In het Belastingplan 2019, dat op 18 september 2018 is aangeboden aan de Tweede Kamer, is aangekondigd dat de maximale looptijd van de 30%-regeling met ingang van 1 januari 2019 inderdaad wordt verkort van acht naar vijf jaar. De verkorte looptijd zal per 1 januari 2019 gaan gelden voor zowel nieuwe als bestaande gevallen.
Geen overgangsrecht
Voor een werknemer met een 30%-beschikking waarop een einddatum staat na 1 januari 2019 geldt dat de looptijd met drie jaar wordt verkort. Voor een werknemer met een 30%-beschikking met een einddatum in de periode 1 januari 2019 tot en met 1 januari 2022, betekent dit dat de 30%-regeling vanaf 1 januari 2019 niet meer mag worden toegepast. Er komt dus geen overgangsrecht.
Een uitzondering geldt voor internationale schoolgelden. Schoolgelden voor internationale scholen kunnen voor het kalenderjaar 2018/2019 ook na de verkorting onbelast vergoed of verstrekt worden.
Advies geven: gevolgen in kaart en duidelijke communicatie
Het is dan ook van belang om zo snel mogelijk de gevolgen voor de huidige werknemers, met een 30%-beschikking, in kaart te brengen. Voor toekomstige werknemers, waarvoor de 30%-regeling zal worden aangevraagd, is het van belang om aan te geven dat de looptijd van de regeling maximaal vijf jaar zal bedragen.
Aanleiding voor het verkorten van de looptijd naar vijf jaar
In 2017 heeft er een evaluatie van de 30%-regeling plaatsgevonden. Uit het rapport Evaluatie 30%-regeling van juni 2017, bleek dat de regeling doeltreffend en doelmatig is, maar dat de meeste werknemers niet langer dan vijf jaar van de regeling gebruik maken. Om die reden was in het regeerakkoord al het voorstel opgenomen om de maximale looptijd van de 30%-regeling te verkorten van acht naar vijf jaar. Het kabinet heeft besloten deze wetswijziging op te nemen in het Belastingplan 2019.
Wat houdt de 30%-regeling ook alweer in?
De 30%-regeling biedt werkgevers de mogelijkheid om onder voorwaarden inkomende werknemers een bepaalde belastingvrije vergoeding te geven voor de zogenaamde extraterritoriale kosten die een werknemer maakt als gevolg van een tijdelijke tewerkstelling in Nederland. Samenvattend zijn de doelstellingen van de 30%-regeling om schaarse en deskundige werknemers aan te trekken, de administratieve lasten voor werkgevers en werknemers te verminderen en het Nederlandse vestigingsklimaat aantrekkelijk en competitief te houden.