Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Dat geldt ook voor belastingadviseurs. Van tijd tot tijd duiken in de media verhalen op over schadeclaims tegen belastingadviseurs. Het gaat daarbij om civiele claims van cliënten die stellen schade te hebben geleden door beroepsfouten van hun belastingadviseur. Wat levert de rechtspraak over beroepsfouten op? En welke lessen kunnen hieruit worden getrokken voor de praktijk?
Schadeclaims
Het is niet duidelijk hoeveel schadeclaims er tegen belastingadviseurs worden ingediend. Niet iedere claim belandt bij de civiele rechter. Claims worden bijvoorbeeld geschikt of niet doorgezet. Volgens een nieuwsbericht uit 2018 waren er tussen 1994 en maart 2018 in totaal zeventien claims ingediend tegen belastingadviseurs. In 2015 meldde de Volkskrant dat uit onderzoek van de Consumentenbond zou zijn gebleken dat iets meer dan de helft van de belastingadviseurs juist advies geeft.
Groeiende claimcultuur
Een zoekopdracht op www.rechtspraak.nl met de zoektermen ‘beroepsfout’ en ‘belastingadviseur’ levert niet direct het beeld op dat er sprake is van een stortvloed aan zaken. Maar er is in Nederland wel sprake van een groeiende claimcultuur. Hoewel het hierbij vooral gaat om letselschadezaken, lijkt het niet onlogisch om te veronderstellen dat deze tendens op termijn ook zichtbaar zal zijn op andere gebieden, waaronder schadeclaims tegen belastingadviseurs.
Beroepsaansprakelijkheid
Bij beroepsaansprakelijkheid gaat het om de civielrechtelijke aansprakelijkheid op grond van de beroepsuitoefening van de adviseur tegenover zijn cliënt of derden. De werkzaamheden die de adviseur voor een cliënt verricht zijn gewoonlijk gebaseerd op een overeenkomst van opdracht. De opdrachtnemer moet bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht nemen. Schending van de zorgplicht kan leiden tot schadevergoeding uit hoofde van wanprestatie of onrechtmatige daad. De stelplicht en bewijslast met betrekking tot de beweerde beroepsfout rusten op de cliënt. Zowel bij wanprestatie als bij onrechtmatige daad is vereist dat er voldoende causaal verband is tussen de tekortkoming en de schade. In geval van eigen schuld kan de rechter bepalen dat de schade deels voor de rekening van de cliënt komt.
Redelijk bekwaam en redelijk handelen
Uit rechtspraak volgt dat de adviseur aansprakelijk is als hij de aan hem toevertrouwde werkzaamheden niet zorgvuldig heeft behandeld en de werkzaamheden niet heeft verricht zoals mag worden verwacht. Deze maatstaf bestaat in wezen uit twee delen: de adviseur moet ‘redelijk bekwaam’ zijn. Wat in een specifiek geval voldoende is, is onder meer afhankelijk van de aard van de opdracht, het tarief en of de adviseur zich al dan niet profileert als specialist. Daarnaast moet de adviseur ‘redelijk handelen’. Hij moet ervoor waken dat hij geen conflicterende belangen dient, geen onnodige risico’s neemt en afspraken met de cliënt nakomt. Maar van de adviseur mag ook worden verwacht dat hij de cliënt goed informeert en zonodig ongevraagd waarschuwt.
Er kunnen vijf lessen worden getrokken uit de rechtspraak:
1. Neem termijnen in acht
Het is de nachtmerrie van menig belastingadviseur: het niet in acht nemen van termijnen. Wie dat doet, is al snel aansprakelijk. Dat blijkt bijvoorbeeld uit rechtspraak van de Rechtbank Amsterdam op 23 juni 2010. De adviseur had meerdere malen een door de fiscus gestelde termijn laten verlopen. Ook had de adviseur de bezwaartermijn laten verlopen, waardoor de inspecteur niet langer gehouden was een inhoudelijke beslissing te nemen en alleen ambtshalve herziening mogelijk was om de correctie terug te draaien. Hierdoor is de cliënt benadeeld.
2. Ken de grenzen van de eigen expertise
Adviseurs moeten hun eigen vaktechnische grenzen kennen en die ook duidelijk kenbaar maken aan de cliënt. In de zaak van Rechtbank Rotterdam op 10 december 2014 had de cliënt zich in een juridisch getinte kwestie gewend tot een adviseur. De cliënt hoefde volgens de rechtbank niet te twijfelen aan de geschiktheid en deskundigheid van de adviseur. De adviseur is zonder voorbehoud op dit punt gaan optreden op een gebied buiten zijn primaire deskundigheid. Het risico dat daarbij fouten worden gemaakt, kan niet op de cliënt worden afgewenteld met het argument dat juridisch advies nu eenmaal niet tot de expertise van de belastingadviseur behoort.
3. Werk niet mee aan belastingontduiking
Adviseurs die faciliteren bij structuren die neerkomen op belastingontduiking, lopen het risico dat zij wanprestatie plegen en onrechtmatig handelen. Dat ondervond de adviseur in de zaak van Rechtbank Rotterdam op 29 november 2017. Het kantoor had de cliënt geadviseerd over en gefaciliteerd bij het opzetten van een truststructuur die in het concrete geval neerkwam op belastingontduiking. Een redelijk bekwaam en redelijk handelend belastingadviseur stelt zijn cliënten niet bloot aan een groot risico op toekomstige problemen met de Belastingdienst met voorzienbaar ingrijpende negatieve financiële consequenties en een reëel risico op strafrechtelijke vervolging.
4. Informeer de cliënt
De adviseur moet ervoor zorgen dat de cliënt een weloverwogen beslissing kan nemen met inachtneming van alle kansen en risico’s. Een voorbeeld van een zaak waarin dit niet goed ging is van de Rechtbank Amsterdam op 14 november 2018. Het advies had betrekking op de vraag of de exploitatierechten van pompstations onroerend of niet-onroerend zijn bij de kwalificatie van onroerend goedlichaam voor de overdrachtsbelasting. Bij pompstations geldt als uitgangspunt dat de waarde van het exploitatierecht wordt toegerekend aan de locatie en daarmee onderdeel is van de waarde van de onroerende zaak. Er was een memorandum opgesteld dat diende als onderdeel van een defence file. Volgens de rechtbank had het op de weg van een redelijk bekwaam en redelijk handelend fiscaal adviseur gelegen om de cliënt in het memorandum te adviseren over dit uitgangspunt.
5. Waarschuw de cliënt ook als daar niet om gevraagd wordt
Een heikel punt in de advisering is de vraag in hoeverre voor de adviseur een spontane waarschuwingsverplichting geldt. Een handvat biedt de Rechtbank Amsterdam op 8 april 2009. Van een redelijk handelend en redelijk vakbekwaam belastingadviseur mag worden verwacht dat hij op de hoogte is van de actuele stand van de relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur en dat hij zijn advisering hierop afstemt en rekening houdt met de op dat moment bekende en kenbare feiten en omstandigheden. Dat betekent niet dat van de belastingadviseur kan worden verlangd dat hij ook steeds alle mogelijke toekomstige ontwikkelingen voorziet en bij zijn advisering betrekt. Maar: de adviseur moet zich als professioneel beroepsbeoefenaar niet beperken tot de uitdrukkelijk aan hem opgedragen taken. Hij moet ook alle rechtmatige belangen met betrekking tot de zaak naar behoren behartigen, inclusief de belangen die niet uitdrukkelijk tot onderwerp van de prestatie zijn gemaakt.
Het volledige artikel is gepubliceerd in Belastingmagazine april 2019 van Nextens.