De Europese Unie wil btw-fraude aanpakken door middel van een centrale databank. Vanaf volgend jaar moeten betaalbedrijven internationale transacties melden. Echter, deze bedrijven maken zich zorgen dat de maatregel te breed wordt toegepast en dat veel landen er nog niet klaar voor zijn.
Grensoverschrijdende transacties
Jasper van Schijndel, partner en belastingadviseur bij PwC, benadrukt dat de tijd begint te dringen. Vanaf 1 januari moeten aanbieders van betalingsdiensten, waaronder creditcardmaatschappijen en betaalverwerkers zoals Adyen en Mollie, rapporteren over hun transacties. Deze gegevens worden gedeeld met belastingdiensten en doorgestuurd naar het Central Electronic System of Payment Information (Cesop). Het doel is om aanwijzingen voor btw-fraude te ontdekken, met name bij internetverkopen van goederen en diensten.
Vanaf 1 januari moeten betalingsdienstaanbieders in de EU gegevens van bepaalde grensoverschrijdende transacties delen met belastingdiensten. Deze gegevens worden geanalyseerd in de Cesop-databank om btw-fraude op te sporen, vooral bij internetverkopen.
Doel voorbij
Betalingsbedrijven zijn verplicht om vanaf 1 januari betaalgegevens te registreren en te rapporteren zodra bedrijven of particulieren meer dan 25 betalingen in een kwartaal uit het buitenland ontvangen, ongeacht het bedrag. Van Schijndel vindt dat dit te ver gaat, aangezien ook niet btw-plichtige betalingen in de databank belanden, zoals prijzen gewonnen door deelname aan kansspelen in het buitenland.
In de internetconsultatie wees de Nederlandse Vereniging van Banken op vrijgestelde diensten, zoals grensoverschrijdende financiële diensten en onderwijsdiensten. Hoewel deze diensten zijn vrijgesteld van omzetbelasting, vallen ze wel onder de meldingsplicht. De NVB vindt dat de centrale databank zijn doel voorbij schiet en roept op tot heroverweging op EU-niveau.
In de schriftelijke behandeling van het wetsvoorstel kon staatssecretaris Marnix van Rij van Fiscaliteit niet inschatten hoeveel meldingen betaalbedrijven zouden doen. Hij gaf aan dat het in de hele EU om miljarden transacties per jaar gaat.
Problemen toegenomen
Er zijn geen recente schattingen over de omvang van de btw-fraude in de EU. Het btw-gat, het bedrag aan misgelopen omzetbelasting, is echter de afgelopen jaren aanzienlijk kleiner geworden. In twee jaar tijd is het geschatte bedrag gedaald van €123 miljard in 2019 naar €61 miljard in 2021. In het verleden schatte de Europese Commissie dat fraude verantwoordelijk was voor een kwart van dit btw-gat.
Ondanks de suggestie van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) om in Europees verband te heroverwegen, is er geen actie ondernomen. Volgens Anjeni Pancham, bestuurslid van de Vereniging Betaal Instellingen Nederland (VBIN), zijn de problemen voor betalingsdienstaanbieders sinds de zomer juist toegenomen. Betaalbedrijven moeten nu grensoverschrijdende overboekingen binnen de EU rapporteren aan de belastingdienst van het land van de verkoper.
Onduidelijk
Voor elektronische betaaldiensten is dit complex vanwege het ontbreken van vestigingen in veel landen. Deloitte meldde in oktober dat negen EU-landen hun nationale wetgeving nog niet hadden afgerond. Sommige landen, waaronder Ierland, Griekenland en Malta, hadden zelfs nog geen wetsvoorstel voor behandeling in hun nationale parlementen.
Van Schijndel, benadrukt dat voor twaalf EU-landen nog niet duidelijk is hoe zij de vereiste betalingsgegevens willen ontvangen. Ondanks een tijdelijk en beperkt rapportagesysteem dat Nederland vanaf 1 januari kan hanteren, blijft de onzekerheid bestaan. Hij dringt er bij klanten op aan om de benodigde gegevens voor melding alvast klaar te zetten.
Implementatie van de richtlijn
Hoewel staatssecretaris Marnix van Rij van Fiscaliteit aangaf dat vertraging in andere landen geen directe invloed heeft op de Nederlandse Belastingdienst, erkent de NVB dat het voor bedrijven vervelend zou zijn als niet alle lidstaten op tijd klaar zouden zijn. De Belastingdienst gaf vorige week aan niet op de hoogte te zijn van de implementatie van de richtlijn in andere EU-lidstaten.
De NVB meldt dat Nederlandse banken en de Belastingdienst klaar zijn voor Cesop, maar voegt eraan toe dat de rapportage bij de belastingdienst van het land van de ontvanger moet plaatsvinden, wat de invoering van Cesop afhankelijk maakt van veel meer factoren dan gebruikelijk is, aldus het FD.