Het onderling anders verdelen van vermogen kan voor sommige fiscale partners een meevaller in box 3 over 2021 opleveren. Dit kan dankzij de hersteloperatie van de box 3-heffing. De IB-aangifte over 2021 is ondanks het Hoge Raad arrest in december gewoon doorgegaan. De Belastingdienst kon wegens tijdgebrek niet nog alle vooraf ingevulde aangiftes aanpassen.
Herberekening
Vanaf deze maand krijgt men de kans opnieuw aangifte te doen over 2021. De fiscus heeft volgens de zogenaamde forfaitaire spaarvariant een nieuwe berekening gemaakt. Dit geldt als tijdelijke oplossing na het arrest van de Hoge Raad. In gevallen waarbij deze berekeningswijze gunstiger uitpakt voor de belastingplichtige, verlaagt de Belastingdienst de aanslag over dat jaar. Een hogere aanslag is niet mogelijk.
In tegenstelling tot individuele belastingplichtigen kunnen fiscale partners invloed uitoefenen op de herberekening. Door de oorspronkelijke verdeling van hun vermogen in de nieuwe aangifte te wijzigen. De Belastingdienst kijkt namelijk bij iedere partner apart of de oude dan wel nieuwe berekening gunstiger uitpakt. René Bruel van ABN Amro MeesPierson heeft de gevolgen van die aangepaste verdeling in kaart gebracht.
Meeste profijt met veel spaargeld
Het verschil tussen beide berekeningen is dat de fiscus bij de oude variant uitging van een veronderstelde verdeling van het vermogen tussen sparen en beleggen. In de nieuwe berekening is de werkelijke verdeling het uitgangspunt. In beide gevallen gebruikt de fiscus veronderstelde rendementen op sparen en beleggen.
Belastingbetalers met grotere vermogens en relatief veel spaargeld profiteren het meeste van de nieuwe berekeningswijze. Dit komt omdat het oude systeem ervan uitging dat belastingplichtigen met meer vermogen ook meer beleggen. De dan hogere veronderstelde opbrengst door beleggen betekende dus ook meer te betalen belasting. Dit geldt ook voor fiscale partners. Als die zo’n 67% of meer van hun vermogen op een spaarrekening hebben staan, is dit voordeel altijd groter dan wanneer zij hun onderlinge verdeling aanpassen, becijferde Bruel.
Voordelig vermogensschuiven
De mensen die minder dan die 67% sparen kunnen vanaf een bepaald vermogen belastingvoordeel behalen door te schuiven in die verdeling. Het te behalen voordeel varieert van €15 bij iets meer dan twee ton vermogen en 65% spaargeld tot €3051 bij €8,8 miljoen vermogen en 5% spaargeld. Hoe kleiner het deel spaargeld hoe groter het vermogen moet zijn om profijt te zien van een andere verdeling over de fiscale partners.
Bruel vond een saillant detail in zijn onderzoek. Namelijk dat de fiscus in sommige situaties meteen concludeert dat er voor belastingplichtigen niets verandert met de forfaitaire spaarvariant. De dienst gaat er dan uit van de in de eerdere aangifte gemaakte vermogensverdeling. ‘Terwijl je misschien toch een voordeel kunt behalen door de verdeling aan te passen’, zegt de vermogensplanner. Dat moeten belastingplichtigen dan zelf uitzoeken. Het mechanisme achter het geschuif is dat de ene fiscale partner een relatief klein deel aangeeft. Dit wordt dan in de lagere schijven van de oude spaartaks belast. De rest van het vermogen valt bij de andere partner onder de forfaitaire spaarvariant, aldus het FD.
Meer weten over de Herberekening box 3?
Bekijk onze Rekentool ›