Tot 10 juni 2022 krijgen ondernemers alsnog de kans om hun werkelijke omzet door te geven over de subsidie perioden TVL1 2020, TVLQ4 2020 en TVLQ1 2021. Voor TVLQ2 2021 tot 20 juli. Op basis van de werkelijk omzet wordt het definitieve subsidiebedrag bepaald. Geven ondernemers deze werkelijke omzet niet door dan zal RVO de definitieve subsidie zelf vast moeten stellen op basis van gegevens van de Belastingdienst. Dit kan nadelig uitpakken voor de ondernemer. Zijn er geen gegevens bekend bij de Belastingdienst, dan kan het zelfs betekenen dat de subsidie op €0 wordt vastgesteld. Het voorschot moet dan worden terugbetaald.
De regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) voor ondernemers is opgebouwd uit twee fases. De eerste fase is erop gericht om op basis van een geschatte omzetderving een ondernemer zo snel mogelijk 80% van het subsidiebedrag te verlenen. In de tweede fase wordt op basis van de werkelijk omzet het definitieve subsidiebedrag vastgesteld. In deze fase zijn drie mogelijke uitkomsten. Het omzetverlies is gelijk aan de opgegeven schatting, de ondernemer ontvangt dan de laatste 20% subsidie. Is het omzetverlies hoger, dan ontvangt de ondernemer een hogere subsidie. Is het omzetverlies lager, dan ontvangt de ondernemer minder dan 20% of moet (een deel van) van het voorschot terugbetaald worden.
Laatste kans
Voor bovengenoemde subsidieperioden ontvingen de ondernemers al meerdere malen een oproep om hun werkelijke omzetgegevens door te geven. RVO stelt ondernemers nu nog eenmaal in de gelegenheid om in een laatste “veegronde” alsnog de werkelijke omzetgegevens door te geven. In deze 4 subsidieperioden zijn er 283.267 voorschotten verleend, 256.626 subsidies zijn al definitief vastgesteld.
Geen omzet doorgeven?
Als de ondernemer geen omzet doorgeeft dan stelt RVO de werkelijke subsidie vast met gegevens die beschikbaar zijn bij de Belastingdienst. Dat kan soms nadelig voor de ondernemer uitpakken. Er zijn situaties waarin RVO de subsidie op €0 moet vaststellen als de ondernemer geen werkelijke omzet gegevens door geeft. Dat is het geval indien bij de Belastingdienst omzetgegevens ontbreken. Voor deze ondernemers heeft RVO dan onvoldoende informatie om de hoogte van de subsidie te kunnen vaststellen. Ook als bij ondernemers van wie de subsidie hoger is dan € 125.000 en waarbij de accountantsverklaring ontbreekt wordt de subsidie op €0 vastgesteld. Deze ondernemers hebben geen vaststellingsverzoek én geen accountantsverklaring ingediend.
Daarmee voldoen ze niet aan de TVL-voorwaarden en hebben ze geen recht op subsidie. Een accountantsverklaring is namelijk nodig om de omzetgegevens te controleren en de hoogte van de subsidie te kunnen vaststellen. Bij ondernemers van wie de omzetgegevens, zoals bekend bij de Belastingdienst, niet representatief zijn lopen ook het risico om op €0 te worden vastgesteld. In de praktijk komt dit erop neer dat de gegevens die de ondernemer bij subsidieverlening opgegeven heeft zó ver afwijken van de Belastingdienstgegevens, dat geen sprake is van een representatieve omzet. Hierdoor kan de subsidie niet vaststellen.
Ruime terugbetalingsregeling
Indien ondernemers niet de werkelijke omzet doorgeven omdat zij vrezen dat zij (een deel van) het voorschot moeten terugbetalen, RVO hanteert zeer ruime terugbetalingsmogelijkheden. Terugbetalen kan in 6, 12, 18 of 24-maandelijkse termijnen, zonder rente. Ook een persoonlijke terugbetaalregeling behoort tot de mogelijkheden tot een periode van 5 jaar. Bedragen lager dan 500 euro worden door RVO kwijtgescholden.
Doorgeven werkelijke omzet voor subsidie periode TVLQ3 2021
Sinds 16 mei 2022 is het voor ondernemers mogelijk om de werkelijke omzet door te geven over de subsidie periode TVLQ3. Dit is geen onderdeel van de veegronde. Dit is de reguliere vaststellingsperiode om de werkelijke omzet door te geven. In TVLQ3 2021 ontvingen 33.651 ondernemers een voorschot.