De Belastingdienst behandelt al langere tijd te veel bezwaren niet binnen de Awb-termijn. Het aantal bezwaren dat is afgedaan binnen de Awb-termijn is de afgelopen jaren gedaald van 93% in 2013 tot 80% in 2018. Dit baart staatssecretaris Snel van Financiën zorgen. Om die reden heeft hij in zijn brief van 26 november 2018 maatregelen aangekondigd. Ik plaats echter een aantal kanttekeningen bij deze maatregelen.
Brief Staatssecretaris 26 november 2018
Uit de brief van 26 november 2018 blijkt dat de voorraad bezwaren is opgelopen tot ongeveer 140.000 op 1 oktober 2018, hetgeen een verdubbeling is ten opzichte van een jaar eerder. Gebrek aan capaciteit en ICT worden als voornaamste oorzaken genoemd voor het ontstaan van de achterstanden. Maar in de brief kan meer worden gelezen. De 140.000 bezwaren betreffen “inkomensheffing”. Bezwaren omzetbelasting en andere heffingen zijn hier niet inbegrepen. Het werkelijk stuwmeer bezwaren voor alle belastingen is dan ook fors groter.
Drie maatregelen
De staatssecretaris wil de bezwaarbehandeling in goede banen leiden met drie maatregelen:
- Tijdelijk inzetten van externe inhuur,
- Het versterken van de formatie, en
- Procesvereenvoudiging en verbetering risicoselectie
Het eerste dat opvalt is dat de bewindsman zich kwantitatief nergens op vastlegt. Waar toepassing van de drie maatregelen toe zal leiden, wordt zelfs niet met enige voorzichtigheid aangegeven.
Tijdelijk inzetten van externe inhuur
Hoelang de tijdelijke inhuur wordt voorzien is onbekend. De tijdelijke inhuur heeft naar het voorkomt geen fiscale expertise. Ervaring met bezwaarbehandeling is opgedaan bij andere (niet fiscale) overheidsinstanties. Dit impliceert dat de ervaring ligt op het terrein van de formele bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De fiscaal inhoudelijke beoordeling blijft (naar ik mag hopen) voorbehouden aan het fiscaal geschoolde personeel.
Ik zie zeker mogelijkheden om in gevallen van zeer eenvoudige bezwaren of in geval van massaal bezwaar externen succesvol in te zetten met betrekking tot het terugdringen van de voorraad bezwaren. Met betrekking tot individuele en meer complexe bezwaren acht ik dit onwenselijk. Zou dit wel gebeuren dan vrees ik dat het stuwmeer aan gerechtelijke procedures binnen korte tijd groter is dan 140.000.
Versterking van de formatie
Het is onbegrijpelijk dat een bewindsman het argument van de versterking van de formatie gebruikt. Het recente verleden getuigt van het stimuleren van uitstroom van (vaak ervaren) Belastingdienst medewerkers.
Procesvereenvoudiging en verbetering risicoselectie
Procesvereenvoudiging en verbetering risicoselectie: mooie kreten maar wat wordt hier nou werkelijk mee bedoeld? Vragen we naar de wijze van risicoselectie, dan is vaak het antwoord dat dat nou juist niet meegedeeld kan worden, omdat dan de selectie omzeild zou kunnen worden. Naar het mij voorkomt is een ingediend bezwaar al voorbij de risicoselectie: het bezwaar heeft zichzelf geselecteerd. Nogmaals op risico selecteren lijkt overbodig.
‘Bent u wel op uw plek?’
Zo rond het midden van de negentiger jaren van de vorige eeuw ging de Belastingdienst een grote reorganisatie in. Als jonge inspecteur mocht ik de toenmalig directeur-generaal van de Belastingdienst ontmoeten. Hij sprak mij aan in termen van: inzetten van menskracht daar waar het echt nodig is, risicoanalyse en 80-20 (80% van de aangiften kan weg gestempeld worden en vormen 20% van het werk; 20% van de aangiften verdient aandacht en vormt 80% van het werk). Toen ik hem daarop vroeg: “Maar iedere belastingplichtige heeft toch recht op een verzorgde aanslag?” verstrakte zijn gezicht en zei hij: “Meneer Seubring, u begrijpt het niet, u moet zich afvragen of u hier wel op uw plek bent.”
We zijn inmiddels zo’n dertig jaren verder. Hij had gelijk: ik was daar niet op mijn plek. Al was dit alleen maar omdat ik niet zou kunnen leven met 140.000 bezwaren “inkomensheffing” zonder werkelijk uitzicht op verbetering.