De regering gaat een tijdelijke regeling aanpassen die helpt bij het betalen van belasting over vermogen. Dit doen ze omdat sommige mensen er problemen mee hebben. Maar de manier waarop belasting wordt berekend over de winst die mensen maken met beleggen, verandert niet. De staatssecretaris van Fiscaliteit, Marnix van Rij, heeft dit geschreven in een brief aan de Tweede Kamer.
Tijdelijke regeling
Mensen die geld sparen betalen sinds vorig jaar minder belasting omdat de tijdelijke regeling voor belasting op vermogen is ingevoerd. Dit komt omdat de veronderstelde winst op het geld dat ze op de bank hebben, gebaseerd is op de gemiddelde rente van dat jaar. Op dit moment is de rente laag, dus betalen ze minder belasting.
Zo dicht mogelijk
De Belastingdienst bepaalt het belastbaar rendement op aandelen, obligaties en vastgoed nog steeds aan de hand van gemiddelden uit meerdere jaren. Dat betekent dat de Belastingdienst voor het slechte beursjaar 2022 uitgaat van een belastbaar rendement van 5,5%. Belastingbetalers en de Vereniging van Effectenbezitters vinden dat dit niet klopt met het kerstarrest van de Hoge Raad uit 2021.
Dat kerstarrest zegt dat het forfaitaire rendement zo dicht mogelijk moet aansluiten bij de werkelijke opbrengsten uit vermogen. Mensen hebben al verschillende keren met succes bij rechtbanken en gerechtshoven bepleit dat dit nu niet het geval is voor de manier waarop de Belastingdienst het fictieve rendement op hun aandelen en vastgoed bepaalt. Daarom moest staatssecretaris Van Rij met een overbruggingsregeling komen en een hersteloperatie starten.
Effecten en onroerende zaken
Van Rij heeft onderzoek gedaan naar verfijningen in box 3, maar blijft vasthouden aan het gebruik van meerjarige gemiddelden om het belastbare rendement op effecten en vastgoed te bepalen. Hij stelt voor om de categorie ‘overige bezittingen’ op te splitsen en aparte rendementen te hanteren voor effecten en onroerende zaken. Van Rij verwacht geen grote veranderingen in de vermogensheffing omdat rendementen over meerdere jaren altijd dicht bij elkaar liggen, ook al dalen vastgoedprijzen dit jaar.
Effecten en vastgoed
De staatssecretaris heeft nog geen concrete voorstellen gedaan voor de aparte fiscale behandeling van effecten en vastgoed, maar deze kunnen later dit jaar worden verwacht. Wel heeft de ministerraad ingestemd met twee andere aanpassingen. Zo zullen gelden in de onderhoudskas van verenigingen van eigenaren en notarisrekeningen voortaan worden beschouwd als banktegoeden in plaats van overige bezittingen.
Werkelijk rendement
Ook zullen onderlinge vorderingen en schulden van fiscale partners in box 3 tegen elkaar worden weggestreept. Deze aanpassingen zullen de schatkist jaarlijks ongeveer €34 miljoen kosten. Van Rij heeft bevestigd dat een vermogenstaks gebaseerd op werkelijke rendementen pas in 2027 kan worden ingevoerd, wat zal leiden tot een belastingderving van €395 miljoen in 2026.