De Algemene Rekenkamer heeft een grondige evaluatie uitgevoerd van diverse subsidieregelingen die door de rijksoverheid zijn ingesteld om de arbeidsmarkt te verbeteren. De conclusie luidt dat deze subsidies, waaronder de STAP-regeling, niet effectief zijn of niet naar behoren functioneren.
ICT- of techniek
De bevindingen van de Rekenkamer zijn kritisch met betrekking tot de resultaten van het Stagefonds Zorg, een subsidieprogramma voor omscholing van werknemers naar de ICT- of technische sector, evenals de STAP-regeling, die burgers een subsidie van duizend euro biedt voor een cursus als opstap naar de arbeidsmarkt.
De omscholingsregeling van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), gericht op het inzetten van werknemers in de ICT- en technische sector, heeft de afgelopen twee jaar vrijwel geen resultaat opgeleverd. Tussen 2021 en 2022 konden werkgevers een subsidie van € 3.750 ontvangen, op voorwaarde dat de werknemer tijdens de omscholing en gedurende een halfjaar daarna in dienst zou blijven, dat schrijft de Rekenkamer.
Gebrek aan inzicht
Aanvankelijk was er in 2022 een bedrag van € 40 miljoen gereserveerd voor deze subsidieregeling. Gedurende het jaar werd dit echter teruggebracht tot € 10 miljoen, waardoor er slechts 2.666 subsidies konden worden verstrekt. Uiteindelijk werden er echter slechts 159 subsidies toegekend. In totaal zijn er over beide subsidiejaren slechts 258 mensen van subsidie voorzien. Van het beschikbare bedrag van € 75 miljoen over de twee jaar is maar liefst € 74 miljoen ongebruikt gebleven.
Voor 2023 is de regeling niet langer opengesteld voor nieuwe aanvragen. In het verantwoordingsonderzoek van 2022 verklaart de Algemene Rekenkamer dat dit teleurstellende resultaat onder andere te wijten is aan het gebrek aan inzicht bij EZK in de redenen waarom werkgevers investeren in omscholing of het aantrekken van zij-instromers. Zowel de omvang van de subsidie als het verwachte aantal omscholers waren niet goed onderbouwd. De rekenkamer benadrukt dat de minister van EZK weinig heeft geleerd van eerdere initiatieven, ondanks het bestaan van het Techniekpact met betrokken arbeidsmarktsectoren sinds 2013.
Gebrek aan begeleiding
Sinds 2008 hebben zorgorganisaties de mogelijkheid om subsidie te ontvangen voor stages. De minister van Langdurige Zorg en Sport verwacht dat deze subsidie zal resulteren in voldoende stageplaatsen om aan de toekomstige vraag naar nieuwe zorgmedewerkers te kunnen voldoen.
In 2022 heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zorgorganisaties ondersteund met € 179,2 miljoen aan stagesubsidies. In de afgelopen zes jaar is het aantal stages in de zorg gestegen van ongeveer 50.000 fte naar iets meer dan 60.000. De Algemene Rekenkamer concludeert echter dat deze groei waarschijnlijk niet het gevolg is van de subsidie. Geld motiveert zorgorganisaties nauwelijks om extra stageplaatsen aan te bieden, aangezien zorginstellingen zelden bijhouden wat een stageplek kost en uiteindelijk oplevert. Het grootste obstakel bij het creëren van meer stageplaatsen is het gebrek aan stagebegeleiders, en extra financiering lost dit probleem niet op.
De conclusie van de Rekenkamer is dat de stagesubsidie waarschijnlijk niet bijdraagt aan het oplossen van het personeelstekort in de zorg. De Algemene Rekenkamer maakt zich zorgen dat de minister desondanks blijft vasthouden aan stagesubsidies, terwijl het maatschappelijke probleem van personeelstekorten in de zorg alleen maar groter wordt.
STAP-subsidie is populair
Er is veel belangstelling voor de STAP-subsidie van duizend euro, die bedoeld is voor het volgen van een cursus of opleiding om de eigen positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. In het jaar 2022 hebben 216.269 mensen gebruikgemaakt van het STAP-budget.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft hiervoor een bedrag van € 183 miljoen uitgetrokken. Met de STAP-regeling, die ook in 2023 van kracht is, beoogt de minister een breder publiek te bereiken dan destijds met de fiscale aftrek van scholingsuitgaven, waar voornamelijk hoogopgeleiden gebruik van maakten.
Het is echter niet duidelijk of deze bredere groep daadwerkelijk wordt bereikt, en er ontbreekt een concrete doelstelling op dit gebied. Onderzoek van de Algemene Rekenkamer laat zien dat ongeveer veertig procent van de subsidieontvangers de scholing niet zou hebben gevolgd zonder de STAP-bijdrage. Voor zestig procent was het ontvangen bedrag van duizend euro vooral een extraatje, aangezien zij de scholing anders toch wel hadden gevolgd, betaald door de werkgever of met eigen middelen. De opleidingen die worden gefinancierd met het STAP-budget zijn zo divers dat het de vraag is of ze altijd gericht zijn op de arbeidsmarkt. Het gebrek aan duidelijkheid hierover en de beperkte controles op misbruik en oneigenlijk gebruik in 2022 hebben de Algemene Rekenkamer doen besluiten om het gevoerde beleid als ‘matig’ te beoordelen. Het kabinet heeft eind april aangekondigd dat de STAP-subsidie per 2024 zal worden afgeschaft, aldus de Rekenkamer.