Het kabinet heeft besloten om de getroffen bewoners in het aardbevingsgebied te compenseren met meer dan €22 miljard in de komende jaren. Daarnaast zal er €1,3 miljard extra vrijgemaakt worden voor de hersteloperatie Toeslagen, waarmee gedupeerden en hun kinderen gecompenseerd worden en hun schulden worden aangepakt. Gemeenten en provincies ontvangen vanaf 2027 een stabiele financiële basis van €1,3 miljard via het gemeente- en provinciefonds, dat geïndexeerd zal worden op basis van het bruto binnenlands product. De kosten voor de stijgende rente worden gedekt met €2,5 miljard. De ministerraad heeft ingestemd met de Voorjaarsnota, die vandaag door Minister Kaag van Financiën naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Extra uitgaven
Het kabinet heeft gekozen voor expansief begrotingsbeleid door middel van investeringen uit het coalitieakkoord. Dit maakt het mogelijk om te werken aan de prioriteiten en transities op het gebied van klimaat en natuur. Het afgelopen jaar heeft echter tot tegenvallers geleid, zoals het prijsplafond voor energieprijzen en de steun aan Oekraïne. Daarnaast zorgen hogere kosten voor de asielketen en rente voor extra uitgaven op de begroting.
Het kabinet heeft ervoor gekozen om de extra kosten voor de asielketen tot 2026 en de rente tot €2,5 miljard te dekken. Meevallers, zoals een kleinere instroom van studenten en lagere uitgaven op sociale zekerheid, hebben deze kosten deels gedekt, evenals de onderuitputting van begroot geld. Het kabinet heeft enkele structurele maatregelen genomen, zoals het beëindigen van het STAP-budget en maatwerk bij het persoonsgebonden budget, om een evenwichtig pakket te realiseren. Bovendien zijn er nog middelen vrijgemaakt voor prioriteiten zoals Groningen en Toeslagen.
Europese Monetaire Unie
De budgettaire uitdagingen zijn zoveel mogelijk binnen de begroting opgelost, waarbij het EMU-saldo voor de komende jaren op ongeveer -3% wordt geraamd. Dit is het maximumsaldo van -3% dat de landen van de Europese Monetaire Unie (EMU) hebben afgesproken. Voor 2023 wordt de EMU-schuld, ofwel de overheidsschuld, geschat op 49,2% van het bruto binnenlands product (bbp), waarna deze geleidelijk stijgt tot 55,6% bbp in 2028. Dit betekent dat Nederland gedurende de hele kabinetsperiode onder de Europese grenswaarde van 60% bbp zal blijven.
Belastingen
Het kabinet heeft met de Voorjaarsnota besluiten genomen over de lasten voor 2024 en verder, waarbij een aantal fiscale constructies worden aangepakt. Ook zijn er maatregelen genomen die verder worden uitgewerkt voor het Belastingplan 2024, zoals het verfijnen van de overbruggingswetgeving van box 3. De Voorjaarsnota biedt een tussenstand van de dekkingsopgaven die zijn ontstaan door het lagere opbrengstniveau van belastingheffing op internationaal niveau (Pijler 2) en het uitstel van de invoering van het nieuwe box 3-stelsel. De definitieve besluitvorming hierover vindt plaats in augustus en wordt gepresenteerd in de Miljoenennota.
Investeringsagenda
Het kabinet heeft in het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ besloten om te investeren in een expansief begrotingsbeleid. Door deze investeringen kan het kabinet werken aan prioriteiten zoals bestaanszekerheid en kansengelijkheid, democratische rechtsorde, veiligheid en sterke samenleving, de internationale context, duurzaamheid, gezondheid en de economie, en zo de noodzakelijke transities op het gebied van klimaat en natuur in gang zetten. Het doel is om een duurzaam, welvarend land te creëren voor de huidige en toekomstige generaties, waarin alle inwoners naar vermogen kunnen meedoen. Het kabinet vindt deze investeringen van groot belang, juist ook voor toekomstige generaties.
Meerjarig
Deze Voorjaarsnota biedt, net als vorig jaar, een blik op de begrotingen voor de komende jaren. Een evaluatie toont aan dat belanghebbenden zoals de Raad van State, het Kabinet van de Koning en de Belastingdienst dit als een positieve verbetering beschouwen. Dit stelt het parlement naar verwachting in staat om eerder op de hoogte te worden gebracht van de besluitvorming. Dit leidt tot meer transparantie, een betere informatievoorziening en geeft het parlement meer tijd voor de behandeling van de begroting en het Belastingplan. Zoals gebruikelijk zullen de complete begroting en het Belastingplan op Prinsjesdag worden gepresenteerd.