In mijn blog van 13 oktober 2016 ben ik al eerder ingegaan op de oneigenlijke belastingheffing in de vorm van de veel te hoge minimumpercentages van de belastingrente.
In deze blog sta ik stil bij de hoogste belastingrente, die voor de vennootschapsbelasting en in het bijzonder de in de praktijk steeds vaker voorkomende discussie tussen de belastingplichtige en diens belastingconsulent over wie deze rente (uiteindelijk) gaat betalen.
Hierna ga ik uitsluitend in op de situatie dat een aanslag vennootschapsbelasting is opgelegd aan een belastingplichtige, met een te betalen bedrag aan vennootschapsbelasting vermeerderd met 8% belastingrente.
De belastingrente in de praktijk
De meeste vennootschapsbelastingplichtigen besteden het opstellen en indienen van de aangifte vennootschapsbelasting uit aan een belastingconsulent (een accountants-, administratie- of belastingadvieskantoor). Omdat belastingconsulenten niet voor al hun cliënten binnen de wettelijke aangiftetermijn de aangifte vennootschapsbelasting kunnen opstellen, maken belastingconsulenten doorgaans gebruik van een zogeheten uitstelregeling. Deze regeling houdt in dat de periode waarin aangifte kan worden gedaan met circa een jaar wordt verlengd. Veel belastingplichtigen maken dankbaar gebruik van deze regeling, omdat het hen niet lukt om tijdig de administratie op orde te hebben om de aangifte vennootschapsbelasting op te laten stellen.
De belastingaanslag: de belastingrente wordt bekend
Op het moment dat een belastingaanslag met belastingrente wordt opgelegd wordt vaak pas duidelijk hoe hoog de belastingrente voor de vennootschapsbelasting is. Op dat moment doet de belastingplichtige zijn beklag bij zijn belastingconsulent: “Had hij dat geweten dan had hij wel eerder aangifte willen doen of een voorlopige aanslag willen ontvangen”. Al snel is het verwijt dat de belastingconsulent dat in de gaten moet houden en tijdig actie moet ondernemen. De meeste belastingplichtigen hebben de verschuldigde vennootschapsbelasting op een nagenoeg renteloze bankrekening gereserveerd of hebben een rekening courant krediet bij een bank met een rentetarief die gemiddeld maximaal 4 à 5 procent bedraagt. Een belastingrente van 8% leidt in die gevallen dus tot financiële schade bij de vennootschap.
Primair heeft een belastingplichtige naar mijn mening zelf de verantwoordelijkheid om tijdig een voorlopige aanslag aan te (laten) vragen. Maar heeft de belastingconsulent een zorgplicht om belastingrente te voorkomen, en zo ja, in welke mate? Kan een belastingconsulent aansprakelijk worden gesteld voor financiële schade die een belastingplichtige door een ‘te late’ aanslag leidt? En zo ja, wordt dit gedekt door een aansprakelijkheidsverzekering? Ongetwijfeld zullen juridische procedures volgen. Het lijkt in ieder geval belangrijk dat belastingconsulenten zijn klanten informeren over de regels en de hoogte van de belastingrente.
Gedeeltelijke aanpassing regeling belastingrente
Staatssecretaris Snel heeft op 5 juli jl. in een brief aan de Tweede Kamer enkele versoepelende wijzigingsvoorstellen opgenomen. Wat betreft de hoge minimumpercentages geeft de staatssecretaris aan dat deze zijn ingevoerd vanuit budgettair oogpunt, en dat om die reden geen financiële ruimte bestaat om meer marktconforme rentetarieven te berekenen. De verkapte belastingheffing blijft dus ongewijzigd om de overheidsbegroting op niveau te houden!
Aanpassing nog steeds dringend gewenst
Naar mijn mening is het te eenvoudig om de belastingrente niet te verlagen door te verwijzen naar het budgettaire belang. Sinds de verhoging van de belastingrente in 2014 zijn de overheidsinkomsten toegenomen, welke inkomsten nu niet meer kunnen worden gemist? Dit staat haaks op de aangekondigde verlaging van de vennootschapsbelastingtarieven. Maak de belastingrente marktconform en compenseer dit met een beperktere daling van de vennootschapsbelastingtarieven. Dat maakt de relatie tussen een belastingplichtige en diens belastingconsulent een stuk plezieriger en voorkomt onnodige juridisch getouwtrek!