Het onlangs voorgestelde plan voor een progressieve vermogensbelasting is niet snel uitvoerbaar, levert geen stabiele opbrengst en draagt in slechts een beperkte mate bij aan de bestrijding van vermogensongelijkheid in Nederland. Dat stelt de Raad van State is een kritische reactie op de initiatiefwet van onder meer de Partij van de Arbeid.
Werkelijk rendement onhaalbaar
Het adviesorgaan is dan ook van mening dat de Tweede Kamer de initiatiefwet in deze vorm niet in behandeling moet nemen. De linkse oppositie kwam vorig jaar met het voorstel naar aanleiding van het zogenaamde kerst-arrest van de Hoge Raad over de vermogensredenementsheffing.
Wat betreft de linkse oppositiepartijen is een box 3-heffing gebaseerd op werkelijk rendement onhaalbaar. Een systeem op basis van werkelijk behaalde rendementen is al lange tijd een breed gedragen wens. De initiatiefwet koppelt de belasting aan de omvang van het vermogen in plaats van het inkomen dat iemand eruit haalt (rente en rendementen). De oppossite stelt daarbij een heffingsvrijvermogen van een ton voor, dat is bijna het dubbele van nu. Daar staat een sterk oplopend tarief van 1% tot 5% tegenover voor de rest van het vermogen.
Simpel en snel, of..
PvdA-Kamerlid Henk Nijboer benadrukte destijds dat het voorstel simpel en snel in te voeren is. Maar daar denkt de Raad van State dus anders over. ‘Met het wetsvoorstel wordt volgens de toelichting beoogd bij te dragen aan het matigen van de vermogensongelijkheid in Nederland en aan het genereren van een stabiele belastingopbrengst door middel van een regeling die uitvoerbaar is voor de Belastingdienst en die begrijpelijk en uitlegbaar is’, aldus het advies.
Het adviesorgaan concludeert echter dat de genoemde doelen in zeer beperkte mate worden bereikt. Zo blijkt uit een toets van de fiscus dat een dergelijke progressieve box 3-heffing per 2024 niet uitvoerbaar is omdat er teveel ICT-aanpassingen voor nodig zijn. Daar komt bovendien bij dat het er juridische risico’s aan een dergelijke taks kleven. Zo voorziet de Raad nieuwe onenigheid over een mogelijke inbreuk op het eigendomsrecht.
Belastingvermijding op de loer
Volgens de Raad zal de initiatiefwet weinig verder weinig doen aan de vermogensongelijkheid omdat het voorstel het vermogen in box 1 en 2 buiten beschouwing laat. Ook concludeert het adviesorgaan dat het te gemakkelijk zou zijn om vermogen dat veel inkomen oplevert, maar gefinancierd is met schuld, tegen die schuld weg te strepen.
Maar er liggen nog meer vormen van belastingvermijding op de loer die de opbrengst mogelijk zal drukken. Het vermogen kan in een andere box worden gestopt of naar het buitenland verhuizen bijvoorbeeld. ‘De verplaatsing van vermogen van box 3 naar box 2 zal met het voorstel eerder toenemen dan afnemen’, aldus het advies. Het linkse herzieningsvoorstel van box 2 neemt de Raad daar overigens niet in mee, aldus het FD.