In deze liveblog houden we u op de hoogte van alle fiscale ontwikkelingen en ‘lekken’ rondom Prinsjesdag. Onderstaande plannen zijn bij ons bekend.
Spring gelijk naar:
- Invoering mandatory disclosure
- Invoering bronbelasting op interest & royalty’s
- Wijziging substance-eisen
- Beperking belastingrente vennootschapsbelasting
- Beperking liquidatieverliesregeling
- Letselschadevergoedingen in vermogensbelasting
- Vermogensrendementsheffing
- CAO-lonen
- Verruiming werkkostenregeling
- AOW-leeftijd
- Uitsluiting inkeerregeling
- Wijziging overgangsrecht voor hybride lijfrenten van voor 2001
- Invoering vliegbelasting
- Invoering minimumprijs CO2-uitstoot
- Verlaagd btw-tarief op e-books
Invoering mandatory disclosure
Intermediairs (zoals belastingadviseurs) worden verplicht om mogelijk agressieve fiscale constructies aan de belastingautoriteiten te melden als zij bij dergelijke constructies betrokken zijn. De verplichting geldt uitsluitend voor grensoverschrijdende situaties, dat wil zeggen situaties in meer dan één EU-lidstaat of een EU-lidstaat en een derde land.
Er komt geen definitie van ‘agressieve fiscale constructies’. In plaats daarvan is een compilatie voorgesteld van kenmerken en elementen van transacties die een sterke aanwijzing voor belastingontwijking of misbruik vormen. Als aan één of meer van die kenmerken wordt voldaan, moet de constructie worden gemeld.
Invoering bronbelasting op interest & royalty’s
Het kabinet wil met Prinsjesdag 2019 een wetsvoorstel indienen bij de Tweede Kamer over een conditionele bronbelasting op interest en royalty’s. Deze zal dan op 1 januari 2021 ingaan.
Wijziging substance-eisen
Voor bepaalde antimisbruikbepalingen in de vennootschapsbelasting en dividendbelasting geldt dat als wordt voldaan aan specifieke substance-eisen, de desbetreffende antimisbruikbepaling niet van toepassing is. Het kabinet wil dat veranderen. Ook als aan de substance-eisen wordt voldaan, moet de Belastingdienst misbruik aan kunnen pakken.
Beperking belastingrente vennootschapsbelasting
In de vennootschapsbelasting is het mogelijk dat een belastingplichtige die tijdig en correct aangifte doet, toch een aanslag krijgt opgelegd waarbij ook belastingrente in rekening wordt gebracht. Volgens de staatssecretaris van Financiën is dat ongewenst. Het is denkbaar dat de belastingrente in dergelijke gevallen komt te vervallen. Of dit in het Belastingplan 2020 komt, is afhankelijk van lopend onderzoek.
Beperking liquidatieverliesregeling
In de huidige liquidatieverliesregeling kan een moedervennootschap het verlies op een deelneming in een dochtervennootschap in aftrek brengen als deze dochter wordt ontbonden. Dit is een tegemoetkoming voor het verloren gaan van de verliezen bij de dochter. Om een dam op te werpen tegen de uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag, zijn er diverse maatregelen voorgesteld die de liquidatieverliesregeling beperken.
Op 16 april 2019 heeft een aantal Kamerleden een initiatiefwetsvoorstel aangeboden. Het kabinet heeft laten weten niet voornemens te zijn de regeling aan te passen. Maar het is niet uit te sluiten dat er toch een Kamermeerderheid gevonden wordt.
12-09-2019: Haagse bronnen bevestigen dat het kabinet heeft besloten om een wetswijzing in te voeren die multinationals dwingt om (meer) vennootschapsbelasting te betalen. Daarbij zal worden aangesloten bij de initiatiefwet. Een van de voornaamste punten zal zijn dat buitenlandse liquidatieverliezen voor maximaal drie jaar kunnen worden verrekend.
Letselschadevergoedingen in vermogensbelasting
Op Prinsjesdag wordt duidelijk op welke wijze letselschadevergoedingen buiten de vermogensbelasting gehouden kunnen worden. Dit is een reactie van de staatssecretaris op een motie van 15 november 2018. Hierin werd gevraagd aan de regering hoeveel mensen bij benadering letselschadevergoeding hebben, wat het financieel beslag is wanneer letselschadevergoedingen uitgezonderd worden van de vermogensbelasting en op welke wijze de letselschadevergoedingen buiten de vermogensbelasting gehouden zouden kunnen worden.
Vermogensrendementsheffing
Staatssecretaris Snel geeft aan met Prinsjesdag met een oplossing te komen voor de huidige, onrechtvaardige, vermogensrendementsheffing. Wel stelt hij dat het vrijwel zeker niet lukt om de reëlere heffing al op te nemen in het Belastingplan voor volgend jaar. Daarvoor is het probleem toch te ingewikkeld.
06-09-2019: Staatssecretaris Snel van Financiën heeft een voorstel naar de Tweede Kamer gestuurd over veranderingen in de spaartaks en de indeling van box 3. Rendement op spaargeld tot € 440.000 zal vanaf 2022 belastingvrij zijn.
