Prinsjesdag ligt inmiddels weer achter ons. In het Hoofdlijnenakkoord dat eerder dit jaar werd gepubliceerd, had het kabinet al diverse fiscale maatregelen aangekondigd. Het overgrote deel van deze fiscale maatregelen is overgenomen in het Belastingplan 2025. In een aantal artikelen gaan we nader in op de maatregelen. Om te beginnen met de maatregelen op het gebied van de omzetbelasting.
Afschaffen verlaagd btw-tarief voor kunst, cultuur, sport en hotelovernachtingen
Per 1 januari 2026 zal het lage btw-tarief voor logies (hieronder valt het verstrekken van diensten in het kader van het hotel-, pension- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden) niet langer worden toegepast en zal het algemene btw-tarief van 21% van toepassing zijn. Uit de financiële bijlage van het coalitieakkoord blijkt dat er een uitzondering wordt gemaakt voor kampeerterreinen. Daarnaast blijkt ook dat in het geval al in 2025 een overnachting vooruit wordt geboekt voor 2026, het hoge tarief van 21% van toepassing is.
Boeken worden ook duurder
Daarnaast wordt – ondanks de kritiek op deze maatregel en de demonstraties die zich vandaag manifesteren voor het Huis van het boek aan de Prinsessegracht – ook de btw verhoogd van 9% naar 21% ten aanzien van boeken, cultuur en sport.
Efteling ontspringt de dans
Het verlaagd tarief blijft van toepassing op het verlenen van toegang tot attractieparken, speel- en siertuinen, en andere voorzieningen die ingericht zijn voor vermaak en dagrecreatie. Ook op tickets voor circussen, dierentuinen en bioscopen blijft het verlaagde tarief van toepassing.
Sportverenigingen kunnen buiten de verhoging vallen
Tot slot zal de btw worden verhoogd van 9% naar 21% voor sportaanbieders zoals sportscholen en sportwedstrijden. Dit zal niet het geval zijn als er geen sprake is van een winstoogmerk. Sportverenigingen kunnen derhalve buiten de verhoging vallen. Deze wijziging zal vooral de culturele en toeristische sector raken, die vreest dat deze verhoging de toegankelijkheid van kunst en cultuur zal beperken. De regering verwacht hiermee extra belastinginkomsten te genereren. Op 10 september jl. zijn Kamervragen gesteld over de btw-verhogingen op boeken, cultuur, sport en logies, waar staatssecretaris Idsinga antwoord op heeft gegeven.
Uitbreiding van de herzieningsregeling voor onroerende zaken
Naast het afschaffen van het verlaagde btw-tarief blijkt uit het Belastingplan 2025 nog een andere wijziging, namelijk ten aanzien van diensten aan onroerende zaken. De Wet OB en de Uitvoeringsbeschikking bij deze wet kennen een herzieningsregeling voor btw-aftrek bij onroerende zaken. Dit houdt in dat btw-correcties dienen te worden doorgevoerd indien het gebruik van een onroerende zaak verandert.
Het Belastingplan breidt deze regeling uit naar diensten die worden verrichten met betrekking tot onroerende zaken. Dit betekent dat ook de btw op bepaalde diensten, zoals onderhoud en investeringen in gebouwen opnieuw beoordeeld (‘herzien’) kan worden in het geval het gebruik van de onroerende zaak wijzigt. Het kabinet meent dat deze regeling in de systematiek van de btw past en in het bijzonder de fiscale neutraliteit waarborgt.
Drempelbedrag van € 30.000
De herzieningstermijn waar het kabinet voor heeft gekozen is (effectief) vijf boekjaren per dienst in plaats van de (effectief) tien boekjaren die gelden voor de levering van onroerende zaken. Het kabinet heeft om te voorkomen dat ook veel kleine investeringsdiensten onder de maatregel vallen een drempelbedrag ingevoerd van € 30.000 per investeringsdienst.
Deze maatregel zal eveneens per 1 januari 2026 in werking treden en is voornamelijk ingevoerd om bepaalde verhuurconstructies tegen te gaan die het kabinet onwenselijk acht.
Meer weten?
In een aantal volgende artikelen gaan we nader in op de maatregelen betreffende onder andere vennootschapsbelasting.
Een Blik op Fiscaliteit
Hét fiscale magazine van Nederland. Met interviews, trends en praktische artikelen.