Ondernemers die nog een openstaande rekening hebben bij de Belastingdienst moeten vanaf oktober starten met terugbetalen. Uit een rondgang blijkt dat er zorgen zijn bij mkb-ondernemers. Men is bang geplet te worden tussen de aflossingen, inflatie en afnemende klandizie. Het ministerie van Financiën becijferde dat ongeveer 135.000 bedrijven in de problemen dreigen te komen vanwege de uitgestelde belastingschuld.
Inflatie, stijgende rekeningen en meer winstbelasting
De ondernemingen verdienen niet genoeg om aan de betalingsverplichtingen te voldoen. De teller voor de totale openstaande coronabelastingschuld staat op bijna €20 miljard. Circa 280.000 ondernemers moeten nog aflossen, bijna de helft kan daardoor in nood komen. Ze kregen het bijzondere uitstel van betaling om faillissementen te voorkomen.
De capaciteit om af te lossen wordt onder meer aangetast door de oplopende kosten. Zo zijn de energierekening, de huur, kosten voor grondstoffen en loon allemaal gestegen. Op die manier blijft er weinig geld over voor het aflossen van schulden. Als klap op de vuurpijl maakte het kabinet woensdag bekend dat kleine bedrijven meer winstbelasting gaan betalen.
Ongelijk speelveld
De regels voor het terugbetalen zijn overigens al versoepeld. Zo hebben ondernemers de mogelijkheid een betalingspauze in te lassen. Bovendien zijn er speciale regelingen voor individuele gevallen mogelijk. Daarbij zal waarschijnlijk binnenkort de aflossingstermijn worden verlengd van vijf jaar naar zeven jaar. Meer dan dat zit er niet in, zo lijkt het. In een brief over de belastingschuld aan de Tweede Kamer schreef het ministerie van Financiën, dat de verwachting is dat de faillissementen licht zullen toenemen. Het zou dan om bedrijven gaan die voor het uitbreken van de crisis al niet levensvatbaar waren.
Verdere versoepelingen zouden voor een ongelijk speelveld zorgen. Goedlopende bedrijven zouden dan zonder steun de concurrentiestrijd aangaan met vergelijkbare bedrijven die minder goed draaien. Dat is onwenselijk meent het ministerie. MKB-Nederland verwacht problemen. ‘Lang niet alle bedrijven hebben de coronaschade al kunnen inlopen en veel bedrijven kunnen de gestegen kosten niet of nauwelijks doorberekenen’, meldt de ondernemersclub. Bovendien helpt het personeelstekort niet.
De probleembedrijven moeten met een aflossingstermijn van vijf jaar meer dan de helft van hun winst gebruiken om hun schuld bij de Belastingdienst af te lossen. Dat betekent dat er niets overblijft voor de reguliere bedrijfsvoering of investeringen.
Horeca, sport en cultuur
Jos Keizer, vertegenwoordiger van de Nederlandse saunabedrijven, ziet hetzelfde. ‘Ook omdat de energierekening vier, en in sommige gevallen elf keer zo hoog is. Het zou handig zijn als de overheid gunstige leningen zou verstrekken voor verduurzaming.’ Hans Biesheuvel van Ondernemend Nederland (ONL) stelt dat er vooral bij horecaondernemers een uitzichtloze situatie heerst. Een langere betaaltermijn zal niet helpen vanwege alle prijsstijgingen en torenhoge energierekeningen.
Maar het zijn niet enkel horecaondernemers die moeite hebben om de belastingschulden te betalen, zo blijkt uit een sectorrapport over de vrijetijdssector van ABN Amro. In de eerste helft van dit jaar leed 17% van de horeca in Nederland verlies. In de cultuur en sport en recreatiesectoren was het nog desastreuzer met 36% en 20%. Van het totaal aantal bedrijven draaide 9% verlies, aldus het FD.