Staatssecretaris van Fiscaliteit, Marnix van Rij heeft toegezegd dat de niet-bezwaarmakers die geen verzoek om ambtshalve vermindering over de jaren 2017-2020 hebben gedaan, dezelfde rechten krijgen als de mensen die wel bezwaar hebben gemaakt, bij een positieve uitkomst van de box 3- massaalbezwaarprocedure.
Koepelorganisaties
Vorige week ontstond er ophef vanwege een oproep vanuit verschillende koepelorganisaties aan niet-bezwaarmakers om in ieder geval over het jaar 2017 een verzoek voor ambtshalve vermindering in te dienen. Daarmee zou men een betere rechtspositie verkrijgen, ook bij eventuele latere positieve uitspraken rondom box 3.
Deze oproep kwam nadat Van Rij afspraken had gemaakt met de koepelorganisaties over de massaalbezwaarprocedure om te voorkomen dat de Belastingdienst lamgelegd zou worden door de grote hoeveelheden verzoeken om ambtshalve vermindering.
Collectieve uitspraak
Van Rij ligt nu in een brief aan de Tweede Kamer toe hoe in de praktijk omgegaan zal worden met de materie. Mocht er uit de massaalbezwaarprocedure komen dat niet-bezwaarmakers in aanmerking komen voor rechtsherstel, dan zal de fiscus een collectieve uitspraak en collectieve beslissing doen op de bezwaren en ambtshalve verminderingsverzoeken die onder de procedure vallen.
Daarna zal de inspecteur voor alle niet-bezwaarmakers over de jaren 2017-2020 bepalen of de aanslag – net zoals bij de bezwaarmakers – verminderd moet worden. Ongeacht of een verzoek tot ambtshalve vermindering is gedaan. Tegen de collectieve uitspraak of beslissing staan geen verdere rechtsmiddelen open. Wel zal aan alle niet-bezwaarmakers een vergelijkbare termijn worden geboden zoals open heeft gestaan voor de bezwaarmakers, om een ambtshalve verminderingsverzoek in te dienen waarin zij kunnen opkomen tegen het geboden rechtsherstel, zo schrijft Van Rij.
Dezelfde rechtspositie
In de massaalbezwaar-plusprocedure zal de belastingrechter zich buigen over de vraag of niet-bezwaarmakers in box 3 in aanmerking komen voor rechtsherstel, net zoals de bezwaarmakers. Wanneer uit de ‘plus-procedure’ volgt dat men in aanmerking komt, dan zal het rechtsherstel op dezelfde wijze plaatsvinden als voor de bezwaarmakers.
‘In die toezegging ligt besloten dat niet-bezwaarmakers die geen verzoek doen in dezelfde rechtspositie terecht komen als niet-bezwaarmakers die wel een verzoek doen.’, aldus Van Rij aan de Kamer.