De Nederlandse industrie en glastuinbouw zijn op zoek naar steun van de overheid bij hun overgang naar een klimaatvriendelijkere energievoorziening. Dit komt nadat een topambtenaar van Economische Zaken en Klimaat (EZK) waarschuwde dat deze sectoren niet per definitie rekenen kunnen op steun van de overheid. Er zijn wel uitzonderingen, zoals bedrijven met perspectief of Europese landen die hun basisindustrie financieel ondersteunen, of strategische essentiële bedrijven zoals fotonica. In het regeerakkoord is €22 miljard gereserveerd voor maatwerkafspraken met de twintig grootste vervuilers van Nederland voor de overgang naar een duurzamere energievoorziening.
Hoewel deze maatregelen een stap in de juiste richting zijn, vinden brancheverenigingen het onvoldoende. Zij eisen meer perspectief en randvoorwaarden voor de industrie op weg naar de duurzame transitie. Dit omvat onder andere de aanleg van infrastructuur zoals een waterstofnetwerk en financiële steun bij de risico’s die gepaard gaan met de transitie. Voorzitter Hans Grünfeld van de Vereniging voor Grote Verbruikers (VEMW) noemde de opmerkingen van de topambtenaar “mager en perspectiefloos” en stelde dat de energie-intensieve industrie in Nederland zelf moet zien hoe ze zich moet aanpassen.
De industriekoepel FME wijst op het belang van de subsidieregeling Indirecte Kostencompensatie. Deze regeling kan de overheid in staat stellen om de industrie te steunen. De koepel pleit er dan ook voor om deze regeling te behouden, zodat Nederland de industrie kan behouden en tegelijkertijd de duurzame transitie kan versnellen.