Demissionair staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit, CDA) heeft in een brief aan de Kamer zijn bezwaren geuit tegen de invoering van een belasting op aandeleninkoop door beursgenoteerde bedrijven. Hij benadrukt de risico’s van deze heffing, ondanks de recente goedkeuring door de Kamer op initiatief van GroenLinks, PvdA en ChristenUnie.
Onderzoek
De heffing is bedoeld om een financieel pakket ten behoeve van lagere inkomens te financieren. Van Rij reageert in zijn brief op de uitkomsten van een onderzoek dat hij vorig jaar op verzoek van de Tweede Kamer heeft uitgevoerd naar de huidige vrijstelling van dividendbelasting voor aandeleninkoop door beursgenoteerde ondernemingen.
De bewindsman waarschuwt voor potentiële negatieve effecten op de waardering van Nederlandse beursfondsen in vergelijking met buitenlandse beursgenoteerde bedrijven als gevolg van het invoeren van dividendbelasting op de inkoop van eigen aandelen. Dit zou de internationale concurrentiepositie van Nederland kunnen schaden, aldus Van Rij.
Kapitaalallocatie
Bovendien vreest hij dat het volledig afschaffen van de vrijstelling van de heffing van 15% een belemmering zou vormen voor de kapitaalallocatie van beursgenoteerde bedrijven, omdat bedrijven dan waarschijnlijk minder eigen aandelen zouden inkopen.
Dit komt doordat ze dan zelf verantwoordelijk zouden zijn voor de dividendbelasting, aangezien ze niet kunnen achterhalen van welke beleggers ze aandelen kopen. In tegenstelling tot dividend kunnen ze deze belasting niet namens hun aandeelhouders innen en afdragen, waarna deze belasting in veel gevallen verrekend kan worden met hun eigen inkomsten- of vennootschapsbelasting.
Omliggende landen
Van Rij benadrukt dat de vrijstelling in 2001 is ingevoerd om ervoor te zorgen dat de behandeling van aandeleninkoop door Nederlandse beursgenoteerde bedrijven geen nadelige invloed zou hebben op hun prestaties in vergelijking met buitenlandse concurrenten. Dit is vergelijkbaar met de situatie in omliggende landen, waar aandeleninkoop ook onbelast blijft, zoals blijkt uit het onderzoek.
Verder legt Van Rij uit dat bedrijven om verschillende bedrijfseconomische redenen eigen aandelen inkopen, met name om op incidentele basis geld aan beleggers terug te geven zonder af te wijken van een consistent dividendbeleid, wat vooral gewaardeerd wordt door langetermijnbeleggers.
Ontwijking dividendbelasting
Critici beweren dat de inkoop van eigen aandelen bij beursgenoteerde bedrijven de afgelopen jaren sterk is toegenomen als een manier om dividendbelasting te ontwijken. Staatssecretaris Van Rij gaat niet specifiek in op dit argument, maar hij benadrukt dat de belastingvrijstelling bepaalde voorwaarden kent. Een van deze voorwaarden is dat een bedrijf dat eigen aandelen inkoopt, in hetzelfde jaar ook dividend in contanten moet uitkeren dat minstens even hoog is als het gemiddelde cashdividend over de afgelopen vijf jaar.
Daarnaast mag het bedrag dat in een kalenderjaar wordt besteed aan aandeleninkoop niet hoger zijn dan twintig keer het gemiddelde bedrag aan dividend in contanten, verminderd met de bedragen die in voorgaande jaren al zijn gebruikt voor aandeleninkoop en waarvoor de vrijstelling al is toegepast.
Overleg
Voor het onderzoek naar de fiscale behandeling van de inkoop van eigen aandelen, dat op verzoek van de Tweede Kamer is uitgevoerd, heeft Van Rij overlegd met verschillende belanghebbenden, waaronder werkgeversorganisatie VNO-NCW, Eumedion (de belangenorganisatie van Nederlandse institutionele beleggers zoals pensioenfondsen en verzekeraars), en de VEB (Vereniging van Effectenbezitters), zo meldt de staatssecretaris.