De zogenaamde marginale belastingdruk heeft minder invloed heeft op de bereidheid van deeltijdwerkers om meer uren te werken dan vaak wordt gedacht. Dat blijkt uit twee recent verschenen artikelen in het economenblad ESB. De onderzoekers stellen dat de bewering dat deeltijdwerkers in sectoren zoals zorg en onderwijs niet meer werken vanwege het minimale nettoresultaat na belastingen, niet overeenkomt met de feiten.
Slechts 2%
Volgens Egbert Jongen en Rene Schulenberg van het Centraal Planbureau (CPB) is de marginale druk voor deeltijdwerkers al relatief laag in vergelijking met voltijdwerkers. De meeste mensen die minder dan 20 uur per week werken, behouden doorgaans 75% van hun extra bruto-inkomen wanneer ze meer uren gaan werken. Zelfs bij de groep die drie dagen per week werkt, is de marginale druk iets hoger, maar nog steeds betaalt slechts één op de vijf meer dan 55% belasting over de extra gewerkte uren. Dit percentage stijgt naar ruim een op de vier voor degenen die tussen de 28 en 35 uur per week werken, dat schrijft het FD.
Bij voltijdwerkers is het percentage dat 55 cent of meer van elke verdiende bruto euro inlevert het hoogst, namelijk één op de drie werkenden. In deze groep bevinden zich ook degenen met een marginale druk van meer dan 80%, waar vaak over gesproken wordt bij discussies over het bevorderen van arbeidsparticipatie. Het CPB merkt echter op dat deze extreem hoge druk slechts van toepassing is op 2% van de werkenden. Het betreft voornamelijk alleenstaanden, kostwinners en zelden deeltijdwerkers.
Geen belemmering
Miriam Gielen en Hans Beens, beleidsmedewerkers van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zijn het eens met het idee in ESB dat de marginale druk bij het werken van extra uren minder hoog is dan vaak wordt gedacht. Ze laten zien dat sinds de eeuwwisseling deze druk wel is toegenomen, voornamelijk als gevolg van de introductie van toeslagen.
Gielen en Beens benadrukken echter dat een hoge marginale druk, hoewel het werken van meer uren minder aantrekkelijk maakt, geen belemmering hoeft te zijn om langer te werken. Ze stellen dat sommige groepen werknemers nauwelijks gevoelig zijn voor financiële prikkels.
Geen onderwerp
De deeltijdwerkers met een lage marginale druk die in het artikel van de CPB-onderzoekers worden genoemd, zijn hiervan een voorbeeld. Maar ook alleenverdieners, alleenstaanden zonder kinderen en de partners met het hoogste inkomen trekken zich weinig of niets aan van de relatief hoge marginale druk die zij ervaren, aldus de medewerkers van het ministerie, aldus het FD.