Na lang wachten is het eindelijk zo ver: een gemoderniseerde kleine ondernemersregeling (Kor). Deze treedt per 1 januari 2020 in werking. Al in de Fiscale agenda van 2011 staat de wens genoteerd om de Kor te vereenvoudigen. In het Belastingplan 2019 is de gemoderniseerde Kor dan eindelijk opgenomen.
Voorwaarden
Voor de nieuwe Kor gelden veel minder voorwaarden dan voor de huidige. Hij kan dus vaker worden toegepast. De voorwaarden zijn:
- De ondernemer is in Nederland gevestigd of heeft hier een vaste inrichting;
- De omzet is niet hoger van 20.000 per kalenderjaar.
Een belangrijke voorwaarde die is komen te vervallen, is dat de Kor alleen door natuurlijke personen of samenwerkingsverbanden van natuurlijke personen kan worden toegepast. Een voorwaarde die mijns inziens in strijd was met de rechtsvormneutraliteit die in de btw geldt. Dit betekent dat ook rechtspersonen, onder andere verenigingen en stichtingen, de nieuwe regeling kunnen toepassen. Voorwaarde is wel dat de ondernemer in Nederland gevestigd is, of in Nederland een vaste inrichting heeft.
Voor- en nadelen
Het toepassen van de Kor brengt met zich mee dat ter zake van verrichte leveringen en diensten geen btw in rekening mag worden gebracht aan afnemers. Dit kan een prijsvoordeel opleveren als wordt geleverd aan personen die niet aftrekgerechtigd zijn. De keerzijde is dat een ondernemer die de Kor toepast geen recht heeft op aftrek van voorbelasting. Dit betekent dat vooraf goed in kaart moet worden gebracht of het toepassen van de Kor wenselijk is. Als een ondernemer ervoor kiest om de Kor toe te passen en later blijkt dat een ondernemer in het desbetreffende jaar meer btw heeft betaald aan leveranciers dan aan afnemers in rekening is gebracht, dan kan niet worden verzocht om een teruggaaf.
Eindelijk Kor voor kleine ondernemers
Door het invoeren van een omzetgrens wordt de Kor eindelijk een regeling voor kleine ondernemers. De huidige regeling kan namelijk ook worden toegepast door ondernemers met een omzet van een miljoen, omdat niet wordt aangesloten bij de omzet, maar bij de afdracht.
De omzetgrens geldt enkel voor leveringen en diensten die plaatsvinden in Nederland, ongeacht welk btw-tarief van toepassing is en of de heffing van btw is verlegd naar de afnemer. De omzet die wordt behaald met leveringen en diensten die niet in Nederland plaatsvinden, worden hierbij niet meegenomen.
De omzetgrens geldt per kalenderjaar. Dit betekent dat een ondernemer die in december van een bepaald jaar startgebruik kan maken van de Kor als zijn omzet in december maximaal 20.000 euro bedraagt.
In beginsel wordt alleen de btw-belaste omzet meegenomen. De omzet van bepaalde in de wet genoemde prestaties moet echter ook worden meegenomen. In de wet worden in dit kader de volgende prestaties genoemd:
- Levering en verhuur van onroerende zaken;
- Financiële diensten op het gebied van het betaalverkeer;
- De handel in effecten;
- Kredietverlening;
- Verzekeringen.
De omzet in het kader van vrijgestelde prestaties die hierboven niet worden genoemd, wordt voor toepassing van de Kor niet in aanmerking genomen.
Verder wordt tot de omzet meegerekend: de omzet in het kader van uitvoer van goederen of plaatsen van de goederen onder de regeling douane-entrepot in het kader van hun menslievende, liefdadige of opvoedkundige werk buiten de Unie, waarvoor een btw-teruggaaf wordt verleend. Als prestaties worden verricht en enkel btw is verschuldigd uit de winstmarge, bijvoorbeeld bij toepassing van de reisbureauregeling en de margeregeling voor gebruikte goederen, wordt enkel de winstmarge als omzet in aanmerking genomen.
