De Algemene Rekenkamer is geen voorstander van een voortzetting van de huidige fiscale stimulering van elektrische auto’s. Dat laten onafhankelijke onderzoekers van de Rijksoverheid weten. Het is volgens de Algemene Rekenkamer een kostbare methode om de CO2-uitstoot terug te dringen, ondanks de versoberingen in 2019 en 2020.
Duur instrument
De Rekenkamer stelt dat elektrische auto’s aanzienlijke belastingdervingen veroorzaken, zowel per auto als per bespaarde ton CO2. Deze belastingdervingen kunnen beschouwd worden als een wezenlijke ondersteuning van de luchtkwaliteits- en klimaatdoelen op autogebied via fiscale prikkels. Ondanks versoberingen in 2019 en 2020, blijft de fiscale stimulering van elektrische auto’s echter een relatief duur instrument om CO2-uitstoot te verminderen. De belastingvoordelen voor elektrische auto’s komen bovendien vooral terecht in het zakelijk domein.
Instrumenten autobelastingen afschaffen?
De onderzoekers raden onder meer aan om te bezien of het wenselijk is om de inzet van fiscale instrumenten in het domein van autobelastingen voort te zetten. Als de fiscale stimulering doorgezet wordt, raden zij aan een proportionaliteitsnorm vast te stellen voor de belastingderving per vermeden ton CO2. Er zou ook gekeken moeten worden naar de onbalans tussen ondernemers en particulieren.
Regelingen bestelauto’s
De Rekenkamer ziet ook graag dat er anders wordt omgegaan met de regelingen voor bestelauto’s. De Kamer raadt de staatssecretaris van Financiën aan om de bijzondere regelingen voor bestelauto’s te evalueren. Staat het doel van de regelingen nog in verhouding tot de inbreuk op de hoofddoelen van de autobelastingen (opbrengstdoel en luchtkwaliteits- en klimaatdoelen)? Fiscale prikkels voor bestelauto’s die stimuleren om modellen te kiezen die minder CO2, stikstofoxiden en fijnstof uitstoten, zouden beter passen.