In 2010 is naar aanleiding van een uitzending van Radar het zogenaamde tweetrapstestament zeer bekend geworden. Sindsdien hebben we het ook wel over het Radar-testament. Het opnemen van een tweetrapsmaking kan de belastingheffing in sommige situaties aanzienlijk beperken. Maar de tweetrapsmaking is een bewerkelijke bepaling en in de meeste situaties is de werking van een tweetrapsmaking niet optimaal.
Hoe werkt de tweetrapsmaking?
Door een tweetrapsmaking op te nemen in het testament bepaalt de erflater naar wie de nalatenschap gaat bij overlijden van zijn of haar erfgenaam. De eerste erfgenaam erft als bezwaarde onder de ontbindende voorwaarde dat bij overlijden van de erfgenaam het restant terug in de nalatenschap van de erflater gaat. Vervolgens wordt in het testament een tweede erfgenaam benoemd. Deze erfgenaam erft als verwachter onder opschortende voorwaarde van overlijden van de eerste erfgenaam. Op die manier erft de tweede erfgenaam rechtstreeks van de erflater. Tussen het overlijden van erflater en het overlijden van de erfgenaam die als bezwaarde erft, moeten de erfgenamen wel een administratie voeren van de nalatenschap.
Tweetrapsmaking lang niet altijd interessant
De tweetrapsmaking heeft in 2010 niet voor niets veel aandacht gekregen, het is dan ook niet zo dat de bepaling in alle gevallen nadelig is. Bij mensen waarbij het grootste deel van hun vermogen ‘in de stenen’ zit, komt de tweetrapsmaking wel tot zijn recht.
Voorbeeld
Astrid en Theo zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en hebben samen twee kinderen, Bram en Anne. Ze hebben een eigen woning van € 400.000 en € 10.000 spaargeld. Theo overlijdt in 2021.
Bij overlijden van Theo bedraagt de nalatenschap € 205.000. De gehele nalatenschap wordt aan Astrid toebedeeld en de kinderen krijgen alleen een vordering op moeder. Vanwege de partnervrijstelling van € 671.910 is Astrid geen erfbelasting verschuldigd, maar de kinderen zijn ieder afgerond € 4.700 erfbelasting verschuldigd. Deze erfbelasting moet Astrid voorschieten.
Zonder tweetrapsmaking betaalt Astrid dus erfbelasting, terwijl zij weinig liquide middelen heeft.
Door de tweetrapsmaking erven de kinderen als verwachters niet direct bij het overlijden van Theo. Dit betekent dat bij het eerste overlijden helemaal geen erfbelasting is verschuldigd. Het nadeel is dat de belasting bij het overlijden van Astrid hoger zal zijn.
Naast bovenstaand voorbeeld is er nog een situatie waarbij een de tweetrapsmaking kan worden geadviseerd. Dat is in de situatie dat één van de kinderen geen partner of kinderen heeft. Stel dat Bram uit het vorige voorbeeld geen partner en kinderen heeft en hij heeft zijn zus Anne als enig erfgenaam benoemd. Na Theo komt ook Astrid te overlijden en beide kinderen erven ieder 50% van de nalatenschap van Astrid, tegen maximaal 20% erfbelasting.
Indien Astrid in haar testament een tweetrapsmaking opneemt waarin Bram erft als bezwaarde en Anne als verwachter, keert het geërfde vermogen na overlijden van Bram weer terug in de nalatenschap van Astrid. Als gevolg van de tweetrapsmaking erft Anne dan van haar moeder het resterende vermogen uit de nalatenschap. Dit betekent dat Anne niet erft tegen het ‘dure’ broer-zustarief van 30%-40%, maar tegen het voordelige ouder-kindtarief van 10%-20%. In tegenstelling tot het eerste voorbeeld levert de tweetrapsmaking in deze situatie wel een belastingbesparing op.
De bovenstaande voorbeelden laten zien dat een tweetrapsmaking in een testament in voorkomende situaties voordelig kan zijn, maar zeker niet in alle situaties. Zorg dat je goed in beeld hebt of je klant een tweetrapstestament heeft en ga na of dit wel passend is bij de situatie van je klant.
Auteur: Lieke van der Mond, belastingadviseur bij Duijd Fiscalisten