De nieuwste versobering van belastingvoordelen voor buitenlandse werknemers is tot dusver de meest ingrijpende. Het bedrijfsleven en de wetenschap maken zich zorgen over de voorgenomen wijzigingen.
Alternatief
Een voormalige Amerikaanse universiteitshoogleraar, nu met pensioen, herinnert zich dat hij niet eens wist van de regeling toen hij in Nederland begon te werken. Voor hem was dat niet van belang, maar hij heeft er wel tien jaar lang van geprofiteerd. De zogenaamde ‘expatregeling’ is echter niet meer zo gunstig als voorheen. Sinds de regeling werd ingevoerd in 2001 als alternatief voor de extra kosten voor buitenlandse werknemers die tijdelijk in Nederland werken, is de regeling al meerdere keren aangepast.
Aantallen toegenomen
In 2012 werd de looptijd van de regeling verkort van tien naar acht jaar en vervolgens, in 2019, naar vijf jaar. Bovendien geldt vanaf volgend jaar een inkomensplafond: wie meer verdient dan de balkenendenorm (ruim twee ton), kan de regeling niet meer onbeperkt benutten.
Ondanks deze beperkingen zijn de kosten van de regeling de afgelopen jaren gestegen. De uitgaven voor 2024 worden geschat op €1,13 miljard, terwijl dit in 2016 nog geen €860 miljoen was. Dit komt voornamelijk door het toenemend aantal hoogopgeleide buitenlanders dat naar Nederland komt. In 2022 maakten 102.000 mensen gebruik van de regeling, vergeleken met ongeveer 65.000 in 2016.
De versoberingen
De recentste beperking, goedgekeurd door de Tweede Kamer aan de vooravond van het verkiezingsreces, is waarschijnlijk de meest ingrijpende tot nu toe. De regeling zal in plaats van een vrijstelling van 30% van het inkomen gedurende vijf jaar, vanaf volgend jaar in drie stappen van twintig maanden worden afgebouwd naar nul. Opvallend is dat expats zich deze keer nauwelijks verzetten, mogelijk omdat de nieuwe versobering alleen geldt voor nieuwkomers, niet voor degenen die al in Nederland wonen.
Maar er is meer aan de hand. Volgens een recent aangenomen amendement zal de zogenaamde ‘partiële buitenlandse belastingplicht’ vanaf 2025 verdwijnen. Deze regeling stelde kenniswerkers in staat om bij de fiscus als buitenlandse belastingplichtige te worden aangemerkt voor hun vermogensbestanddelen, wat meestal resulteerde in geen belastingbetaling over inkomen in box 2 (aanmerkelijk belang) en box 3 (vermogen). Voor expats die al van deze regeling gebruikmaken, geldt een beperkte overgangsperiode tot 2027.
Ongunstige positie
Werkgevers zijn bezorgd en verontwaardigd over de versobering van de expatregelingen, omdat dit Nederland in een ongunstige positie plaatst bij het aantrekken van internationaal talent. Ze wijzen erop dat bijna alle omliggende landen vergelijkbare regelingen hebben en dat Nederland achterloopt. Het kan moeilijk worden voor start-ups en scale-ups om buitenlands talent aan te trekken.
De versobering zal niet alleen gevolgen hebben voor werkgevers maar ook voor Nederlandse kennisinstellingen, met name universiteiten, waar bijna 10.000 internationale wetenschappers werken die van de regeling gebruikmaken. Vooral jonge (medische) wetenschappers en promovendi zouden moeite hebben om financieel rond te komen zonder de regeling.
Woningmarkt en verhoudingen
Het is belangrijk op te merken dat de 30%-regeling niet alleen een fiscaal voordeel is voor goedverdienende expats, maar ook van invloed is op jonge kenniswerkers. Uit eerder onderzoek bleek dat bij een brutosalaris van €60.000 expats jaarlijks netto bijna €9000 meer overhouden, wat volgens sommigen de huizenmarkt negatief beïnvloedt.
Tegenstanders van de regeling wijzen op het vermeende oneigenlijke voordeel voor expats in een krappe huizenmarkt en stellen dat de kosten die expats maken niet in verhouding staan tot de voordelen die ze ontvangen. In 2016 ontvingen de top 10% verdienende gebruikers ongeveer 40% van de uitgaven aan de regeling.
Brusselse regeling
Het is momenteel onduidelijk hoe de regeling zich ontwikkelt, aangezien een nieuwe evaluatie pas voor 2025 gepland staat. Tot die tijd zal de regering geen verdere aanpassingen doorvoeren. Tegelijkertijd wordt er gekeken naar de mogelijkheid van Europese harmonisatie van fiscale regels voor kenniswerkers.
Bewindslieden zijn verrast door last-minute amendementen die nog door de Eerste Kamer moeten worden goedgekeurd. Start-up lobbyist Burm hoopt dat de de Eerste Kamer tegen zal stemmen, en er na de verkiezingen een herziening van de regeling kan plaatsvinden.