Niet-bezwaarmakers kunnen die te veel vermogensrendementsheffing hebben betaald krijgen een herkansing voor teruggave van de heffing. Juristen denken echter dat de belastingbetalers waarschijnlijk kunnen fluiten naar compensatie voor de te veel betaalde taks.
Nihil
‘De kans dat niet-bezwaarmakers alsnog compensatie krijgen voor te veel betaalde belasting grenst aan nihil’, zegt hoogleraar belastingrecht Philippe Albert. Ook Oud-raadsheer van de Hoge Raad Bernard Bavinck acht de kans op compensatie nihil. ‘Voor niet-juristen is het onbevredigend dat niet-bezwaarmakers geen rechtsherstel krijgen, maar voor juristen is dat logisch. Zo staat het nu eenmaal in de wet.’
Vrijdag werd duidelijk dat Staatssecretaris Marnix van Rij van Fiscaliteit en Belastingdienst, afspraken heeft gemaakt met de Bond voor Belastingbetalers (BvB), de Consumentenbond en koepelorganisaties van belastingadviseurs om ervoor te zorgen dat de stroom van verzoeken voor ambtshalve vermindering in goede banen zullen worden geleid. Van Rij wil voorkomen dat de toch al overbelaste fiscus niet lamlegt.
Aansprakelijk
Het Register Belastingadviseurs (RB), is blij met de vereenvoudigde aanpak voor de niet-bezwaarmakers. Voor sommige adviseurs begon de tijd te dringen, benadrukt directeur fiscale zaken Sylvester Schenk. Een verzoek om ambtshalve vermindering moet binnen vijf jaar na het betreffende belastingjaar zijn ingediend. Voor 2017 verloopt die termijn op 31 december aanstaande.
‘Onze leden liepen tot vorige week het risico dat zij door hun klanten aansprakelijk zouden worden gesteld als ze er niet op tijd bij zouden zijn’, zegt Schenk. Maar er zijn belastingadviseurs die al aansprakelijk zijn gesteld door cliënten die stellen dat hen is afgeraden om bezwaar te maken tegen de spaartaks.
Arrest van 20 mei
Van Rij liet weten erop te vertrouwen dat hij bij de rechter aan het langste zal trekken en dat er geen teruggave komt voor niet-bezwaarmakers. Hij haalt zijn vertrouwen uit het arrest van 20 mei waarin de Hoge Raad bepaalde dat ambtshalve vermindering achterwege blijft als het verzoek daartoe is gebaseerd op nieuwe jurisprudentie, oftewel rechterlijke uitspraken die zijn gedaan nadat de belastingaanslag definitief is vastgesteld.
In vlakbladen schrijven juristen dan ook dat verzoeken om ambtshalve vermindering een doodlopende weg zijn. Cor Overduin, belastingadviseur van Grant Thornton, is daar niet zo zeker van. ‘Het ligt minder zwart-wit dan de staatssecretaris het doet voorkomen’. ‘De rechtsvraag is veel groter en algemener dan waarover de Hoge Raad zich in mei heeft uitgesproken.’
Besluit Eric Wiebes
De BvB voert aan dat voormalig staatssecretaris Eric Wiebes in 2015 besloot dat de uitkomst van de toen lopende massaalbezwaarprocedure ook voor niet-bezwaarmakers zou gelden. Dat besluit is nooit ingetrokken stelt de Bond. Philippe Albert vindt dit een listig argument maar acht dit juridisch kansloos. Het betreffende besluit uit 2015 geldt namelijk enkel voor de jaren 2015 en 2016, niet voor de jaren erna, schrijft het FD.
Voor 2017, 2018 en 2019 heeft de staatssecretaris bovendien nieuwe besluiten genomen. ‘Die besluiten hebben voorrang en daarin staat dat je tijdig bezwaar moet hebben gemaakt om rechten te kunnen ontlenen aan een massaalbezwaarprocedure.’
Behoorlijk bestuur
Maar de BvB heeft nog meer ammunitie. De belangenorganisatie stelt namelijk dat de uitkomst van het arrest van 20 mei het gevolg is van een gebrekkige procedure. De Hoge Raad had de afwijzing van ambtshalve vermindering namelijk moeten toetsen aan de grondwet en de beginselen van behoorlijk bestuur, maar dat is de Raad niet gevraagd, aldus de Bond. Bavinck heeft zijn twijfels bij de argumentatie van de BvB en acht het heel onwaarschijnlijk dat de Raad nog van standpunt verandert. Schenk is blij met de gemaakte procesafspraken. De RB-leden zullen niet weer ‘met de vingers tussen de deur komen’ als de Hoge Raad een verrassende uitspraak doet. Eén ding is zeker: ‘Elke scheet in box 3 zal tot aan de hoogste instantie worden aangevochten.’