Op 27 december 2024 is een geactualiseerd besluit ter vermijding van dubbele belasting onder de toepassing van belastingverdragen en andere regelingen ter vermijding van dubbele belasting gepubliceeerd. Hieronder volgt een overzicht van de wijzigingen.
Kosten die bij de tweede limiet in aanmerking kunnen worden genomen
Onder de tweede limiet mag niet meer belasting worden verrekend dan de Nederlandse vennootschapsbelasting die over de buitenlandse inkomsten is verschuldigd.
Voorbeeld
Stel de in het buitenland over ontvangen royalty’s geheven belasting bedraagt € 100. De daarover verschuldigde Nederlandse vennootschapbelasting bedraagt € 50. In dat geval mag slechts € 50 worden verrekend. Voor de berekening van de voorkoming worden de buitenlandse inkomsten onder de netto-methode verminderd met alle daarmee verbandhoudende kosten.
Kosten die onder Nederlands recht niet aftrekbaar zijn, worden bij de toepassing van de nettomethode voor de verrekening van buitenlandse bronbelasting niet in aanmerking genomen.
In ander jaar afgetrokken kosten
Ook kosten die in een eerder of later jaar in aftrek zijn gebracht dan het jaar waarin de inkomsten zijn ontvangen worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de tweede limiet.
Berekening van de tweede limiet als het boekjaar afwijkt van het kalenderjaar en een tariefswijzing optreedt.
Het besluit verduidelijkt hoe de tweede limiet moet worden berekend bij ondernemingen die een van het kalenderjaar afwijkend boekjaar hebben als een tariefswijzinging optreedt.
Voorbeeld
Onderneming A hanteert een boekjaar dat loopt van 31 maart tot 1 april. In het eerste jaar bedraagt de vennootschapsbelasting 24% en in het tweede jaar 25%. In dat geval vindt de verrekening van de buitenlandse bronbelasting plaats alsof het tarief gedurende de hele periode 25% bedroeg.
Voor ondernemingen met een van het kalenderjaar afwijkend boekjaar bepaalt artikel 31 wet Vpb dat de verschuldigde vennootschapsbelasting bij een tariefswijziging tijdsevenredig wordt berekend. Deze regeling werkt echter niet door naar het besluit voorkoming dubbele belasting. Het besluit verduidelijkt dat voor de toepassing van artikel 36, tweede lid, aanhef en onderdeel b, Bvdb 2001(BvdB 2001), gelet op de tekst van die bepaling, mag worden uitgegaan van ‘het hoogste tarief’ dat op enig moment van toepassing is in het desbetreffende boekjaar.
Kostenaftrek fictieve bronbelasting
De belastingverdragen met Brazilië en de Filipijnen bevatten een tax sparing credit. Daaronder mag een fictieve bronbelasting worden verrekend die hoger is dan de daadwerkelijk ingehouden bronbelasting. In Nederland gevestigde vennootschappen die afzien van die verrekeningsmogelijkheid, mogen deze fictieve bronbelasting niet als kosten van hun winst aftrekken als deze aftrekmogelijkheid in het betreffende verdrag niet expliciet wordt genoemd. Dit is voor beide verdragen het geval.
Goedkeuringen voor sporters en atleten
Het besluit voorziet ook nog in enkele goedkeuringen voor sporters en atleten.
Goedkeuring verrekening van bronbelasting
Voor de verrekening van geheven buitenlandse (bron)belasting op sporters- of artiesteninkomsten in de vennootschapsbelasting is met ingang van 2025 een regeling opgenomen in artikel 36c Bvdb voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2025. Voor eerdere gevallen voorziet het Bvdb echter niet in de voorkoming van dubbele belasting. Dit betekent dat in niet-verdragssituaties dubbele belasting ontstaat.
Daarom wordt in het besluit goedgekeurd dat voor de boekjaren die zijn aangevangen voorafgaand aan 1 januari 2025 ook in dat geval een vermindering van de in Nederland verschuldigde vennootschapsbelasting wordt verleend voor de door sporters en artiesten genoten inkomsten die aan een binnenlandse venootschap worden toegerekend en in een ander land zijn belast.
De goedkeuring mag worden toegepast als aan de navolgende twee cumulatieve voorwaarden wordt voldaan:
- De werkzaamheden zijn onderworpen aan een belasting naar de winst die in een andere mogendheid, al dan niet aan de bron, wordt geheven.
- De artikelen 36, tweede en vierde tot en met zesde lid ( Verrekening buitenlandse belasting op dividenden, interest en royalty’s), 37 (voortwenteling niet verrekende belasting dividenden, interest en royalty’s), 38 (kostenaftrek), 45 (emigratie en terugkeer) en 46 (wijziging van de gerechtigdheid tot een lichaam) van het Bvdb worden hiervoor overeenkomstig toegepast.
Goedkering toepassing kostenaftrek
Voor de in een jaar genoten dividenden, interest en royalty’s die afkomstig zijn uit ontwikkelingslanden als bedoeld in artikel 6 Bvdb 2001 en verdragen mogen ook sporters en atleten opteren voor kostenaftrek.
Vermijding van dubbele belasting
Het geactualiseerde besluit over de voorkoming van dubbele belasting zorgt voor noodzakelijke verduidelijking. Het biedt onder andere helderheid voor de berekening van de tweede limiet, de verwerking van kosten en de toepassing van fictieve bronbelastingen. Daarnaast worden specifieke goedkeuringen geïntroduceerd voor sporters en artiesten om onnodige dubbele belasting te vermijden.
Bron: Besluit van 13 december 2024, nr. 2024-31576, opgenomen in de Staatscourant 38766 van 27 december 2024.
Wil je ook optimaal gebruik maken van de voordelen van de WKR in 2025
Download dan ons kennisdocument.