Als ondernemer loop je een bepaald moment in je leven met een vraagstuk rond: wie wordt de bedrijfsopvolger en wat zijn de fiscale gevolgen bij de overdracht van de onderneming aan de nieuwe generatie?
De ondernemer of aanmerkelijkbelanghouder kan diens onderneming respectievelijk de aandelen die betrekking hebben op het ondernemingsvermogen onder voorwaarden (grotendeels) vrijgesteld van schenkbelasting of erfbelasting schenken respectievelijk nalaten aan de beoogde bedrijfsopvolger(s). Deze column gaat enkel over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet (hierna: de BOF).
De bedrijfsopvolger heeft recht op de vrijstelling als de overdrager en diegene zelf voldoen aan de voorwaarden. De wetgever heeft de voorwaarden opgenomen met de bedoeling dat de vrijstelling alleen geldt voor reële bedrijfsopvolgingen. Aan de hand van enkele voorbeelden laat ik je zien dat de bedrijfsopvolging ook toe te passen is in andere gevallen.
(Ir)reële bedrijfsopvolging en de BOF
Aan de hand van de bezitstermijn en voortzettingstermijn die de wetgever aan de overdrager en de bedrijfsopvolger als voorwaarden stelt, kan de verkrijger ook gebruik maken van de BOF zonder dat de bedrijfsopvolger de overdrager feitelijk opvolgt. De BOF is dan van toepassing op een irreële bedrijfsopvolging. Daarnaast zorgen de termijnen ervoor dat de BOF niet van toepassing is bij een reële bedrijfsopvolging.
Voorbeeld 1: de irreële bedrijfsopvolging met vrijstelling
Willem is 60 jaar oud en wil alvast in het kader van vermogensoverdracht de aandelen van zijn actieve bedrijf schenken aan zijn drie kinderen. Het bedrijf heeft een waarde van € 900.000.
Zijn drie kinderen hebben geen interesse (op termijn) in de voetsporen van hun vader te treden. Vóór de schenking richt Willem een stichting administratiekantoor (STAK) op. Willem benoemt zichzelf tot bestuurder van de STAK en benoemt de assistent bedrijfsleider tot opvolgend bestuurder van de STAK voor het geval hij zelf niet meer in staat is het bestuur uit te oefenen. Het economisch belang van de aandelen (de certificaten van aandelen) schenkt Willem zonder belastingheffing aan zijn drie kinderen. De kinderen hebben vervolgens recht op de winst van het bedrijf. Zij hebben geen zeggenschap binnen het bedrijf. Na 5 jaar verkopen de kinderen de certificaten aan de assistent bedrijfsleider van Willem. Willem gaat vervolgens met pensioen.
Willem kan zelfs meerdere keren in zijn leven vermogen zonder heffing van schenkbelasting aan zijn kinderen overdragen. Na vijf jaar kan Willem de (certificaten van) aandelen terugkopen om deze vervolgens na vijf jaren te schenken aan zijn kinderen.
Voorbeeld 2: de reële bedrijfsopvolging zonder vrijstelling
Frits start een boekhandel als eenmanszaak. Na vijf jaar breng hij zijn eenmanszaak in in een BV. Bij de inbreng rekent hij af met de Belastingdienst (ruisende inbreng) Na de inbreng in de BV breidt hij zijn onderneming uit. Drie jaren na de inbreng in de BV wordt Frits ernstig ziek en raakt hij arbeidsongeschikt. Frits wil de aandelen van de BV dan ook graag schenken aan zijn zoon. Zij zoon was al jaren bij de onderneming in loondienst. Omdat Frits de onderneming niet geruisloos heeft ingebracht, kan hij bij de schenking aan zijn zoon de BOF niet toepassen. Frits moet nog twee jaar wachten. Ondanks het feit dat Frits zijn bedrijf in totaal al meer dan vijf jaar heeft gehad.
Frits besluit nog twee jaren door te gaan als aandeelhouder van de BV. Na het vol maken van de totale vijf jaar, schenkt Frits de aandelen alsnog aan zijn zoon. De zoon moet de verkregen aandelen vijf jaren behouden. Daarnaast moet de BV vijf jaar de boekhandel blijven exploiteren. Vier jaar na de schenking komt de boekenwinkel als gevolg van de Coronacrisis in financieel zwaar weer terecht en vraagt de zoon faillissement aan. De eerder verleende vrijstelling bij de verkregen schenking vervalt hierdoor. De zoon moet alsnog schenkbelasting betalen over de waarde van het bedrijf op het moment van schenking door zijn vader. De zoon heeft de onderneming namelijk minder dan vijf jaar voortgezet.
In de hiervoor beschreven voorbeelden zie je dat je klant mogelijk gebruik kan maken van de BOF zonder dat zijn kinderen de feitelijke bedrijfsopvolgers zijn. Daarnaast zie je ook dat de BOF soms onverwacht uitwerkt voor een situatie waarbij je klant zijn onderneming wel degelijk wil overdragen in het kader van een reële bedrijfsopvolging.
Het is daarom van (groot) belang na te gaan of je klant bij het overdragen van een onderneming voldoet aan de bezitstermijn die daarbij geldt. Informeer daarbij ook de bedrijfsopvolger over de eisen die voor hem of haar gelden voortzetting.
Denk hierbij ook aan eventuele herstructureringen die binnen vijf jaren voor de schenking of één jaar voor vererving van het bedrijf hebben plaatsgevonden. Je klant kan anders voor onaangename verrassingen komen te staan.
Meer lezen over dit onderwerp bezoek dan onze online kennisbank, Nextens Naslag.