Ondernemerschap
De deeleconomie wordt ook wel aangeduid als consumer to consumer (C2C). Voor de BTW is het maar de vraag of er wel sprake is van particulieren. Op 20 juni 2013 heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld dat iemand die stroom opwekt met zonnepanelen en de stroom vervolgens levert aan een energiemaatschappij ondernemer is voor de BTW. Als ik dat arrest loslaat op iemand die zijn huis via een platform met enige regelmaat verhuurt aan toeristen, dan kan ik niet anders concluderen dan dat er ook sprake is van ondernemerschap voor de BTW.
Opinie Europese Commissie
Op 22 september 2015 heeft de Europese Commissie een zogenaamd “working paper” gepubliceerd over de BTW aspecten van de deeleconomie. De Europese Commissie komt daarin tot de conclusie dat personen die zich aanmelden op een deelplatform in beginsel kwalificeren als ondernemer voor de BTW. De levering van goederen of het verrichten van diensten via die platforms zijn economische activiteiten en zijn daarom belaste prestaties voor de BTW.
Gevolgen ondernemerschap
Het BTW-ondernemerschap van deelnemers aan de deeleconomie betekent ook dat zij recht hebben op aftrek van BTW op kosten die zij maken voor deze activiteit. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat zij een deel van de BTW op de bouw van een nieuwe woning, de verbouwing van een woning of de aankoop van een nieuwe auto terug kunnen vragen. Over de omvang van het recht op teruggave voorzie ik nog wel de nodige discussie.
Conclusie
Er zijn tal van platforms om (tijdelijk) niet gebruikte huizen, vervoermiddelen en andere goederen tegen vergoeding te delen met anderen. Zo zijn Airbnb, SnappCar, BlaBlaCar en Peerby enkele bekende namen geworden die niet meer zijn weg te denken. Vanuit BTW oogpunt is er al erg snel sprake van ondernemerschap en zullen de aanbieders zich bij de Belastingdienst moeten melden als ondernemer. Over de opbrengsten moeten zij BTW afdragen, maar de keerzijde is dat zij ook BTW terug kunnen vragen op kosten die zij maken voor deze activiteiten. Ik hoop dat de Belastingdienst de stroom nieuwe ondernemers en de vragen die daarmee samenhangen aan kan. Een besluit van de staatssecretaris over het beleid ten aanzien van deze groep nieuwe BTW-ondernemers kan zeker bijdragen aan duidelijkheid over deze problematiek.