Het kabinet voert zes nieuwe belastingmaatregelen in om ondernemers in de coronatijd te steunen. De maatregelen geven ondernemers meer financiële ruimte, bovenop de belastingmaatregelen die al zijn genomen. De maatregelen omvatten een verlaging van het gebruikelijk loon bij omzetdaling, versoepeling van het urencriterium voor zzp’ers, versoepeling van de werkkostenregeling, verliezen eerder verrekenen, uitstel van de wet excessief lenen bij eigen vennootschap en een betaalpauze voor hypotheekverplichtingen.
De maatregelen worden nog verder uitgewerkt, zodat ze snel in kunnen gaan. De zes maatregelen die nu aangekondigd zijn:
1. Verlaging van het gebruikelijk loon bij omzetdaling
Onder meer in het MKB werken veel ondernemers zelf mee in de vennootschap waarin zij een aanmerkelijk belang hebben. Zij moeten loonheffingen betalen over een loon dat passend is bij de arbeid die ze verrichten. Ook als de onderneming minder of geen omzet behaalt. Omdat er door de coronacrisis veel omzetverlies is, mogen ondernemers tijdelijk van een lager loon uitgaan, wat in verhouding staat tot de omzetdaling van het bedrijf. De vormgeving zal vergelijkbaar zijn met eenzelfde regeling tijdens de kredietcrisis in 2009.
Dit kennisdocument over gebruikelijk loon vindt u mogelijk ook interessant
2. Versoepeling urencriterium
Ondernemers hebben recht op verschillende soorten ondernemersaftrekken. De bekendste is de zelfstandigenaftrek, maar hier kunnen ondernemers alleen gebruik van maken als ze 1225 uur per jaar aan hun onderneming besteden en ondernemer zijn voor de inkomstenbelasting. Om te voorkomen dat ondernemers het recht op de aftrek verliezen, zal de Belastingdienst van 1 maart 2020 tot 31 mei 2020 er vanuit gaan dat deze ondernemers ten minste 24 uur per week aan de onderneming hebben besteed. Ook als dit niet daadwerkelijk het geval is. Voor ondernemers die seizoensafhankelijk werken, zoals horeca of de festivalbranche, wordt ook geregeld dat ze onder de versoepeling vallen.
3. Werkkostenregeling
Door de werkkostenregeling kunnen werkgevers onbelaste vergoedingen aan werknemers geven. De vrije ruimte die werkgevers hebben wordt eenmalig verhoogd van 1,7 procent naar 3 procent voor de eerste 400.000 euro van de loonsom per werkgever. Werkgevers die daar ruimte voor hebben, kunnen hun werknemers in deze periode extra tegemoet komen, bijvoorbeeld door het versturen van een bloemetje of een cadeaubon.
4. Fiscale coronareserve in de vennootschapsbelasting
Het wordt mogelijk, voor bedrijven die belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting, om verliezen die zij dit jaar verwachten te lijden, alvast in aanmerking te nemen bij het bepalen van de winst van 2019. Normaal kan dit ‘verrekenen’ pas plaatsvinden bij het doen van de aangifte vennootschapsbelasting 2020. Het kabinet geeft aan het onwenselijk te vinden als bedrijven zo lang moeten wachten op die mogelijkheid. Daarom zal het kabinet het voor deze bedrijven mogelijk maken om voor de vennootschapsbelasting het verwachte verlies voor het jaar 2020 door de coronacrisis als fiscale coronareserve ten laste van de winst van 2019 te brengen. Hierbij geldt dat de coronareserve niet hoger mag zijn dan de winst van 2019.
5. Uitstel wetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap
Het wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’ heeft als doel om fiscaal gedreven belastinguitstel door directeur-grootaandeelhouders (dga’s) te ontmoedigen. Dit wordt nu een jaar uitgesteld tot 1 januari 2023. Dga’s hebben daardoor tot eind 2023 om zich voor te bereiden en schulden aan de eigen vennootschap die hoger zijn dan 500.000 euro af te lossen. Dit is exclusief de eigenwoningschuld.
Lees ook dit kennisdocument over excessief lenen van de eigen bv
6. Betaalpauze voor hypotheekverplichtingen
Kredietverstrekkers zoals banken willen klanten een betaalpauze van rente en aflossing aanbieden voor maximaal zes maanden, als zij door de coronacrisis tijdelijk niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Voor hypotheken, waarvoor een fiscale aflossingsverplichting geldt, moet dit volgens de huidige fiscale regels bij een pauze in 2020, uiterlijk in 2021 worden terugbetaald. Dit beleidsbesluit regelt twee zaken:
- De aflossingsachterstand hoeft niet uiterlijk 31 december 2021 te worden betaald, maar mag worden uitgesmeerd over de resterende looptijd van maximaal 360 maanden.
- Er kan ook voor gekozen worden om de resterende lening te splitsen. Daardoor hoeven de zes maanden achterstand niet per definitie te worden uitgesmeerd over de resterende looptijd, maar kan dit ook apart binnen bijvoorbeeld vijf jaar worden afbetaald.