen, waardoor de Kamer geen tijd had om haar zegje te doen over doe specifieke maatregelen.
‘Ik vind het echt een schoffering van het parlement’, zei GroenLinks-Kamerlid Senna Maatoug woensdagavond in de plenaire zaal. Daarbij wees ze naar het gebouw van de werkgeversorganisaties en concludeerde dat zij meer invloed hebben gehad dan de Kamer. Ook PvdA en SP laakten de invloed van de werkgevers.
Lage-inkomensvoordeel
In reactie op de linkse fracties zei staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst Marnix van Rij: Het is absoluut niet zo dat wij, als VNO-NCW aan de bel trekt, opschrikken en zeggen: roept u maar en wij doen het zo’. Toch erkende hij dat het proces anders had moeten lopen en bood na debat aan dat het kabinet een amendement op onderdelen van het compensatiepakket alsnog zou uitvoeren mocht een Kamermeerderheid daarmee instemmen.
Daarop konden de regeringsfracties donderdag voor een wijzigingsvoorstel stemmen dat de verruiming van het Lage-inkomensvoordeel (LIV) beperkt tot het jaar 2023 in plaats van 2023 en 2024, zoals het kabinet wilde. LIV is een tegemoetkoming voor werkgevers om meer werknemers in dienst te nemen met een laag inkomen. Het kabinet is van plan de regeling af te schaffen in 2025. Toch kan de LIV nu nog even handig worden ingezet als gerichte compensatie voor wegens de verhoging van het minimumloon met 10%.
Overige maatregelen
Het bedrag van €154 miljoen dat was uitgetrokken gaat nu terug naar de verlaging van de premie die kleine werkgevers betalen voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Twee andere maatregelen die zijn aangedragen door de werkgevers blijven wel overeind. Namelijk de indexatie van de innovatiesubsidie WBSO en de gedeeltelijk willekeurige afschrijving van bedrijfsmiddelen in 2023.
Overigens hield het kabinet op andere zaken voet bij stuk. Wensen met betrekking tot de tijdelijke vermogenstaks en de beperking van de aftrek voor periodieke giften werden niet gehonoreerd. Ook de afbouw van de inkomensafhankelijke combinatiekorting die tot grote verschillen leidt blijft staan, aldus het FD.
Meer weten over het Lage-inkomensvoordeel (LIV)?
Lees verder in Naslag ›