In vervolg op het VAT Action Plan, dat in 2016 werd gelanceerd, heeft de Europese Commissie eind 2017 onder meer voorstellen gepresenteerd voor een ‘definitief’ btw-systeem. Het gaat daarbij vooral om vérgaande hervormingen op het gebied van intracommunautaire goederentransacties. Die moeten in 2022 zijn doorgevoerd.
René van der Paardt, hoogleraar verbruiksbelastingen aan de Erasmus Universiteit en tax partner bij AKD, geeft zijn visie op de voorstellen.
De hervormingen zijn met name bedoeld ter bestrijding van carrouselfraude. Gaat dat lukken?
‘Het huidige btw-systeem is gevoelig voor grensoverschrijdende btw-fraude. Dat kost de Europese Unie naar schatting 50 miljard euro op jaarbasis. Hervormingen zijn dus zeker noodzakelijk. De voorstellen zijn bedoeld om btw-fraude fors te beperken. Daarnaast zijn er voorstellen om de administratieve uitwisseling van gegevens en de samenwerking tussen de belastingdiensten te verbeteren, waardoor fraudeurs sneller worden opgespoord. Tot nu toe heeft men eigenlijk alleen brandjes kunnen blussen, met name door invoering van het snelle reactie mechanisme.1 De lidstaten kunnen daarmee als er fraude wordt ontdekt, bijvoorbeeld met de verkoop van CO2-emissierechten, van de Europese Commissie een machtiging krijgen om tijdelijk een verleggingsregeling in te voeren. Die kan dan ook worden toegepast op binnenlandse transacties. Maar in feite is dat een noodoplossing.’
Zou carrouselfraude niet het beste kunnen worden bestreden met de invoering van een algehele verleggingsregeling?
‘Dan kom je uit op een vorm van kleinhandel. Er zit dan immers alleen nog maar btw in de laatste schakel. Alle voorgaande transacties vallen immers onder de algemene verleggingsregeling. Dat neemt carrouselfraude wel weg, maar roept ook weer andere problemen op. Het missen van de btw in de laatste schakel is iets wat er altijd inzit, want er zijn altijd kleine zelfstandigen of detaillisten die misschien niet alles opschrijven. Berekeningen wijzen uit dat het extra gemis aan btw-inkomsten in dit systeem minder zou zijn dan de schade van de carrouselfraude in het huidige stelsel.’
Voorgesteld is om btw te gaan heffen bij intracommunautaire b2b-goederentransacties. Levert dat geen lastenverzwaring op?
‘Bij intracommunautaire b2b-transacties is de verkoper volgens het bestemmingslandbeginsel de btw verschuldigd van het land waar de afnemer zit. Er is dan nog één belastbaar feit, dat is de levering. De leverancier geeft de btw aan bij de belastingdienst van het land waar hij gevestigd is. Levert een Nederlandse ondernemer aan een andere ondernemer in Duitsland, dan is dus Duitse btw verschuldigd. De Nederlandse ondernemer moet die aangeven. Daartoe wordt het huidige Mini One-Stop-Shop (MOSS)-systeem voor elektronische diensten uitgebreid naar deze transacties. De Nederlandse kwartaalaangifte bestaat dan uit een aantal categorieën of blokken waarin je kunt aangeven wat je verschuldigd bent. Dan zou het ook zo moeten zijn –anders dan nu in het MOSS-systeem – dat in het buitenland betaalde btw tegelijkertijd zou kunnen worden teruggevraagd. De Nederlandse fiscus betaalt het bedrag aan btw dat de Nederlandse ondernemer in rekening heeft gebracht door aan Duitsland. De Duitse ondernemer kan die btw gewoon aftrekken. In dit systeem moet het vertrouwen aanwezig zijn dat de Nederlandse fiscus die bedragen ook daadwerkelijk aan Duitsland zal betalen.’
Dat zal tussen Nederland en Duitsland niet zo’n probleem zijn, maar tussen andere landen ligt dat misschien anders?
‘Je kunt je voorstellen dat er landen zijn in het oosten of zuiden van Europa waar de administratieve organisatie wellicht wat minder is. Dan kunnen er problemen ontstaan, bijvoorbeeld omdat de betalingen niet zo snel doorkomen naar het andere land. De Europese Commissie zal daar toezicht op moeten houden.’
Zijn we niet langzamerhand toe aan een Europese btw-autoriteit?
‘Dat zou inderdaad een volgende stap kunnen zijn. In mijn afscheidscollege preludieer ik op een Europese btw-heffing. De invoerheffingen gaan nu ook al naar Brussel. De Lidstaten mogen een percentage achterhouden als vergoeding voor de inning en administratieve lasten, maar het hoofdbedrag gaat naar Brussel. Je zou de btw-heffing ook op die manier kunnen regelen. Dat houdt in dat alle btw-opbrengsten uit alle EU-landen naar Brussel gaan. In veel landen vormt de btw 30 tot 40 procent van het totale budget. Er zou dus een groter percentage bij de lidstaten moeten worden gelaten, zodat die een deel van hun eigen btw-inkomsten kunnen behouden. Het klinkt enigszins als een Europees Utopia, maar daarmee zou de EU een zeer behoorlijk budget krijgen om bijvoorbeeld terrorisme te bestrijden en/of een Europese defensie te organiseren. Het budget daarvoor vervalt dan in de individuele landen, die nu vaak onvoldoende middelen hebben om hun defensiematerieel behoorlijk op peil te houden.’
Benieuwd naar de rest van het interview?
Werkt de link niet?
Dan bent u geen abonnee. Probeer FiscaalTotaal gratis uit >>