Uit onderzoek naar het plan van het kabinet om automobilisten vanaf 2030 per gereden kilometer te laten betalen, blijkt dat Nederlanders minder vaak de auto zullen gebruiken. Het aantal gereden kilometers kan naar verwachting met ongeveer 10% voor personenauto’s en 6% voor bestelauto’s dalen, afhankelijk van het gekozen tarief. Met name lage inkomens zullen minder vaak gaan rijden.
Verschillende varianten
Om meer duidelijkheid te krijgen over verschillende aspecten van het ‘betalen naar gebruik’-systeem, hebben onderzoeksbureaus op verzoek van de ministeries van Infrastructuur en Financiën verschillende varianten verder onderzocht. Er zijn nog veel onbeantwoorde vragen, zoals hoe de gereden kilometers geregistreerd zullen worden (via de huidige kilometerteller of met een nieuw kastje) en de tariefstructuur (wel of geen onderscheid tussen benzine- en elektrische auto’s, en tussen verschillende gewichtsklassen), dat schrijft het FD.
Budgetneutraal
Het kabinet kan niet langer wachten met het maken van deze keuzes. Volgens het coalitieakkoord moet het ‘betalen naar gebruik’-systeem in 2030 worden ingevoerd en in deze kabinetsperiode worden voorbereid. Dit betekent dat er volgend jaar een wetsvoorstel in de Tweede Kamer moet liggen en dat dit jaar de consultatie en het advies van de Raad van State over een concept moeten worden afgerond. Er wordt echter gezegd dat de coalitiepartijen het nog niet eens zijn. De kans lijkt klein dat er voor het zomerreces belangrijke beslissingen worden genomen.
Vanaf 2030 wil het kabinet niet langer de belasting op het bezit van een personen- of bestelauto heffen, maar op het gebruik ervan. Dit zou eerlijker zijn en helpen om de CO₂-uitstoot in Nederland te verminderen. Dit wordt nog nergens ter wereld gedaan, althans niet op nationaal niveau. Het uitgangspunt is echter dat de overgang ‘budgetneutraal’ moet zijn. De gemiddelde kosten per auto en de inkomsten voor de overheid moeten gelijk blijven. Ook de kosten voor de invoering van het heffingssysteem moeten worden gedekt door de opbrengsten ervan.
Elektrisch versus brandstof
Volgens de maandag gepubliceerde onderzoeken komt het voorgestelde kilometertarief neer op €0,076 voor personenauto’s en €0,062 voor bestelauto’s. Dit tarief is echter nog onderhevig aan veel onzekerheden en hangt af van de keuzes die het kabinet nog moet maken. Het uiteindelijke kostenplaatje voor automobilisten kan aanzienlijk variëren, afhankelijk van deze keuzes.
Indien elektrische auto’s bijvoorbeeld een korting krijgen, zal de heffing voor diesel- en benzineauto’s aanzienlijk stijgen. In een doorgerekende variant betaalt een elektrische rijder slechts €0,013 per kilometer, terwijl iemand met een benzineauto €0,10 per kilometer betaalt. Opmerkelijk is dat uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat elektrische rijders relatief vaak in grote SUV’s rijden, wat voor hen nadelig uitpakt bij een correctie op basis van het gewicht.
Benadeling
Bij de aankondiging van het ‘betalen naar gebruik’-plan in het coalitieakkoord was er bezorgdheid dat vooral automobilisten in landelijke gebieden er financieel op achteruit zouden gaan, omdat zij bovengemiddeld veel kilometers rijden. Volgens de onderzoekers valt dit gemiddeld genomen echter mee, aangezien juist in stedelijke gebieden het hoogste aantal kilometers per auto wordt afgelegd. Met name inwoners van steden in Flevoland, zoals Almere en Lelystad, worden benadeeld door het systeem.
De Tweede Kamer zou later deze week debatteren over de reeks onderzoeken naar het ‘betalen naar gebruik’-systeem. Echter, dit debat is voor de tweede keer uitgesteld. In plaats van begin dit jaar zal de Kamer pas na het zomerreces discussiëren over de kilometerheffing. De coalitiepartijen verzochten om uitstel, omdat de rapporten nog niet beschikbaar waren. Oppositiepartijen hadden echter graag al eerder het debat gevoerd, aldus het FD.