CAO-lonen
Minister Wopke Hoekstra is bereid om rond Prinsjesdag te bekijken hoe het staat met de ontwikkeling van de cao-lonen. Hiermee geeft hij invulling aan het dreigement van premier Rutte om de verlaging van de vennootschapsbelasting volgend jaar niet door te laten gaan als grote bedrijven de lonen van hun personeel niet net zo snel laten stijgen als dat van de top.
Verruiming werkkostenregeling
Met ingang van 1 januari 2020 wordt de werkkostenregeling verruimd. Via deze regeling kunnen werkgevers onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan hun werknemers geven. Het totale bedrag van deze vergoedingen en verstrekkingen moet binnen de vrije ruimte blijven. Deze ruimte bedraagt nu 1,2 procent van de loonsom van alle medewerkers samen. Er komt per 1 januari 2020 een tweeschijvenstelsel in de berekening van de vrije ruimte. De vrije ruimte wordt berekend als 1,7 procent van de loonsom tot 400.000 plus 1,2 procent van de resterende loonsom. De vergoeding voor de verklaring omtrent het gedrag wordt hiervan vrijgesteld.
AOW-leeftijd
Op 5 juni 2019 is een principeakkoord bereikt over de toekomst van het pensioenstelsel. Onderdeel van de afspraken is dat de AOW-leeftijd minder snel omhoog gaat. De AOW-leeftijd blijft in 2020 en 2021 op 66 jaar en 4 maanden staan. Vervolgens stijgt de AOW-leeftijd in 2022 naar 66 jaar en 7 maanden en in 2023 naar 66 jaar en 10 maanden. In 2024 wordt de AOW-leeftijd 67 jaar. Met ingang van 2025 wordt de AOW-leeftijd voor 2/3 gekoppeld aan de ontwikkeling van de resterende levensverwachting op 65 jaar. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld 8 maanden langer doorwerken en gemiddeld 4 maanden langer AOW-pensioen.
Uitsluiting inkeerregeling
Wanneer een belastingplichtige uiterlijk twee jaar nadat hij een onjuiste aangifte heeft gedaan of aangifte had moeten doen, alsnog een juiste aangifte doet, vóórdat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de inspecteur met de onjuistheid bekend is of bekend zal worden (vrijwillige inkeer), wordt geen vergrijpboete opgelegd. Na deze periode wordt bij vrijwillige inkeer een verlaagde vergrijpboete opgelegd.
De inkeerregeling geldt niet voor inkomen uit sparen en beleggen (box 3) dat in het buitenland is opgekomen. Hiermee heeft de wetgever een signaal afgegeven aan zwartspaarders dat het niet aangeven van buitenlandse vermogens niet onbestraft kan blijven. Het kabinet onderzoekt of de inkeerregeling ook kan worden uitgesloten voor inkomen uit aanmerkelijk belang, in het geval van ‘zwart sparen’ met een (buitenlandse) vennootschap.
Wijziging overgangsrecht voor hybride lijfrenten van voor 2001
In 2001 is de inkomstenbelasting gewijzigd, waarbij een overgangsregeling is opgenomen voor destijds bestaande (saldo)lijfrenten. Dit overgangsrecht eindigt op 31 december 2020. Op dat moment moet in box 1 belasting worden betaald over de waarde van de lijfrente, verminderd met de niet-afgetrokken premies. Dat blijft zo voor de zuivere saldolijfrente. Het kabinet wil het overgangsrecht om praktische redenen echter ook na 2020 voortzetten voor hybride lijfrenten.
Invoering vliegbelasting
Het kabinet wil vliegverkeer belasten. De nationale vliegbelasting wordt geheven over het vertrek van een passagier met een vliegtuig of het vertrek van een vrachtvliegtuig vanaf een in Nederland gelegen luchthaven. Het tarief bedraagt 7 euro per vertrekkende passagier. Voor vrachtvliegtuigen geldt dat vliegtuigen die minder geluid produceren minder worden belast. Het tarief bedraagt € 3,85 per ton vracht voor de meest lawaaiige vliegtuigen en € 1,925 per ton vracht voor de lagere geluidsklassen. Dit tarief wordt geheven op basis van het gewicht van het vliegtuig.
Invoering minimumprijs CO2-uitstoot
Het kabinet wil per 1 januari 2020 een minimumprijs invoeren voor CO2 die in Nederland wordt uitgestoten met elektriciteitsproductie. Wanneer de prijs van de Europese emissierechten (EU ETS-prijs) onder de minimumprijs komt, wordt deze in Nederland aangevuld met een CO2-heffing. De minimumprijs per ton uitgestoten CO2 loopt op van € 12,30 in 2020 tot € 31,90 in 2030.
Verlaagd btw-tarief op e-books
Staatssecretaris Menno Snel is van plan het verlaagde btw-tarief voor e-books en andere digitale publicaties op 1 januari 2020 te laten ingaan.
De fiscale veranderingen op deze pagina zijn gedeeltelijk afkomstig van de website van EY.
Bent u op de hoogte van een Prinsjesdaglek dat hier nog niet bij staat? Laat het ons weten via redactie.fiscaal@reedbusiness.nl.