IB-ondernemer blijven of toch maar de bv in? Met de wijzigingen in het belastingplan 2019 voor zowel de inkomstenbelasting als de vennootschapsbelasting moet deze vraag opnieuw worden gesteld en beantwoord. Maar wat zijn hiervoor de belangrijkste afwegingen? 6 voors en tegens voor “Van ib naar bv”.
Ja, we gaan de bv in!
1. Verlaging tarief vennootschapsbelasting
De belangrijkste en meest in het oog springende wijziging, is de verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting. Dit tarief daalt sterker dan het tarief in de inkomstenbelasting. Het tarief voor de eerste € 200.000 winst daalt van 20% in 2018 naar 15% in 2021. Voor het meerdere daalt het tarief van 25% in 2018 naar 20,5% in 2021.
Ter vergelijking, het tarief in de hoogste inkomstenbelastingschijf daalt van 51,95% in 2018 naar 49,5%. Het wordt dus eerder interessant om de bv in te gaan.
2. Verlaging tarief aftrekposten inkomstenbelasting
Stapsgewijs gaat de inkomstenbelasting over naar een tweeschijventarief. Een inkomen tot ongeveer € 68.500 is belast met 37,05% en het meerdere is belast met 49,5% inkomstenbelasting (2021). Daar staat tegenover dat vanaf 1 januari 2020 de aftrek van een groot aantal aftrekposten wordt afgebouwd.
In 2020 bedraagt het aftrekpercentage in de hoogste schijf namelijk nog maar 46%. Vervolgens wordt dit percentage verder afgebouwd met jaarlijkse stapjes van 3%-punt. Met ingang van 1 januari 2023 zijn die aftrekposten dan enkel nog aftrekbaar tegen het tarief van de eerste schijf (37,05%).
Deze aftrekbeperking geldt onder meer voor de ondernemersaftrek (zelfstandigenaftrek, aftrek speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, stakingsaftrek) en de MKB-winstvrijstelling.
Rekening houdend met de MKB-winstvrijstelling, wordt het effectief toptarief vanaf 2023 voor de IB-ondernemer 44,31%. In 2018 was dit nog 44,67%. Inderdaad een lichte daling, maar een stuk minder dan de daling van 5 %-punt van het vennootschapsbelastingtarief.
3. Niet-fiscale motieven
Een IB-ondernemer is met zijn hele privévermogen aansprakelijk voor schulden. Voor een bv is dat beperkt tot het bedrag dat op de aandelen is gestort.
Bij een ondernemer die claimgevoelige en risicovolle activiteiten verricht, kan de aansprakelijkheidsbeperking daarom een belangrijkere reden zijn om een bv in te gaan dan een eventueel lagere belastingdruk.
Of toch maar niet?
4. Beperking afschrijving gebouwen
De fiscale afschrijvingsregels wijken af van de commerciële regels. In een IB-onderneming is de afschrijving van gebouwen in eigen gebruik beperkt tot 50% van WOZ-waarde (bodemwaarde). Bij panden die beschikbaar worden gesteld aan derden, is de bodemwaarde zelfs 100% van de WOZ-waarde.
Vanaf 2019 bedraagt bij bv’s de bodemwaarde voor alle gebouwen 100% van de WOZ-waarde. Bij gebouwen in eigen gebruik wordt de bodemwaarde daardoor eerder bereikt dan in een IB-onderneming. Er kan minder worden afgeschreven, zodat de winst hoger wordt dan in de IB-situatie.
5. Gebruikelijk loon
De beloning van een directeur-grootaandeelhouder is aan regels gebonden. Op grond van artikel 12a LB moet het salaris minimaal € 45.000 bedragen.
Bij ondernemers die de winst vooral met eigen arbeid behalen (bijvoorbeeld zzp’ers en vrije beroepsuitoefenaars), kan de Belastingdienst stellen dat minimaal 70% van de winst als salaris moet worden uitgekeerd. Dit wordt de afroommethode genoemd.
Hebben ondernemers hoge privéopnamen, dan kan dit betekenen dat ze als dga een hoog salaris nodig hebben om hetzelfde uitgavenpatroon te kunnen houden.
Een hoog salaris maakt het minder snel fiscaal aantrekkelijk om een IB-onderneming om te zetten in een bv.
6. Verplichting tot publiceren
Een bv moet op grond van het burgerlijk wetboek binnen vijf maanden een jaarrekening opstellen. Nadat de jaarrekening is opgesteld, moet deze worden vastgesteld door de Algemene Vergadering. Na vaststelling moet de jaarrekening binnen acht dagen openbaar worden gemaakt bij de Kamer van Koophandel.
Leveranciers en concurrenten kunnen de jaarrekening redelijk eenvoudig opvragen bij de Kamer van Koophandel. In bepaalde branches kan dit zeer ongewenst zijn, omdat hierdoor bijvoorbeeld concurrentiegevoelige informatie bekend wordt.
Niet of niet tijdig publiceren van de jaarrekening is geen optie. Dit kan namelijk leiden tot forse boetes en/of aansprakelijkheid wegens onbehoorlijk bestuur bij een faillissement.
Welk advies voor uw klanten-ondernemers?
Bereken bij IB-ondernemers die onder de oude belastingregels al tegen het omslagpunt zaten, (opnieuw) of een bv toch niet fiscaal voordeliger is. Houd in de afweging IB-onderneming of bv ook rekening met niet-fiscale motieven.