Als door een Kor-ondernemer op enig moment de omzetgrens wordt overschreden, vervalt op dat moment de toepassing van de Kor. Alle reguliere btw-regels, onder andere het in rekening brengen van btw en het doen van btw-aangifte, gaan vanaf dat moment gelden.
Uitgezonderde prestaties
De Kor is niet van toepassing op de levering van nieuwe vervoermiddelen die door of voor rekening van de ondernemer of afnemer worden verzonden ov vervoerd naar een plaats in een andere lidstaat in het kader van de levering aan de afnemer. Ook is de Kor niet van toepassing op de levering van onroerende zaken en rechten waaraan deze zijn onderworpen en die door de ondernemer in zijn bedrijf is gebruikt. De Kor-ondernemer kan niet worden aangewezen voor voldoening van de bij invoer verschuldigde btw op aangifte. Met andere woorden: een Kor-ondernemer krijgt geen artikel 23-vergunning.
Aanmelden voor 3 jaar
Het toepassen van de Kor blijft optioneel. Anders dan de huidige regeling moet een ondernemer die vanaf 1 januari 2020 de Kor wil toepassen, zich hiervoor aanmelden bij de Belastingdienst.
Aanmelden kan vanaf 1 juni 2019 middels een formulier, welke te vinden is op de website van de fiscus. Op de website geeft de Belastingdienst aan dat ondernemers die vanaf 1 januari 2020 de regeling willen toepassen ervoor moeten zorgen dat het formulier uiterlijk 20 november 2019 bij de Belastingdienst binnen is. Als een ondernemer het na 1 januari 2020 wil toepassen, adviseert de Belastingdienst om uiterlijk vier weken voor de ingangsdatum van het aangiftetijdvak het formulier aan de Belastingdienst te sturen, in verband met een verwerkingsperiode van vier weken.
Ondernemers die voor invoering van de nieuwe Kor al een ontheffing voor de administratieve verplichtingen hebben, hoeven zich niet aan te melden. Deze worden door de Belastingdienst automatisch aangemeld. Ondernemers die ervoor kiezen om de Kor toe te passen doen dit voor minimaal drie jaar. Toepassing van de Kor komt ook te vervallen op het moment dat de omzetgrens van 20.000 euro wordt overschreden. Dit moet direct aan de Belastingdienst worden gemeld.
Ondernemers die automatisch worden aangemeld voor de nieuwe Kor, omdat deze ontheffing hebben voor de administratieve verplichtingen, kunnen zich op ieder moment afmelden. Let wel dat na afmelding de Kor vanaf het moment van afmelding drie jaar niet kan worden toegepast.
Verplichtingen
Kor-ondernemers zijn ontheven voor het doen van btw-aangifte en listing. Ook geldt een ontheffing voor de administratieve verplichtingen van de Wet OB. Voor de inkopen geldt overigens wel een administratieplicht. De Kor-ondernemer kan volstaan met het bewaren van de aan hem uitgereikte facturen.
De ontheffing voor aangifte- en administratieve verplichtingen geldt niet voor prestaties die een ondernemer afneemt en waarvoor de btw-heffing naar hem is verlegd. De Kor-ondernemer moet hiervoor btw-aangifte doen en de verschuldigde btw aan de Belastingdienst afdragen. Ook gelden in dit kader alle administratieve verplichtingen.
Nu al starten
De Kor brengt een hoop wijzigingen met zich mee. Ondanks dat het nog een half jaar duurt voordat deze in werking treedt, verdient het de aanbeveling om nu al na te gaan of een belastingplichtige al dan niet in aanmerking komt voor toepassing van de nieuwe Kor en natuurlijk of dit wenselijk is. Eventuele aanmeldingen kunnen op dit moment al worden gedaan.
Deze blog komt uit het Nextens Belasting Magazine van juli 2019