Vanaf 1 januari 2022 zijn voor de vennootschapsbelasting verliezen onbeperkt verrekenbaar naar de toekomst. Achterwaarts blijven verliezen één jaar verrekenbaar. Dit betekent voor uw klanten meer mogelijkheden om opgebouwde verliezen alsnog te verrekenen. Toch is er wel een nuancering voor.
Voorwaarden onbeperkte verliesverrekening
Aan de onbeperkte verliesverrekening zitten wel enkele voorwaarden. Zo kan uw klant in een jaar niet meer dan één miljoen euro verlies verrekenen. Het bedrag daarboven is (maar) voor 50% verrekenbaar. Het restant schuift door naar de toekomst.
Daarnaast heeft de wijziging van de verliesverrekening effect op overige faciliteiten binnen de vennootschapsbelasting. Eén van de faciliteiten waarop de wijziging van de verliesverrekening invloed heeft, is de kwijtscheldingswinstvrijstelling. Het doel van deze vrijstelling is dat zakelijke kwijtscheldingen niet tot te betalen belasting leiden. Daarbij geldt dat een belastingplichtige eerst zijn verliezen moet inlopen, voordat hij de kwijtscheldingswinstvrijstelling toe kan passen.
De kwijtscheldingswinstvrijstelling
De kwijtscheldingswinstvrijstelling kent zijn oorsprong in een arrest van de Hoge Raad van 16 mei 1932. Hierin overweegt de Hoge Raad dat van de schuldenaar niet kan worden verwacht dat, wanneer zijn schuld wordt prijsgegeven hij daarover belasting moet betalen.
In latere rechtspraak is daar een beperking aan toegevoegd. Voordat gebruik kon worden gemaakt van deze vrijstelling, moesten eerst de verrekenbare verliezen op worden gemaakt zodat de schuldenaar geen dubbel voordeel zou krijgen (verrekenbare verliezen en een winstvrijstelling voor de kwijtscheldingswinst). In 1964 is de kwijtscheldingswinstvrijstelling uiteindelijk opgenomen in de wet inkomstenbelasting.
Uit de geschiedenis van de kwijtscheldingswinstvrijstelling komt duidelijk naar voren dat het niet wenselijk is om schuldenaren belasting te laten betalen wanneer een schuld op zakelijke gronden wordt kwijtgescholden. Daarentegen moet die schuldenaar wel zijn verrekenbare verliezen inlopen voordat hij de kwijtscheldingswinstvrijstelling toe kan passen.
Samenloop onbeperkte verliesverrekening en kwijtscheldingswinstvrijstelling
Wanneer een belastingplichtige in een jaar meer dan één miljoen winst en meer dan één miljoen verrekenbare verliezen heeft, dan kan hij op basis van de nieuwe wetgeving niet het volledige bedrag verrekenen. Een deel van de verliezen schuift dan door naar een volgend jaar. De kwijtscheldingswinstvrijstelling is pas van toepassing als álle verliezen zijn verrekend. Daardoor kan een zakelijke kwijtschelding toch tot te betalen vennootschapsbelasting leiden. Hoewel dit vanuit de achtergrond van de kwijtscheldingswinstvrijstelling een ongewenste situatie is, heeft de wetgever dit niet als een belemmering gezien om de wetswijziging voor de verliesverrekening per 1 januari 2022 op deze wijze in te voeren.
Conclusie
Met de nieuwe wetgeving voor verliesverrekening komt de toepassing van kwijtscheldingswinstvrijstelling in het geding. Immers in situaties van forse winsten en forse verrekenbare verliezen betaalt een schuldenaar toch over een deel van het kwijtgescholden bedrag vennootschapsbelasting, omdat hij niet zijn volledige verrekenbare verliezen kan verrekenen. Uiteraard speelt dit door de drempel van één miljoen euro alleen in uitzonderlijke situaties, maar het maakt wel inbreuk op de achtergrond van de kwijtscheldingswinstvrijstelling.
Mogelijk is de eerdere rechtspraak aanleiding om toepassing van de kwijtscheldingvrijstelling in dit soort situaties aan de rechter voor te leggen.